Periode 2 – Biotechnologie en Medische Biologie - Hematologie
Samenvatting
Hematologie samenvatting periode 2. 2019-2020
Verschillende ziekenhuislaboratoria:
- Klinische chemie:
o Bepalingen van biochemische stoffen die informatie geven over de
veranderingen in de stofwisseling van het lichaam, het functioneren van
organen en de aanwezigheid van orgaanschade.
- Medische microbiologie:
o Houd zich bezig met onderzoek naar micro-organismen zoals, bacteriën,
virussen, schimmels, gisten en parasieten.
- Pathologie:
o Houd zich bezig met onderzoek naar macro en microscopisch onderzoek van
cellen en weefsels.
- Apotheek:
o Houd zich bezig met het bereiden en u8itgeven van medicatie voor de
patiënten.
Functies en samenstelling van het bloed:
- Functies van het bloed:
o Transport: van verschillende belangrijke stoffen zoals; zuurstof, water
kooldioxide, koolhydraten, eiwitten (zoals antistoffen en stollingsfactoren),
vetten, mineralen, vitaminen, hormonen en afbraakproducten.
o Bescherming: Tegen lichaamsvreemde stoffen en micro-organismen.
o Warmteregulatie: Vervoert warmte vanuit de weefsels naar de huid en
longen.
o Bloedstolling: Bescherming tegen bloedverlies.
o Homeostase: Speelt een rol bij de waterhuishouding en de zuur-base-
evenwichten.
- Samenstelling van het bloed:
o Rode bloedcellen (45%)
o Witte bloedcellen (<1%)
o Bloedplaatjes (<1%)
o Bloedplasma (55%)
o Water
o Plasmaeiwitten
o Zouten, aminozuren, vetten, hormonen, urea, eiwitten etc.
Verschillen tussen arterieel, veneus en capillair bloed te benoemen: (zie figuur 1).
- Arterieel bloedvat:
o Slagaders: Zorgen voor de grote bloedstroom van het hart (bevatten dus O2).
- Veneus bloedvat:
o Aders: Zorgen voor de bloedstroom naar het hart toe (bevatten dus CO2).
- Capillair bloedvat:
o Haarvaten: Zijn de kleinste en zorgen dat het O 2 en alle voedingsstoffen overal
wordt afgeleverd en de CO2 wordt vervoerd naar de aders.
1
,Periode 2 – Biotechnologie en Medische Biologie - Hematologie
Samenvatting
Figuur 1. De overgang van slagader via de haarvaten naar de aders.
Verschillende hematologische parameters te interpreteren:
- Hematocriet:
o Hematocriet is de hoeveelheid erytrocyten er in het bloed zitten.
o Een normaal hematocriet is 45%.
o Anemie is een tekort aan erytrocyten, waardoor de hematocriet 30% is.
o Polycythemia heeft een hematocriet van 70% (te veel erytrocyten).
o Dehydratie (te weinig vocht) heeft een hematocriet van 70%.
Figuur 2. De verschillende hematologische parameters in een schematische afbeelding.
2
, Periode 2 – Biotechnologie en Medische Biologie - Hematologie
Samenvatting
Hoe worden volbloed, plasma, serum en hemolysaat verkregen en voor welke bepalingen
worden deze producten gebruikt:
- Volbloed: Buis met stollingsremmer
o Is ontstold bloed wat wordt verkregen door het bloed direct na afname te
mengen met een anticoagulans (stollingsremmer). De naam zegt het al
‘volbloed’.
o Hematologische bepalingen.
- Plasma: Gecentrifugeerd volbloed
o Een buis met stollingsremmer wordt afgedraaid. Hierdoor krijg je een gele
laag boven op een rode laag, zie figuur 3. Dit is plasma.
o Stollingsonderzoek.
- Serum: Gecentrifugeerd gestold volbloed
o Bevat geen stollingsfactoren.
o Klinische chemie.
- Hemolysaat: Stollingsremmer en hemolyserende hypotone oplossing
o Hierdoor verkrijg je kapotte erytrocyten en kan de inhoud van de erytrocyten
worden onderzocht.
o Glucose bepaling en HbA1c-bepaling.
Figuur 4. Bloed, plasma en serum.
Benoem verschillende typen bloedbuizen en voor welke bepalingen deze worden gebruikt:
Kleur Buistype Onderzoek
Citraat Bloedstolling
Serum Chemie, immunologie en
hormonen
Serum Medicijnspiegel
Heparine Chemie, vitaminen
EDTA Hematologie, Hormonen,
DNA onderzoek en HbA1c
Na-fluoride Glucose
Citraat Bezinking
3