RANDOMISATIE
Randomisatie; Op willekeurige (door toeval bepaalde) wijze indelen van onderzoeksdeelnemers in
een experimentele groep en een controlegroep.
• Uitgangspunt is dat iedere onderzoeksdeelnemers evenveel kans heeft in een bepaalde
onderzoeksgroep terecht te komen
• inadequate randomisatie levert risico op selectie-bias
Randomisatie is belangrijk omdat:
• Goede randomisatie zorgt ervoor dat de interventie- en de controlegroep met elkaar
vergelijkbaar zijn; vergelijkbare groepen
• zodat het aannemelijk is dat de interventie het enige verschil tussen beide groepen is,
• waardoor de verschillen in outcomes na afloop van de RCT ook alleen aan de interventie toe
te schrijven zijn.
Randomisatie manieren: Via de computer / via ondoorzichtige (opaque) enveloppen
Geen randomisatie manieren: Op alfabet / Volgorde van binnenkomst / Op geboortedatum (niet
beschouwd als door toeval bepaald)
ALLOCATION CONCEALMENT
Allocation concealment:
• Het verborgen houden van de toewijzing
• Uitgangspunt is dat iedere persoon evenveel kans heeft in een bepaald onderzoeksgroep
terecht te komen en dat de toewijzing onvoorspelbaar en niet beïnvloedbaar is.
• Om selection bias te voorkomen; Elke vorm van bedoelde of onbedoelde manipulatie van de
patiënt naar een bepaalde behandelgroep moet uitgesloten worden.
• Allocation: toewijzen van de onderzoeksdeelnemers aan een van de onderzoeksgroepen (dit
moet dus willekeurig en onvoorspelbaar zijn)
• Concealment: de allocation moet ’verborgen’ blijven voor de persoon die de toewijzing
uitvoert, zodat deze persoon geen invloed op de indeling kan uitoefenen. Ookwel
geblindeerde toewijzing van de interventie.
BLINDERING
De interventie verbogen houden voor onderzoeksdeelnemers, de zorgverlener en de outcome-
assessor.
Blindering (masking): Maatregel om ervoor te zorgen dat personen die bij het onderzoek betrokken
zijn, niet weten welke onderzoeksdeelnemers in de controlegroep ingedeeld zijn en welke
onderzoeksdeelnemers in de interventiegroep ingedeeld zijn. Daarmee wordt voorkomen dat het
onderzoek en de onderzoeksresultaten beïnvloedt, doordat de betrokkenen zich anders gaan
gedragen omdat ze weten met welke groep ze te maken hebben.
, Wie kunnen geblindeerd worden?
1. onderzoeksdeelnemers
2. behandelaar / zorgverleners / personeel
3. outcome-assessor (beoordelaar van de effecten)
Single-blind als slechts een van de drie hierboven beschreven groepen wordt geblindeerd. Bij twee
geblindeerde betrokken spreken we van double-blind. Als alle drie betrokken groepen worden
geblindeerd spreken we van triple-blind.
BIAS
Ascertainment bias kan optreden door een gebrek aan blindering bij de onderzoeksdeelnemers,
behandelaar, outcome-assesor (persoon die de metingen verricht) of de persoon die de resultaten
analyseert. Twee vormen van ascertainment bias zijn performance bias en detectie bias. Bij
performance bias zijn de resultaten of de conclusies van een RCT vertekend doordat een of meer
onderzoeksdeelnemers of de behandelaar/zorgverleners/personeel niet zijn geblindeerd en anders
handelen.
Detectie bias kan optreden als de outcome-assessor niet geblindeerd is en daardoor op
verschillende manieren resultaten meet.
Vraag 1abc: als de kwaliteit van randomisatie niet goed is dan is er sprake van selection bias, dus
geen goede randomisatie en allocation concealment.
2a en 2b: risico op performance bias als er geen geode blindering is van de onderzoeksdeelnemers
en zorgprofessionals.
2c: risico op detection bias indien er geen geode blinderig is van de outcome assessors.
EBP
Doel EBP:
- Zorgen dat wetenschappelijke onderzoeken in de praktijk terecht komen.
- De beste zorg leveren voor de individuele patiënt en dit op de zelfde manier uitvoeren als je
collega (verminderen praktijkvariatie).
- Evidence-based practice is ‘Het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het
huidige beste bewijsmateriaal om beslissingen te nemen voor individuele patiënten. De
voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt spelen bij de besluitvorming een
centrale rol’
Zoek eerst naar geaggregeerd bewijs, daarna naar
ongeaggregeerd bewijs (oorspronkelijke studies). Houd
de volgorde van de piramide van evidence aan, je
begint altijd bovenin met zoeken.