K i n d e r t a n d h e e l k u n d e 1 door Yan1999
[1] De ontwikkeling van het kind
Niveaus van ontwikkeling naar gedragsverandering:
Groeiontwikkeling
Differentiatie gedrag
Specialisatie gedrag
Ontwikkelingen:
Fysieke ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Sociale ontwikkeling
Persoonlijkheidsontwikkeling
Spiegel theorie van Pavlov of Skinner.
Associatief leren/conditioneren: andere responsen ontwikkelen naast de aangeboren
response.
(Klassiek conditionering speelt rol bij leren gedrag bij kinderen)
Theorie Watson: Little Albert.
Watson was ervan overtuigd dat gedrag/angst kan worden aangeleerd.
Kopieer gedrag
Spiegelneuronen: cellen die actief worden bij gedrag imiteren (observationeel leren)
Geen response laat kind oncomfortabel voelen.
Theorie Piaget
Piaget beweert dat baby’s aangeboren reflexen hebben en daardoor cognitieve
vaardigheden ontwikkelen. Adapteren, object permanentie en mastery-smile in 2e levensjaar.
Persoonlijkheidsontwikkeling (Freud)
Mensen bestaan uit Es (aangeboren driften), Ego (omgaan met driften), Superego (geweten
verboden)
Psychosociale ontwikkeling (Erikson): Interacties kind en sociale omgeving
Basaal vertrouwen: liefdevol en aandachtige opbrengen
Basaal wantrouwen; ernstige tekort aan aandacht of verwaarlozing, hierdoor ontstaat een
relatiepatroon, kinderen geneigd om anderen af te wijzen of om vriendjes in te wisselen voor
andere vriendjes.
Erikson; de mate van succes waarmee een ontwikkelingsstadium wordt afgesloten, is
bepalend voor het volgende stadium.
Ontwikkelingsstadia: baby 0-2 jaar
Grove motoriek
Zintuigen en cognitieve ontwikkeling
Taal ontwikkeling: paar woorden, kleine zinnen
Emotionele en sociale ontwikkeling: ouders spelen grote rol
Baby’s meenemen naar afspraak, tandjes tellen bij ouders op schoot. Doorbraak melkgebit
veroorzaakt kwijlen en koorts.
,Harlow effect: aanraking is een belangrijke factor voor gehechtheid, zonder hechting kans op
angst en gedragsproblemen.
Ontwikkelingsstadia: peuter 2-4 jaar
Zindelijkheid aanleren
Taal ontwikkeling: betere zinnen formuleren
Emotionele ontwikkeling: zelf besef, driftbuien, nee-fase
Sociale ontwikkeling: gering, erg met zichzelf bezig (lijken egocentrisch)
Onbekenden blijven spannend, fantasierijk, weinig begrip voor behandelingen. Gevoelig voor
straffen en belonen. Geef peuters een veilig gevoel maar pas op voor ‘nee’ koppigheidsfase.
Ontwikkelingsstadia: kleuter 4-6 jaar
Ontwikkelen normbesef en begrijpt oorzaak en gevolg
Ontwikkelen fijne motoriek
Sociale ontwikkeling: meer gericht op andere kinderen
Fantasierijk, nieuwsgierig.
Korte concentratie (2 minuten duurt erg lang)
Speel in op nieuwsgierigheid, maar pas op uitstelgedrag. Let op behandeltijd. Visualiseer en
concretiseert; tell-show-feel-do methode. Erg goed uitleggen aan deze groep en sluit
behandeling altijd positief af.
Ontwikkelingsstadia: kind 6-12 jaar
Cognitieve ontwikkeling: causaal denken (oorzaak, gevolg), leergierig en langere
concentratie.
Emotionele ontwikkeling: angsten, onzekerheid
Sociale ontwikkeling: meer realistisch en groepsverbondenheid.
Realiteit besef: er zijn regels waar ze zich aan moeten houden
Goede motorische vaardigheden.
Meer verantwoordelijkheid en zelfstandigheid voor deze groep, doorbraak blijvende dentitie.
Mening van andere worden belangrijk. Niet te kinderachtig doen en gebruik geen
kindertermen zoals slaapdruppeltjes (verdoving)
Adolescentie: kind naar jongvolwassenheid
Je bent een puber tot cortex is uitgegroeid (10-25 jaar)
Hoe ontstaan veranderingen?
Structurele verandering in hersenen. Synapsen in hersenen nemen af, ongebruikte
verbindingen verdwijnen. Toename hersenfunctie, snellere brein ontwikkeling.
Lichamelijke veranderingen: groeispurt, rijping geslachtsorganen
Cognitieve veranderingen: abstract/logisch denken, introspectie, selectieve aandacht
Sociale veranderingen: andere vorm egocentrisme (ze staan in centrum van alles),
gevoelig voor mening, angst voor afkeuring, losmakingsproces van ouders, eigen
identiteit verwerven.
Identiteitsontwikkeling: wie ben ik, hoe wil ik zijn, hoe zien anderen mij?
Puberbrein: cortex in ontwikkeling
Waarvoor heb je cortex nodig?
Plannen
Beslissingen maken
, Gevolgen overzien
Beoordelingsvermogen
Impulscontrole
Biologisch ander tijdsbesef, later moe en daarom later wakker. Pas niet altijd
goed in verwachtte dagritme. Primair sociale motivatie. Dit kan positief maar ook
negatief zijn. Hierdoor kunnen verslavingen en gevaarlijk gedrag ontstaan.
Taak mondhygiënist bij pubers
Niet te vroeg inplannen op hun vrije dag
Bij vaak te laat heeft straffen heeft weinig zin, beloon ze voor op tijd te
komen.
Minder toekomstgericht; leven in de nu en problemen van nu. Minder
waardehechting aan de gezondheid, maar hechten wel waarde in wat
anderen van ze vinden. Benoem daarom slechte adem of witte vlekken ipv
parodontitis in toekomst
Ongezonde voeding en drinkgedrag; drinken vaak frisdrank en eten
ongezond voedsel. Motiveer ze daarom tot gedragsverandering.
Gedragsverandering
Omgeving: wat vinden anderen normaal?
Self efficacy: gevoel van zelfcontrole, lukt het 2x p.d. te poetsen, waarom
wel/niet?
Attitude: hoe belangrijk vind je een gezonde mond?
Bereiken van gedragsverandering bij een puber er veel tijd en moeite kost.
Het is erg moeilijk om het gedrag rond die leeftijd te veranderen.
Ontwikkelingsstoornissen
Diagnostiek van ontwikkelingsstoornissen wordt gedaan door DSM. Een classificatiesysteem
voor psychische aandoeningen. Bij DSM-5 wordt alles gecombineerd tot ASS
Autisme spectrumstoornis (ASS)
ASS is een ontwikkelingsstoornis waarbij de informatieverwerking in de hersenen verstoord
is. Vaker bij jongens dan meisjes.
Kenmerken: Moeilijke sociale interacties, egocentrisch. Gebrekkige theory of mind, minder
goed inleven. Afwijkingen taalontwikkeling, niet tot beperkt spreken. Moeite met
fantasiespellen, geen fantasieën, geen doen alsof spellen.
Vroege verschijnselen; moeilijke sociale interactie, gebrekkig taalgebruik, overgevoeligheid
voor geluid, moeite met veranderen, weinig besef gevaar, heel passief of juist hyperactief.
Hoe benader je dit in de tandartspraktijk?
Zintuigelijke anamnese; kijk waar het kind gevoelig voor is
Visualiseer wat je zegt
Blijf rustig en neutraal en laat expressie zien bij complimenten.
Stap voor stap en verander niet zomaar van plan
Concreet en simpel taalgebruik, leg uit hoelang iets duurt en hou je eraan
, ADHD; neurobiologische ontwikkelingsstoornis
3 vormen van ADHD:
ADD: Overwegend, niet oplettende type, moeilijke aandacht erbij houden, snel
afgeleid en meestal dromerig. (ADD)
ADHD: Het hyperactieve type, vaak wordt ook H toegevoegd van adHd, onrustig en
impulsief. Eerst iets doen daarna pas denken.
Gemengde type: eerst heel dromerig daarna hysterisch druk.
Prevalentie; 2,9% van de 0-18 jarige. Vaker een jongen met ADHD dan meisje. In praktijk
kom je ADHD meer tegen dan ASS.
Kenmerken:
Aandachts- en concentratiestoornissen
Hyperactiviteit
Impulsiviteit
Oudere kinderen met ADHD klagen over chaos in hun hoofd.
Co-diagnose
ADHD komt vaak voor met een andere stoornis, bijv. ASS, Asperge of laag IQ
Behandeling ADHD
Gedragstherapie
Mogelijk medicatie slikken, welke en hoeveel is de dosis. Methylfenidaat of ?fyssam?
Bijwerkingen; xerostomie/overgeven (erosie)
Laag zelfvertrouwen, geef ze complimenten ipv af te straffen
2 minuten tandenpoetsen is een lange tijd en moeilijk uit te voeren bij kinderen met
ADHD, slechte fijne motoriek.
Tips behandeling kinderen met ADHD
Voorkom visuele en auditieve prikkels, beter voor kind met ADHD om dezelfde behandelaar
te zien. Korte kernachtige instructies, zonder veel woorden. Omschrijf wat er gaat gebeuren,
leg altijd uit wat je gaat doen voor of tijdens behandeling.
Negeer mild ongewenst gedrag en werk in kleine stapjes. Als een ADHD kind echt er klaar
mee is dan is hij/zij er klaar mee en kan je niet meer doorwerken. Sta motorische activiteiten
soms ff toe, als het mogelijk is. (bijv. trucje met handen laten zien)
Werk met anesthesie dan kan je beter werken in de mond zonder dat het kind pijn heeft.
Wees voorspelbaar en geef veel complimenten en sluit behandeling positief af al ging de
behandeling minder goed.
[2] Kindermishandeling