Hoorcolleges Rechtspersonen- en Vennootschapsrecht
Hoorcollege I: contractuele vennootschappen
Opzet van het vak:
- Hoorcolleges
- Werkgroepen: online (regels), goed voorbereiden, geen uitwerkingen op canvas,
wisselen van werkgroep kan niet, maximaal 1 keer verzuim
- Schriftelijk tentamen: 40 meerkeuzevragen > maximaal 100 punten
Waar gaat het vak over?
- Samenwerking voor een bepaald doel
- Welke mogelijkheden zijn er?
- Wat zijn daarvan de kenmerken?
- Wat zijn de regels voor het tot stand brengen van een samenwerking?
- Welke regels bepalen het intern functioneren?
- Hoe kan een organisatie aan het rechtsverkeer deelnemen?
- Bescherming van derden daarbij
Personenvennootschap staat in dit hoorcollege centraal. De eenmanszaak wordt in deze
cursus niet behandeld, omdat het geen samenwerking is. Hiervoor zijn ook geen bijzondere
regels voor gemaakt.
Personenvennootschappen
- Kenmerken;
- Soorten;
- Interne vennootschapsverhoudingen: bevoegdheid tot handelen voor de
vennootschap en draagplicht;
- Externe vennootschapsverhoudingen: vertegenwoordiging, aansprakelijkheid,
verhaal;
- Ontbinding.
Algemene kenmerken
Contractuele samenwerking
- Intuiti personae > met het oog op de personen, kwaliteiten etc. Je kan de verhouding
niet zomaar overdragen.
- Oprichting: vormvrij > Dierenartsarrest: de dierenarts had eerst een eenmanszaak,
maar kreeg een samenwerking waardoor het niet meer een arbeidsovereenkomst
was maar veranderde in een maatschap. De vennootschap kan zich ontwikkelen,
zonder dat partijen er zich van bewust zijn. Dit komt in de praktijk met enige
regelmaat voor.
- Het is een benoemde overeenkomst, als het bepaalde kenmerken heeft dan is het
een personenvennootschap ongeacht of partijen dat wel of niet hebben beoogd.
- Je kan er een ander etiket op plakken, maar juridisch gezien ben je gewoon een
personenvennootschap
,Geen rechtspersoon
- Vennoten zijn persoonlijk drager van rechten en verplichtingen
- Vennoten dragen persoonlijk de verliezen
- Het vermogen behoort toe aan de vennoten persoonlijk
- Maar het vermogen is wel afgescheiden
Waarschijnlijk gaat dit veranderen, omdat de personenvennootschap toch wel
eigenschappen heeft die lijken op de rechtspersoon. Dit is om allerlei redenen onhandig.
Maar op dit moment heeft de personenvennootschap geen rechtspersoonlijkheid. De
gezamenlijke vennoten zijn gerechtigd tot alle goederen, maar ook persoonlijk gebonden
aan de verplichtingen. Het vermogen behoort toe aan de vennoten persoonlijk, maar de HR
heeft gezegd: dat vermogen is wel afgescheiden van het overige vermogen (persoonlijk,
maar toch afgescheiden). Dit is een belangrijke eigenschap van de
personenvennootschappen.
Dit betekent dat schuldeisers met privéschuld, die schuld wel kan verhalen op het
persoonlijk vermogen, maar niet op het afgescheiden vermogen van de vennoten. Dit lijkt
dus best op rechtspersoonlijkheid.
Wettelijke kenmerken
1. Contractuele samenwerking:
- Min of meer duurzaam
- Op voet van gelijkheid: dit wil niet zeggen dat het nodig is dat de vennoten allemaal
dezelfde rechten en verplichtingen hebben. Je kan best opnemen dat de ene wel
bevoegd is tot vertegenwoordiging. Je kan ook opnemen dat de een meer winst krijgt
uitgekeerd dan de ander.
Maar (!), er mag geen gezagsverhouding bestaan tussen de vennoten. Het mag niet
zo zijn dat de ene mag handelen op instructies van de andere, want dan is er sprake
van een arbeidsovereenkomst. Als er sprake is van een arbeidsovereenkomst, dan
moet de werkgever loonbelasting inhouden en afdragen over het brutoloon. In de
praktijk is de personenvennootschap wel eens gebruikt om onder de loonbelasting
uit te komen, want dat is natuurlijk goedkoper voor de quasi-werkgever. Wat in je
contract staat is niet doorslaggevend, maar er wordt ook gekeken naar de manier van
uitvoering.
2. Met inbreng door de vennoten
Er moet een prestatie zijn afgesproken die bijdraagt aan de samenwerking en het
succes. Een louter nietsdoen kwalificeert niet als inbreng.
3. Gericht op het behalen van materiaal voordeel
Dit wil zeggen: winst of besparing van kosten. Het gaat meestal om het behalen van
winst. Het moet gezamenlijk zijn, dat uiteindelijk ten goede moet komen onder de
deelnemers.
4. Ter verdeling onder de deelnemers
Als hier geen recht op is, dan is er geen personenvennootschap.
,Inbreng (art. 7A: 1662 BW)
Dit is een heel oud artikel, komt nog uit de 19e eeuw. De jurisprudentie is dus van groot
belang.
Arbeid/Goodwill
Inbreng van goederen:
- 1. Goed wordt aan vennoten overgedragen > er moet een levering plaatsvinden, het
gevolg is dat het gemeenschappelijke gerechtigheid wordt.
- 2. Waardeverandering/risico is voor vennootschap
Inbreng van economische eigendom
- 1. Genot van goed wordt ingebracht (inbrenger blijft rechthebbende)
- 2. Waardeverandering/risico is voor vennootschap
Inbreng van zuiver genot van goederen
- 1. Genot van goed wordt ingebracht
- 2. Goed blijft voor rekening/risico van inbrenger
Stel:
- Waarde goed bij inbreng = 1000
- Waarde bij ontbinding = 1500
Inbreng economische eigendom:
- 500 winst, te delen door de vennoten (verlies zou door alle vennoten moeten
worden gedragen)
Inbreng zuiver genot
- 500 waarde stijging is voor inbrengende vennoot (verlies zou ook voor zijn rekening
zijn)
Vennootschapsvermogen
Vermogen in economische zin:
Alles wat de vennoten hebben ingebracht.
Vermogen in juridische zin:
Goederenrechtelijke gemeenschap: omvat slechts die vermogensbestanddelen die aan de
vennoten gemeenschappelijk toebehoren.
Een vennoot kan
1. Niet over zijn aandeel in de goederenrechtelijke gemeenschap beschikken, en
2. Niet over zijn aandeel in een afzonderlijk goed, althans niet zonder de instemming
van alle vennoten.
, Soorten
De maatschap
Grondvorm van alle personenvennootschappen (art. 7A:1655 BW)
- Contractuele samenwerking
- Inbreng
- Vennoten
- Verdeling
1. Stille maatschap
Deze handelt niet onder gemeenschappelijke naam. De vennoten werken wel samen,
maar dit is voor derden niet onmiddellijk duidelijk. Ongeacht uitoefening van een
beroep/bedrijf.
2. Openbare maatschap
Er moet sprake zijn van een uitoefening van een beroep. Onder een
gemeenschappelijke naam. De vrije beroepsgroepen: advocaten, fysiotherapeuten.
Dit valt onder een tuchtrechtelijk systeem. En kenmerkend is dat zij een eigen
verantwoordelijkheid dragen voor de diensten die zij verlenen. De eigen
verantwoordelijkheid van de dienstverlening. Als regel zit er ook een element van het
dienen van een algemeen belang.
Vennootschap onder firma
Art. 16 WvK
Kenmerken:
- Maatschap +
- Bedrijf +
- Gemeenschappelijke naam
Regeling van de maatschap (m.u.v. externe verbondenheid) + titel 3 WvK (art. 15 e.v.)
Commanditaire vennootschap
- Art. 19 WvK
Kenmerken:
- VOF +
- Naast beherende vennoten een of meer commanditaire vennoten > dit zijn stille
vennoten