Inleiding van het college:
- ‘Strafrecht 3’: wat is dat voor vak?
- Aard en doel strafvordering
- Inleiding EVRM
Strafrecht 3: wat is dat voor vak?
- Strafrecht 1: inleiding materieel Sr + inleiding formeel Sr
- Strafrecht 2: verdieping materieel Sr
- Strafrecht 3: verdieping formeel Sr
Tentamen:
- Tentamen op 29 maart
- Tentamen fysiek: 8 vragen
- Tentamen online: 5 vragen
o De vraagzwaarte is nagenoeg gelijk met een fysiek tentamen
- Selectie van leerstukken
o Niet alle onderwerpen vertegenwoordigd in één kans
Vind (en leer) z.s.m. structuur
- Belangrijk: de onderwerpen zijn verdeeld over HC/WG/zelfstudie
Welke arresten zijn nodig voor het tentamen?
- Tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven:
o Sheets
o Gezegd
o Geïmpliceerd
ð Als een antwoord op het tentamen specifiek uit een arrest blijkt, moet je dit vermelden in je antwoord
op het tentamen!
Aard en doel van de strafvordering
Doelen strafvordering
- Hoofddoel: verzekeren juiste toepassing materieel Sr, oftewel: het verwezenlijken van het materiële
strafrecht.
o Vb. diefstal, moord
• ‘Hij die diefstal pleegt, wordt gestraft met …’ Dit is volledig losgezongen van de
werkelijkheid als hieraan geen toepassing wordt gegeven. Hoe doen we dit? Hier-
voor hebben we het formele strafrecht nodig.
1
, - Tweeledig: bestraffing schuldige, voorkomen bestraffen onschuldige
o ‘Hij die’ gaat uit van de schuldige. Deze schuldige moet gevonden worden en hierover
moeten we zekerheid hebben. Dit brengt een zeker risico met zich mee. Het zoeken naar de
dader kan ook tot gevolg hebben dat men denkt de juiste persoon te pakken te hebben, maar
dit (achteraf) niet zo blijkt te zijn. Er bestaat dus altijd een kans op het bestraffen van een
onschuldige. Het hoofddoel is dus als een tweeledig doel te beschouwen: bestraffen van de
schuldige en voorkomen bestraffen onschuldige.
o Laatste doelstelling weegt zwaar: vgl. art. 338 Sv
• ‘Liever tien schuldigen vrijgesproken dan één onschuldige veroordeeld.’
• Over deze stelling wordt tot op de dag van vandaag discussie gevoerd. Wat
is het beste evenwicht binnen de strafvordering om ervoor te zorgen dat er
een verantwoord gevolg wordt gegeven aan het verzekeren van de juiste
toepassing van het materieel strafrecht?
• Art. 338 Sv geeft aan dat het feit kan worden bewezenverklaard als de rechter uit
wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging is gekomen dat de verdachte het feit
heeft begaan.
• Hoe krijgen we die overtuiging? Hoe vinden we voldoende zekerheid? Dit
is in het strafrecht soms bijzonder lastig.
• Het wordt helemaal moeilijk als er ook nog materieelrechtelijke onzeker-
heden onderliggen, bijvoorbeeld of iemand opzettelijk heeft gehandeld.
• Welke twijfel is aanvaardbaar?
• Hoeveel bewijs moeten we hebben? Hoeveel zekerheid moeten we hebben
voor een veroordeling?
• Waarborgen bij zware en lichte delicten verschillen
• We tuigen niet alles op als het gaat om zeer geringe feiten. Hier zal niet
ongelofelijk veel onderzoek ter zitting worden uitgevoerd. Dit geldt bij-
voorbeeld voor kentekenaansprakelijkheid met betrekking tot het schuld-
beginsel. Er gelden natuurlijk wel een paar uitzonderingen. Voor lichtere
delicten wordt nog wel wat water bij de wijn gedaan. Dit vinden we over
het algemeen allemaal wel acceptabel. Daarnaast is het efficiënt.
Nevendoelen
ð Bij de nevendoelen zien we het spanningsveld van de strafvordering: het is heel vaak kiezen tussen
verschillende kwaden. Zie bijvoorbeeld punt 2 met betrekking tot de rechten van het slachtoffer. Stel
dat het gaat om een ernstig zedenfeit. Het slachtoffer is zeer getraumatiseerd. We moeten dan een
afweging maken binnen de inrichting van de strafvordering om iemand toch weer te onderwerpen
aan een stevige ondervraging ten behoeve van de verdachte en de verdediging of om iemand af te
schermen en te zeggen dat het slachtoffer niet meer mag worden ondervraagd. De rol van het
slachtoffer is van steeds grotere betekenis. Dit moet ook tot uiting komen: soms heel actief bijvoor-
beeld door middel van het spreekrecht of in passieve zin.
1. Eerbiediging rechten en vrijheden verdachte
a. Bijv. zwijgrecht, cautie (art. 29 Sv)
i. Het zwijgrecht is ongelofelijk belangrijk. Aan het zwijgrecht is de cautieplicht ver-
boden. De verdachte moet op zijn zwijgrecht worden gewezen.
b. Bijv. limitering voorarrest
2. Eerbiediging rechten en vrijheden anderen
a. Bijv. beperking getuigplicht
i. Denk bijvoorbeeld aan het recht om te verschonen. Verdachte is familielid en dat
kan een verschoningsrecht met zich meebrengen.
b. Bijv. slachtoffer als benadeelde partij
3. Procedurele rechtvaardigheid
a. Bijv. recht op laatste woord
b. Bijv. spreekrecht slachtoffer
4. Demonstratiefunctie
a. ‘Justice must not only be done, it must also be seen to be done.’ Het gaat er niet alleen om
dat het recht zegeviert, maar dat ook wordt gezien dat het transparant is. Het gaat er ook om
dat niet de schijn van een verkeerde procedure wordt gewekt.
2
,Vaststelling schuld
- Bestraffing schuldige => ‘is deze persoon schuldig?’
• We gaan nu terug naar het hoofddoel: het bestraffen van de schuldige en het
voorkomen van bestraffing van een onschuldige.
o Bij ons staat de materiële waarheid centraal
o Omvang onderzoek eventueel afhankelijk van procesopstelling
• Als de verdachte bekend, kunnen we met een tand lager volstaan.
o Illustraties oriëntatie op materiele waarheid:
• Actieve rol van de rechter
• Magistratelijke rol OM
• Het OM behoort tot de rechterlijke macht.
• Regeling rechtsmiddelen
… actieve rol van de rechter
- Bijvoorbeeld bij verhoren:
o Artt. 286/1; 286/4; 292/1; 292/2; 315/1
• Het is niet zo dat partijen over en weer getuigen naar voren schuiven en dat van
beide kanten het vuur aan de schenen wordt gelegd en dat de rechter vrij passief
achterover leunt en alleen de uiterste kaders van het proces bewaakt. Het is juist de
rechter die de verhoren regisseert en in feite ook bewaard. Dit zien we in de boven-
staande bepalingen. De rechters hebben het voortouw. Het woord kan gegeven
worden aan de officier of verdediging, maar het primaat ligt bij de rechter.
- Actieve rechter past in inquisitoir strafproces
o VK en VS: (veel meer) ‘accusatoir’
o Overigens: materiële waarheid daar natuurlijk niet irrelevant
• In elk land bestaat er wel een bepaalde mengvorm.
- ‘Wij’ wel meer contradictoir geworden door EHRM
o Wat wordt hiermee bedoeld? De opstelling van procespartijen is van steeds grotere bete-
kenis geworden. Van de verdediging mag bijvoorbeeld meer worden verwacht als de verde-
diging het van belang vindt voor de waarheidsvinding. Met andere woorden: als iets in
feitelijke aanleg door de rechter is bepaald, kan vaak niet bij de Hoge Raad worden geklaagd
over bepaalde kwesties waarover met geen woord is gerept door de verdediging bij de
feitelijke instanties. Dan heeft de verdediging de kans wel gehad, ook al zou de verdediging
wellicht een punt hebben. Het had eerder moeten worden aangekaart. Dit is een algemene
notie van een contradictoire laag in ons proces.
… magistratelijke rol OM
- OM komt uit een inquisitoir stelsel
o Oorspronkelijk verlengstuk rechters
o Nu anders: leider opsporing;
• Belast met OM-afdoening; dominus litis
• Het OM heeft nu echt een eigen rol gekregen, maar niet binnen onze straf-
vordering als een crime fighter met een tunnelvisie. In zekere zin een
‘halve rechter’. Het OM loopt niet op alles op de zaken vooruit, maar moet
continu alle belangen in ogenschouw nemen.
- Taakopvatting nog altijd magistratelijk
o OM beslissen o.g.v. materiele waarheid nastreven => oog voor gerechtvaardigde belangen
verdachte
o Bijv. regeling kennisneming processtukken (art. 30 e.v. Sv)
… rechtsmiddelen
- Hoger beroep
o Nieuwe behandeling; van groot belang in verband met materiele waarheid
• Bij hoger beroep krijgen we een volledige nieuwe behandeling, dus door de vragen
van 348 en 350 Sv (formele en materiële vragen) moet de beroepsrechter helemaal
doorheen. Er is wel iets water bij de wijn gedaan voor de efficiëntie: het voort-
bouwend appel. Dit houdt in dat we in hoger beroep niet over moeten doen waar
3
, iedereen het over eens is dat de beslissing van de rechtbank juist was. Toch kan het
zo zijn dat de verdachte denkt/van mening is dat de bewezenverklaring klopt, maar
dat de beroepsrechter het hier niet mee eens is en de verdachte toch vrijspreekt. Die
autonomie en de verantwoordelijkheid heeft de beroepsrechter ook. Ook bij een
voortbouwend appel moeten de vragen van art. 348 en 350 Sv bij langs worden
gegaan, maar de zitting zelf hoeft dan niet zoveel tijd in beslag te nemen. Dit staat
als het ware een beetje haaks op de materiele waarheid. De materiele waarheid staat
centraal, want ook de beroepsrechter moet zich opnieuw buigen over alle relevante
vragen maar in de praktijk moeten we letten op het kostenplaatje. Daarnaast heeft
het ook helemaal geen zin om een herhaling van zetten te doen die niet nodig zijn.
- Cassatie
o In beginsel 79 RO, maar nu ook belang centraal (80a RO) en daarmee materiele waarheid
• Art. 80a RO is met de bezem vegen bij de voordeur: hetgeen wat echt geen kans
van slagen heeft wordt hiermee buiten de deur van de Hoge Raad gehouden. Maar
omdat we kunnen zeggen dat in deze bepaling het belang van de verdachte centraal
staat, kunnen we zeggen dat hierin ook een component van de materiele waarheid
in zit.
- Herziening ten voordele
o Art. 457 Sv
• Het herzieningsinstrument heeft vanzelfsprekend ook te maken met de materiele
waarheid. Als de zaak ten einde is gekomen en in kracht van gewijsde is gegaan,
maar er toch een hele grote fout is gemaakt vinden we dat die zaak toch open-
gebroken moet kunnen worden om recht te doen aan de materiele waarheid. Dit
vinden we al heel lang logisch in het kader van beslissingen ten voordele van de
veroordeelde.
- Herziening ten nadele
o Art. 482a Sv
• Vrij recentelijk zijn we de herziening ten nadele van de vrijgesprokene ook logisch
gaan vinden. De herziening ten nadele kan ervoor zorgen dat iemand die onher-
roepelijk is vrijgesproken toch weer bij de kraag wordt gevat en in het strafproces
wordt getrokken als daar echt grove dingen zijn misgegaan.
Herziening (ten voordele): ‘Dronken broer’ (NJ 1996/23)
- Doorrijden na ongeval en alcomobilisme
o Wat was er in deze zaak aan de hand? Het gaat erom in deze zaak dat iemand was
veroordeeld, maar achter bleek dat het niet was gegaan zoals het leek te zijn gegaan. Degene
die was doorgereden na een ongeval en was beschuldigd en veroordeeld ter zake van rijden
onder invloed bleek toch niet de bestuurder te zijn op dat moment. De bestuurder was
namelijk de broer van diegene. Die broer van diegene had geen rijbewijs en was juist gaan
rijden, omdat zijn broer (degene die onterecht veroordeeld werd) gedronken had. Toen het
eenmaal tot de aanrijding kwam, zei de dronken broer: ‘Laat mij maar achter het stuur
plaatsnemen, want jij hebt nog geen rijbewijs.’ Degene die was veroordeeld was dus niet
degene die achter het stuur had gezeten. Dit werd pas na de uitspraak bekend. Uiteindelijk
leidde dat tot herziening ten voordele. Tegen degene die was veroordeeld werd de executie
van de straf ongedaan gemaakt. Het gevolg is wel dat degene die echt achter het stuur zat,
in deze zaak in ieder geval, niet meer ter verantwoording kon worden geroepen. Hij
verklaarde het niet, maar als hij ook zou hebben gedronken was controle hierop na zo’n
lange tijd niet meer mogelijk. Daarnaast was er inmiddels zoveel tijd verstreken dat rijden
zonder rijbewijs op die datum al was verjaard.
o Materiele waarheid vinden werkt zelfs zo door dat wij onschuldige uit de zich vol-trekkende
straf willen trekken, want dat kan toch niet de bedoeling zijn. Tegelijkertijd als daar iemand
moedwillig instapt, heeft dat ook wel iets onbevredigends. Hier zijn bijvoorbeeld wel
stemmen opgegaan in de literatuur om de herziening ten voordele toch te relativeren daar
waar het gaat om misbruik van procesrecht zoals in deze zaak.
- AG van Dorst: uit verklaringen van aanvrager, diens broer Michel en O. Ph. blijkt dat deze
misdrijven niet zijn begaan door aanvrager maar door diens broer. Voorts blijkt daaruit dat de drie
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper amberdh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.