Inhoudsopgave
Hoorcollege 1: Inleiding 1
Hoorcollege 2: Karl Marx 6
Hoorcollege 3: Emile Durkheim 11
Hoorcollege 4: Max Weber 17
Hoorcollege 5 : John Dewey en pragmatisme 24
Hoorcollege 6 : John Dewey en sociale controle 28
Hoorcollege 7 : Sociale ongelijkheid en verzorgingsstaat 33
Hoorcollege 8 : Sociale cohesie 37
Hoorcollege 9 : Rationalisering 46
Hoorcollege 10 : Globalisering en migratie 51
Hoorcollege 11 : Cultuur 55
,Hoorcollege 1: Inleiding
Wat is sociologie
Psychologie vs. sociologie
Een psycholoog kijkt vooral naar het individu en minder naar de context, terwijl een
socioloog kijkt naar hoe een individu gevormd wordt door de omgeving.
➢ De sociologie zoekt vaak de oorzaak van problemen in de maatschappij, en geeft
sociale verklaringen, dus de verklaring ligt niet aan de psyche.
➢ De psychologie zoekt de oorzaken van problemen bij de individu, en geeft een
individuele verklaring voor het probleem, de verklaring ligt dus aan de psyche.
Men kan het ook combineren, door te zeggen dat sociale contacten en omgeving een
invloed hebben op het individu waardoor het individu bepaalde dingen doet.
Sociologie
In de sociologie wordt er systematisch onderzoek gedaan naar de menselijke samenleving,
hierin wordt gekeken naar menselijke patronen van denken, voelen en handelen. Er wordt
dus gekeken naar iets algemeen vanuit al het bijzondere, want uiteindelijk is alles altijd
anders maar toch een beetje hetzelfde. Sociologie is het bestuderen en onderzoeken van de
samenleving, maar ook het onderzoeken, beschrijven en verklaren van de manier waarop
mensen samen leven.
In de sociologie gaat het om de interactie tussen mensen. Men gaat op zoek naar algemeen
sociaal gedrag, dit kan door individuen op te delen in hokjes, en overeenkomsten en
verschillen te zoeken tussen de hokjes. Er wordt ook gekeken naar open deuren (dingen die
we al weten), en er worden dilemma’s opgelost. Daarnaast wil men ook het functioneren van
de samenleving onderzoeken en deze verbeteren voor een maakbare samenleving.
Twee elementen van sociologie
- Individu: dit is gebaseerd op eigen biologische zijn.
- Social being: men wil onderdeel vormen van een groep
‘‘In voor zover hij tot de samenleving behoort, overstijgt het individu zichzelf’’
Voorbeeld: zelfmoord
Zelfmoord wordt niet alleen veroorzaakt door het individu, maar ook door de sociale context
zoals integratie en regulatie. Durkheim bedacht dat er vier types van zelfmoord zijn.
1
,Voor- en nadelen van sociologie
Voordelen
1. Debunking = een ander zicht geven op de situatie wegens de context, want niet alles
wat we denken is altijd waar. Sociologie kan er dus voor zorgen dat we een andere
blik krijgen op situaties.
2. Begrip = er kan een beter begrip worden gegeven van de omstandigheden waarin we
zitten en waarom.
3. Empowering = door onderzoek op specifieke groepen kan dit ervoor zorgen dat er
nadeel wordt getoond van bepaalde groepen. Dit kan mobiliserend werken voor de
nadelige groepen.
4. Herkenning en erkenning
Nadelen
1. Alles verandert altijd
2. Een socioloog moet wel afstand houden van een groep en niet teveel zelf op ingaan
3. Sociologie is ook een onderdeel van maatschappelijk debat door onderzoeken,
hierdoor ontstaat er ook veel nieuwe woordenschat.
Sociale verbeelding
Bij sociale verbeelding gaat het over persoonlijke vs. sociale problemen. Men moet bewust
worden van hoe de samenleving werkt, en men heeft een manier van denken en van doen.
Daarnaast wordt er ook kritisch gekeken naar wat als vanzelfsprekend wordt aangenomen.
Als laatste is er ook nog sociologie vs. common sense, dit betekent dat sociologen iets
vertellen wat iedereen als weet op een manier die moeilijker te begrijpen is.
Sociologie onderscheid zich op vier elementen (Zygmunt Bauman) van common sense;
1. Responsible speech = regels van verantwoorde argumentatie.
2. Size of the field = het overstijgen van de eigen sociale wereld.
3. Making sense = het verklaren en interpreteren van menselijk gedrag door te kijken
naar de verschillende figuraties en instituties waarin mensen zijn ingebed.
4. Defamiliarize = het vermogen om bekende en vanzelfsprekende zaken ter discussie
te stellen.
De drie niveaus van sociologie
➢ Micro niveau: hoe individuen met elkaar omgaan.
➢ Meso niveau: groepen
➢ Macro niveau: sociaal gedrag op internationaal niveau
➔ Deze drie niveaus interacteren met elkaar.
De drie hoofdvragen van sociologie
1. Hoe is sociale (wan)orde mogelijkheid?
2. Hoe is sociale (on)gelijkheid mogelijk?
3. Hoe werkt het proces van rationalisering/modernisering van de wereld?
Ontstaan van sociologie
Veranderingen in structuren van samenlevingen
2
, Er zijn verschillende soorten samenlevingen doorheen de tijd, deze indeling is gebaseerd op
technologie. Sociologie is ontstaan bij de overgang van de traditionele naar de moderne
samenleving.
➢ Jagers en verzamelaars
➢ Nomadische samenlevingen
➢ Agrarische samenlevingen
➢ Industriële samenlevingen
➢ Postindustriële samenlevingen
Technologie is neutraal, mensen hebben het gemaakt, en bepalen hoe het wordt gebruikt.
De vijf samenlevingen hebben geen opeenvolgende stadia of vooruitgang/eurocentrisme.
Technologie kent grenzen, want het is geen oplossing voor alles, en het produceert nieuwe
problemen. Technologische vooruitgang stelt grenzen aan milieu.
1: Maatschappelijke veranderingen
Sociologie is ontstaan door de economische veranderingen zoals de groei van het
kapitalisme en de industriële revolutie, en door de politieke veranderingen zoals de Franse
revolutie die zorgde voor vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Rond die tijd waren er ook
kerkelijke ontwikkelingen (katholiek vs protestant) en de groei van steden wat zorgt voor het
ontstaan van sociale problemen want mensen willen een stem hebben in de maatschappij.
2: Ontdekking van de samenleving
Door opkomst van de moderne wetenschap krijgt de samenleving een nieuw daglicht. Men
kan nu zelf een andere betekenis geven aan de maatschappij i.p.v dat de priester dat doet.
Hierdoor wordt de samenleving ontdekt en wordt sociologie de studie van de samenleving.
3: Auguste Comte
Auguste Comte bedacht de naam van sociologie, en kwam met de wet der drie stadia;
1. Theologisch stadium: verklaring door middel van goden en geesten.
2. Metafysisch stadium: verklaring door abstracte, filosofische speculatie over de
natuurlijke orde.
3. Wetenschappelijk stadium: wetenschappelijke verklaring door objectieve
waarneming.
In de 19e eeuw was er de opkomst van het sociaal darwinistische denken, dit is gebaseerd
op Herbert Spencer en gaat erover dat men de samenleving wil veranderen zodat het
verbeterd wordt. Hierbij gaat het erom dat de ene aanpassing beter werkt dan de andere.
Voorbeelden hiervan zijn beschavingsarbeid, disciplinering, volksopvoeding, vertrouwen in
de wetenschap, en de “Sociale Quaestie”.
De sociale quaestie gaat over de ellende van van urbanisatie en industrialisatie. Karl Marx
en Friedrich Engels hebben een grote rol gespeeld bij de industrialisatie. Door de ellende
was er opkomst van een arbeidersbeweging, en kwamen er reacties van liberalen en
confessionelen voor welbegrepen eigenbelang.
De onderzoeksthema’s voor sociale wetenschappers in de 19e eeuw gingen vooral over
armoede, arbeidsverdeling en de verhoudingen tussen klassen. Door de interesse in deze
3