Sierd J. Schaafsma - IPR en EPR: Over wisselwerking, eenheid en verscheidenheid
De wereld wordt steeds internationaler maar we leven nog steeds in een wereld van soevereine staten
met ieder zijn eigen (privaat)recht. Internationale rechtsverhoudingen roepen door hun internationale
karakter een aantal vragen op en daarmee betreden we het werkterrein van IPR. Als in verschillende
landen hetzelfde privaatrecht geldt dan doet het conflictenrechtelijke keuzeprobleem niet voor. Dan is
EPR van toepassing. Er wordt geijverd voor eenmaking op internationaal vlak.
Onder ‘eenvormig privaatrecht’ kan worden begrepen het geheel van privaatrechtelijke rechtsstelsels
die in tenminste twee staten gelijkluidend gelden en naar aard en doel ook bedoeld zijn om zo te
gelden. Vaak gaat het om een verdrag, verordening of richtlijn. Tot EPR kunnen ook eenvormige IPR-
regels worden gerekend, dan gaat het om unificatie van IPR-regels. Momenteel wordt de unificatie van
IPR op vele rechtsgebieden krachtig ter hand genomen door de EU en we mogen er van uitgaan dat het
IPR binnen afzienbare tijd binnen Europa voor een groot deel is geünificeerd.
IPR oplossing voor conflictenrechtelijk keuzeprobleem een bepaald nationaal rechtsstelsel
selecteren.
EPR oplossing voor conflictenrechtelijk keuzeprobleem de rechtsstelsels gelijk maken.
Een van de vragen bij internationale rechtsverhoudingen is welk recht van toepassing is op zo’n
internationale rechtsverhouding. Het IPR geeft antwoord door een bepaald nationaal rechtsstelsel als
toepasselijk aan te wijzen. Maar men kan ook trachten door verdragen of regelgeving binnen de EU
het privaatrecht van verschillende landen te unificeren (EPR). Op de internationale rechtsverhouding
is dan niet een bepaald nationaal recht van toepassing, maar dat supranationale eenvormige
privaatrecht.
Het IPR is gebouwd in en voor een wereld met soevereine staten op de bereidheid om vreemd recht
toe te passen. IPR bestaat bij de gratie van rechtsverscheidenheid. Rechtsverscheidenheid betekent dat,
al naar geland het toepasselijke recht, de materiële uitkomst kan verschillen. De IPR-oplossing
respecteert die verscheidenheid en probeert daarin zo doelmatig, voorspelbaar en rechtvaardig
mogelijk een rechtsstelsel te selecteren. De voornaamste keerzijde is dat het toepassen van vreemd
recht voor de rechtstoepassers moeilijk kan zijn.
EPR is als oplossing van het conflictenrechtelijke keuzeprobleem, in zijn streven naar rechtsgelijkheid,
ambitieuzer dan het IPR, maar kent ook een aantal problemen: uiteenlopende uitleg, verstarring, een
procesrecht-deficit en haalbaarheid. Het EPR is dus onvolledig en kan niet zonder het IPR.
EPR kan een nuttige rol spelen om de toepassing van een IPR-regel te vergemakkelijken. EPR is
begrensd in zijn materiële toepassingsgebied en daarbuiten zal het IPR een oplossing moeten
genereren. EPR kent niet alleen beperkingen van zijn materiële toepassingsgebied, maar ook van zijn
formele toepassingsgebied. Het EPR is dus niet volledig omdat het beperkt is in materieel en formeel
opzicht en omdat het lacunes bevat, en dat IPR nodig is om buiten die grenzen een oplossing te
genereren. Ook binnen de grenzen van het EPR komt IPR in beeld. Voor de EPR oplossing is en blijft
IPR ondersteuning noodzakelijk. Een goede IPR oplossing kan niet zonder goede aansluiting met het
IPR.
, IPR zijn niet tegengesteld, maar nevengeschikt. Beide zijn instrumenten ter regeling van het
internationale rechtsverkeer, en zij vullen elkaar daarbij aan. Geen van beide is volkomen: IPR heeft
als voornaamste keerzijde de moeilijkheden van het toepassen van vreemd recht, EPR heeft
haalbaarheid en onvolledigheid als voornaamste problemen en kan daarmee niet zonder het IPR.
Op de vraag welke oplossing beter is valt geen algemeen antwoord te geven. Per deelterrein van het
privaatrecht moet worden bezien of het IPR-instrument wordt ingezet, al dan niet ondersteund door
EPR, of EPR-instrument, met daarbij aansluitend IPR. Dat is uiteindelijk een rechtspolitieke keuze,
waarbij men zich rekenschap moet geven van de zojuist geschetste beperkingen die nu eenmaal
inherent zijn aan elk van beide instrumenten en die – zeker wanneer met voor EPR kiest – vragen voor
een zorgvuldige afstemming.
Week 2
M. Zilinsky – De herschikte EEX-Verordening: een overzicht en de gevolgen voor de Nederlandse
rechtspraktijk
De meest in het oog springende wijziging die door de Her schikking wordt ingevoerd, is de
afschaffing van het exequatur bij grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen
in de Europese Unie. In de Nederlandse politiek is destijds op het Voorstel bezorgd gereageerd. Zo
zou de afschaffing van het exequatur leiden tot de mogelijkheid van importeren van corrupte
beslissingen. Dat dit al onder de EEX-Vo mogelijk is, leek men hierbij niet te beseffen. De
Herschikking vereenvoudigt verder het tenuitvoerleggingsproces. Er wordt meer verantwoordelijkheid
bij de verweerder gelegd die op tijd moet reageren. Stil zitten wordt niet beloond. De afschaffing van
het exequatur komt ten goede aan het Nederlandse bedrijfsleven dat zich hierdoor extra kosten kan
besparen die gemoeid zijn met de exequaturprocedures. Ter voorkoming van mogelijke misstappen
bevat de Herschikking nog steeds een aantal processuele waarborgen die onder andere bestaan in het
behoud van de weigeringsgronden (in het bijzonder de openbare orde-toets) en van het certificaat uit
de lidstaat van herkomst van de ten uitvoer te leggen beslissing. Een belangrijke verbetering ten
opzichte van de EEX-Vo zie ik in de verruiming van de regeling van de forumkeuze alsmede in de
bijzondere litispendentieregel met betrekking tot forumkeuzes. Niet meer wordt vereist dat een der
partijen bij de forumkeuze in een lidstaat is gevestigd. Ook een forumkeuze voor de rechter van een
lidstaat gesloten tussen partijen die buiten de EU zijn gevestigd valt onder art. 25 Brussel I bis. Een
grote revolutie op het gebied van burgerlijke en handelszaken kan men naar mijn mening der halve
niet spreken, wel van noodzakelijke aanpassingen die de Interne Markt met zich brengt.
L.M. van Bochove – De herschikte EEX-Vo en derde landen: het formele toepassingsgebied van de
Verordening nader bezien
Op grond van de hoofdregel zal het aangezochte gerecht van een lidstaat de bevoegdheidsregels van
de herschikte EEX-Vo formeel van toepassing verklaren wanneer de verweerder, ongeacht diens
nationaliteit, woonplaats heeft in een lidstaat. De bevoegdheidsregels zijn ook van toepassing wanneer
de verweerder gen bekende woonplaats heeft in een lidstaat, tenzij de aangezochte rechter over
afdoende aanwijzingen beschikt dat de verweerder woonplaats heeft buiten de EU (HR G/Cornelius de
Visser).
Uitzonderingen op het formele toepassingsgebied:
- Voor verzekerings-, consumenten en arbeidsovereenkomsten de bevoegdheidsregels zijn ook
formeel van toepassing wanneer de verweerder is gevestigd buiten de EU (‘ongeacht de woonplaats
van de wederpartij’).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisannevanschaik1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.