Samenvatting artikelen Theory III
Bevat alle leesstof op paar paragrafen en artikelen na, dit zijn :
- Paragraaf 3.1 & 4 van Nigel Pleasant ‘Free Will, Determinism and the “Problem” of Structure
and Agency in the Social Sciences.’
- Popkin hoofdstuk 6, 7 & 8.
- Hayden White, deels samengevat tot ca. blz. 290 van blz. 281-314.
Week 1:
- Ginzburg, Clues.
- Newall, Historical Fallacies.
- Popkin 140-141 blz.
Ginzburg, Clues: Roots of a Scientific Paradigm
Definitie scientific paradigm/ wetenschappelijk paradigma:
In de wetenschapsfilosofie duidt paradigma op het stelsel van modellen en theorieën dat, binnen een
gegeven wetenschappelijke discipline, het denkkader vormt van waaruit de werkelijkheid
geanalyseerd en beschreven wordt.
Paradigma is: stelsel van met elkaar samenhangende wetenschappelijke theorieën.
o Voorbeeld is dat de aarde om de zon draait in plaats dat de aarde het centrale punt
in het heelal is -> paradigmatische verschuiving.
Morellian method:
- Bedacht door Morelli:
o Het onderscheiden van echte en neppe kunstwerken door op bepaalde kenmerken
en details te letten. Deze kenmerken worden niet geleerd op scholen, maar zijn de
kunstenaars eigen.
Vanaf Galileo een dilemma van de human sciences:
- Ze moeten of een zwakke wetenschappelijke standaard gebruiken waarbij significante
resultaten worden behaald, of een sterke wetenschappelijke standaard gebruiken waarbij de
resultaten niet van groot belang zijn.
o Alleen de taalkunde heeft kunnen ontsnappen aan dit dilemma.
o Maar ook Morelli heeft een andere oplossing.
, De kunstkenner is te vergelijken met een rechercheur die de auteur van een
'misdaad' van een schilderij vaststelt op basis van aanwijzingen die voor de
meeste mensen niet waarneembaar zijn, (blz. 276).
Morelli’s methode heeft invloed gehad op Freuds methode van onderzoek (inquiry) en zijn techniek
over psychoanalyse.
o Psychoanalyse is een systeem van interpretatie en therapeutische behandeling van
psychische stoornissen.
Psychische problemen zouden door het onderbewuste kunnen worden
veroorzaakt.
- Beide Morelli en Freud kijken naar het onderbewustzijn -> ze identificeren de intieme kern
van een persoonlijkheid (artistiek bij Morelli en medisch bij Freud) met elementen die buiten
het bewustzijn liggen.
o Freud kijkt naar symptomen en Morelli en Holmes kijken naar aanwijzingen, waaruit
de diepere realiteit duidelijk moet worden.
Freud en Morelli komen ook overeen met de manier waarop Sherlock
Holmes zijn zaken onderzoekt (schrijver Conan Doyle was een dokter).
Hoe is het mogelijk dat er overeenkomsten tussen deze drie personen zit? Morelli heeft medicijnen
gestudeerd en Freud was een dokter. In beide gevallen zien we dat er gebruik wordt gemaakt van
een model van medische semiotiek (betekenisleer) waaruit blijkt dat het mogelijk is een diagnose te
hebben die niet direct waarneembaar is, waarbij naar oppervlakkige symptomen wordt gekeken die
soms irrelevant lijken voor leken.
Ginzburg schrijft over een model gebaseerd op aanwijzingen/symptomen, terwijl de inference in de
video gebaseerd is op feiten, waaruit een conclusie wordt getrokken.
- Het model van Ginzburg (semiotisch paradigma) verschilt per persoon en er zijn veel
verschillende interpretaties mogelijk, bijvoorbeeld bij ziektes.
o Bij inference in de video staan de feiten vast, en is de conclusie daarom minder
veelzijdig.
Newall, Historical Fallacies:
Fallacies (drogredenen) zijn foute argumenten, lijken aannemelijk, maar dat zijn ze niet. Als hier op
voorgebouwd wordt is er sprake van een drogreden.
,Syllogisme: is een sluitreden dat bestaat uit twee of meer premisses (veronderstellingen/feiten) en
een conclusie.
- Voorbeeld:
o Premisse 1: alle mensen zijn sterfelijk.
o Premisse 2: Socrates is een mens.
Conclusie: Daarom is Socrates sterfelijk.
Twee formen van drogredenen (fallacies):
1. Formeel.
o Komt voor als de structuur van het argument gebrekkig is, zelfs als de premissen en
de conclusie allemaal waar zijn.
Hier is de samenstelling van het syllogisme niet juist.
2. Informeel.
o Komt voor als de inhoud van het argument fouten bevat, bijvoorbeeld als een term
of uitdrukking onjuist wordt gebruikt, of verschillende betekenissen hebben die het
argument een andere waarheid kunnen geven.
Logische drogredenen van historici:
- Affirming the consequent (voortvloeien uit een bevestiging).
o Formele drogreden.
o Is sprake van als er één of meer potentiële premisses worden weggelaten uit een
argument.
Voorbeeld: Als mijn regendans werkt moet het regenen; Het regent, dus mijn
regendans heeft gewerkt.
Hier wordt niet gekeken naar andere oorzaken van de regen.
o Hoe kunnen we deze drogreden voorkomen?
Door te kijken naar de intellectual standards en dan met name depth of
breadth, zodat je de diepte ingaat, en het argument vanuit verschillende
kanten belicht.
- Begging the question (petitio Principii), (de vraag omzeilen).
o Komt voor als de conclusie van een argument gebruikt wordt om het aan te tonen,
waardoor er een circulair bewijs ontstaat.
Voorbeeld: sommige intellectuelen in de 17 de eeuw waren crypto atheïsten
(deden alsof ze de gangbare religie aanhingen, maar hadden in het geheim
, andere overtuigingen), omdat ze zich op een bepaalde manier gedroegen.
Maar als er wordt gevraagd hoe we weten dat ze atheïsten waren, wordt er
gezegd dat dit gevonden kan worden in het crypto atheïsme.
Dus iemand was een atheïst, omdat hij bepaalde eigenschappen had,
maar iemand met deze eigenschappen is een atheïst.
o Hoe kunnen we deze drogreden voorkomen?
Met accuracy, het denken moet correct zijn.
- Vals dilemma (of false dichotomy).
o Komt voor als er maar twee mogelijke opties worden gegeven, terwijl er anderen
bestaan.
Voorbeeld: als iemand zegt: “you are either with me or against me.”
o Hoe kunnen we deze drogreden voorkomen?
Met breadth. Er moet gekeken worden of er andere mogelijkheden zijn.
- Post hoc, ergo propter hoc (na dit, daarom door dit).
o Suggereert dat als een gebeurtenis een andere gebeurtenis volgt, dan moet de
eerste gebeurtenis de tweede veroorzaakt hebben.
De error hierin ligt in het veronderstellen dat er geen andere oorzaken
waren voor de tweede gebeurtenis.
- Argumentum ad vericundiam (appeal to authority/ beroep doen op autoriteit).
o Komt voor als de schrijver een bewering maakt en deze steunt door te refereren naar
een autoriteit die het met hem eens is, en daarom zou de bewering van de schrijver
waar zijn.
Voorbeeld: de paus vindt de Simpsons leuk, en daarom moet de Simpsons
leuk zijn.
o Echter kan de mening van de autoriteit wel gebruikt worden, omdat je dan vanuit
verschillende perspectieven kan handelen.
- Argument ad hominem (argument against the man/argument tegen de mens).
Dit is de meest verspreidde drogreden, omdat het goed werkt op retorisch
niveau.
De auteur wordt een slecht imago gegeven voor zijn of haar ideeën of
associaties.
o Drie vormen van ad hominem:
1. Abusive ad hominem.