Samenvatting kt1 lp1
Week 1:
Positieve gezondheid (machteld huber)= In dit concept wordt gezondheid niet meer
gezien als de af- of aanwezigheid van ziekte, maar als het vermogen van mensen
om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel
mogelijk eigen regie te voeren.
6 dimensies positieve gezondheid:
Lichaamsfuncties:
medische feiten, medische waarnemingen, fysiek
functioneren, klachten en pijn, energie
Mentale functies en -beleving:
cognitief functioneren, emotionele toestand,
eigenwaarde/zelfrespect, gevoel controle te hebben,
zelfmanagement en eigen regie, veerkracht
Spiritueel/existentiële dimensie:
zingeving/meaningfulness, doelen/idealen nastreven,
toekomstperspectief, acceptatie
Kwaliteit van leven:
kwaliteit van leven/welbevinden, geluk beleven, genieten, ervaren gezondheid,
lekker in je vel zitten, levenslust, balans
Sociaal maatschappelijke participatie:
sociale en communicatieve vaardigheden, betekenisvolle relaties, sociale
contacten, geaccepteerd worden, maatschappelijke betrokkenheid,
betekenisvol werk
Dagelijks functioneren:
basis Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL), instrumentele ADL,
werkvermogen, health literacy.
Health concept lalonde= een model om invloeden op gezondheid een plaats te
geven. Dus gezondheid wordt hier beïnvloed door verschillende factoren.
,VTV-model= geeft inzicht in de belangrijkste toekomstige maatschappelijke opgaven
op het gebied van ziekte en gezondheid, gezondheidsdeterminanten, preventie en
gezondheidszorg in Nederland.
Infectieziekte= ziekten veroorzaakt door een micro-organisme dat zich in de weefsels
of op het oppervlak van slijmvliezen van de gastheer vermenigvuldigd
Infectieketen= keten waarlangs een infectie zich kan verspreiden:
- Verwekker
- Besmettingsbron
- De besmettingsweg (hoesten)
- De binnenkomstplaats (neusslijmvlies)
- De gastheer
Kruisinfectie= als iemand wordt besmet met een micro-organisme via andere
zorgvragers, medewerkers, stof of apparatuur en er een infectie optreedt.
Algemene voorzorgsmaatregelen:
- Handhygiëne; een van de belangrijkste preventiemaatregels om overdracht
van micro-organismen te voorkomen, bestaat uit handen wassen of handen
desinfecteren met alcohol
- Persoonlijke hygiëne bij medewerkers; voorkomen van prik, snij en
bijtongelukken, melding infectieuze aandoeningen bij medewerkers
- Persoonlijke beschermingsmiddelen; niet steriele handschoenen,
mondneusmasker/isolatiemasker, disposable short, oog/gezichtsbescherming
5 momenten van handhygiëne:
1. Voor contact met de patiënt
2. Voor de aseptische handeling (wondzorg, medicatie klaarmaken, inbrengen
infuus)
3. Na handelingen met en/of blootstelling aan lichaamsvloeistoffen
4. Na contact met de patiënt
5. Na contact met de omgeving van de patiënt
3 canmeds-rollen:
- Zorgverlener; de verpleegkundige gericht op het versterken van het
zelfmanagement van mensen in hun sociale context, waar mogelijk.
- Communicator; de verpleegkundige die een goed gesprek aangaat met de
patiënt
- Gezondheidsbevorderaar; de verpleegkundige die met planmatige activiteiten
aanduidt tot doel om de gezondheid te bevorderen
, ADL= activiteiten van het dagelijks leven, hieronder vallen: baden, aankleden, eten,
naar het toilet gaan, het maken van transfers en opstaan uit een stoel.
IADL= instrumentele activiteiten van het dagelijks leven, dit zijn complexere
activiteiten waarvoor planning en inzicht nodig zijn, hieronder vallen: reizen,
huishouden, medicatie gebruiken en financiën regelen.
Behoeftegestuurde zorg= vraaggerichte en vraaggestuurde zorg, shared decision
making, belevingsgerichte zorg, familiezorg, presentietheorie.
Aandachtspunten wassen:
Zorg voor een warme omgeving tijdens het wassen, voorkom dat de cliënt afkoelt.
Gebruik water op de temperatuur die de cliënt wenst. Controleer de temperatuur altijd met je hand
zodra en zolang de kraan loopt.
Als je de cliënt bij de wastafel wast, gebruik dan stromend water uit de kraan.
Zeepresten en het gebruik van te veel zeep drogen de huid uit, die daardoor makkelijk beschadigt. Spoel de huid
goed schoon na het wassen met zeep.
Controleer tijdens het wassen de huid van de cliënt op beschadiging en irritaties.
Als de cliënt een droge huid heeft: gebruik een ongeparfumeerde huidcrème of een zalf zonder toevoegingen.
Breng dit kloppend op, niet wrijven. De huidcrème of zalf moet snel in de huid trekken.
Laat de cliënt zoveel mogelijk zelf wassen en afdrogen en vraag de cliënt mee te helpen met het verplaatsen in
bed en optillen van ledematen.
Zorg voor een goede werkhoogte van het bed, douchebrancard of bad.
Let op de juiste houding tijdens staan en bewegen bij bed, stoel of douchestoel.
Aandachtspunten verzorgend wassen:
Er zijn washandjes en wasdoekjes, meestal verpakt in pakjes van 5 à 8 stuks. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
op de verpakking.
Gebruik de washandjes of -doekjes op de temperatuur die de cliënt wenst. Controleer de temperatuur altijd zelf.
Gebruik per lichaamsdeel een (kant van een) schoon washandje/-wasdoekje.
De doekjes bevatten verzorgende lotion waardoor de huidconditie vaak beter wordt. Het gebruik van olie, lotion of
medicinale zalven is dan ook meestal niet nodig..
Decubitus= beschadiging van de huid. In het bijzonder over botuitsteeksels,
samenhangend met langdurig zitten of liggen.
Preventie decubitus:
- Wisselhouding in bed; probeer niet langer dan 4 uur in 1 houding te liggen
- Voorkomen van schuiven in bed
- Wisselhouding in stoel
- Voldoende voeding
- Goede huidverzorging
Smetten= een aandoening van de huid. Het komt vooral voor in huidplooien, zoals
liezen, bilnaad, buikplooi en onder de borsten. Smetten ontstaat door een combinatie
van oorzaken zoals warmte, vocht en wrijving.