Kerntaak 1 klinisch redeneren
College infectiepreventie week 0 +
Aan het eind van de 4 kennisclips kan je als student:
• Vertellen wat een infectieziekte is en waardoor deze veroorzaakt wordt;
Een ziekte die veroorzaakt wordt door een micro-organisme dat zich in de weefsels
of op de oppervlakte van slijmvliezen van de gastheer vermenigvuldigt.
• Uitleggen wat de infectieketen is:
Om een infectie te kunnen veroorzaken moet een micro-organisme in staat zijn om
vanuit een besmettingsbron een gastheer te kunnen bereiken, en zich daarin kunnen
vermenigvuldigen. De gastheer kan op zijn beurt ook weer een besmettingsbron
vormen. Geheel van:
-Infectiecyclus:
• Vertellen wat een kruisinfectie is;
-kruisbesmetting: wanneer iemand wordt besmet met micro-organismen via andere
zorgvragers, medewerkers, stof of apparatuur
-kruisinfectie: als de besmetting een infectie tot gevolg heeft
-zorginfectie/nosocomiale infectie/ziekenhuisinfectie: infecties die ontstaan tijdens
of in aansluiting op het verblijf of behandeling in een zorginstelling, vaak gevolg van
operaties/verminderde weerstand/gebruik van invasieve hulp (bijv. urinekatheter).
Heeft aanzienlijke gevolgen op verblijfsduur, morbiditeit, moraliteit en meerkost.
• Vertellen wat de algemene voorzorgsmaatregelen zijn en wat het belang is van het
opvolgen van deze richtlijnen;
Voorzorgsmaatregelen:
-Goede handhygiëne
-Voorkomen van prik-, snij en bijtongelukken en infectieuze aandoeningen bij
medewerkers
-persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM): niet steriele handschoenen, mondneus-,
en isolatiemasker, disposable schort, oog/gezichtsbescherming voor preventie.
Maatregelen nemen om te voorkomen dat er overdracht van microben naar (andere)
personen/ voorwerpen plaatsvindt, om zo te voorkomen dat zorgvragers en
zorgverleners een infectie oplopen.
-reinigen/desinfecteren/steriliseren
Belang
1
, Deze voorzorgsmaatregel zijn van belang om besmettingen te voorkomen.
• Uitleggen wat onder handhygiëne wordt verstaan en wat de 5 momenten van
handhygiëne zijn;
1. Voor schone/steriele handelingen
2. Voor contact met de cliënt (aseptische handelingen als wondzorg, medicatie enz.)
3. Na contact met lichaamsvloeistoffen cliënt
4. Na contact met cliënt
5. Na aanraken omgeving van cliënt
• Vertellen welke persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) er zijn en wat het belang
hiervan is
PBM bestaat uit mondneusmasker, (non)steriele handschoenen, disposable jas en
schort, oog/gelaatsbescherming. Je gebruikt PBM als je (mogelijk) in contact komt
met bloed, lichaamsvochten, etc. (allerlei lichaamsvochten), secreta, niet-intacte
huid, slijmvliezen en bij bepaalde isolatie-indicaties. Je draagt PBM om 2 redenen: ter
bescherming van de gebruiker tegen mogelijke besmettingen, en ter preventie van
mogelijke overdracht van micro-organismen via de medewerker.
• Vertellen welke isolatievormen en maatregelen er zijn en wat het belang hiervan is
Om te voorkomen van overdracht van (pathogene) micro-organismen. Per
zorginstelling kunnen kleine variaties in uitvoering voorkomen.
1. Contactisolatie
• Doel: voorkomen van overdracht van microben die door
direct of indirect contact worden overgedragen
• Indicatie o.a.: -gastro-enteritis (braken, diarree)
-scabies (schurft)
-sommige voor antibioticaresistente
microben
2. Druppel contact isolatie
• Doel: voorkomen van overdracht van microben die door
druppels >5 micrometer worden overgedragen
• Indicatie o.a.: -influenza (griep
-kinkhoest
2
, 3. Aerogene isolatie
• Doel: voorkomen van overdracht van microben
die verspreid worden via aerosolen (deeltjes
<5micrometer)
• Indicatie: open tubercolose
4. Strikte isolatie
• Doel: voorkomen van overdracht van micro-organismen die
zowel door aerosolen als via contact worden overgedragen
• Indicatie: -MRSA
-Waterpokken
-Mazelen
• Uitleggen wat COVID-19 inhoudt binnen de zorgverlening
Er moeten extra voorzorgs- en hygiëne maatregelen getroffen worden, en cliënten
die verdacht worden besmet te zijn met het virus moeten in een preventieve
quarantaine totdat de uitslag bekend is.
Toevoeging: Micro-organisme/microbe is een levend organisme dat zo klein is dat het niet
met het blote oog kan waargenomen worden en alleen onder een microscoop zichtbaar is.
Besmetting= overdracht van micro-organisme (bron-> voorwerp -> persoon)
Kolonisatie= overleving/vermenigvuldiging van microben (zonder nadelige gevolgen)
Infectie= microben veroorzaken ziekteverschijnselen (koorts, zwelling, pijn enz.)
➔ Niet elke besmetting gaat gepaard met een infectie!
➔ Handen zijn de belangrijkste overdrachtsweg voor microben tijdens zorgverlening.
Micro-organismen die infecties kunnen veroorzaken worden onderverdeeld in vier grote
groepen:
-bacterie
-virus
-schimmel
-protozoën
Bronnen/links
• “5 momenten van handhygiëne”: Handhygiëne en Skills Online Hygiëne en
Infectiepreventie (1 module)
• Bestudeer “isolatieverpleging” en “contact-isolatie”, “druppel-contactisolatie”,
“aerogene isolatie” en “strikte isolatie”: Isolatieverpleging
• Introductie algemeen belang infectiepreventie: Infectiepreventie
• Algemene voorzorgsmaatregelen: Voorzorgsmaatregelen
• Isolatievormen Isolatievormen
• Covid-19 COVID-19
3
, College 1 beroepsoriëntatie week 1 +
Na het college heb je als student een eerste indruk van de HBO-verpleegkundige en kun je
globaal de ontwikkeling van het verpleegkundig beroep schetsen.
• De ontwikkelingen
Vroeger eind 19e eeuw: (kruisverenigingen) verpleegkundige zorg voor zieken aan huis,
voorlichting hygiëne, kleinschalig.
Later jaren 70 t/m 90: opkomst gezondheidscentra wat leidde tot splitsing van taken,
medische en persoonlijke verzorging thuiszorg. Daarna stopwatch-zorg en meer registratie
Nu: 2006 t/m heden: zelfsturende teams, kleinschalig en nauwe samenwerking met huisarts.
Verschillende opleidingsniveaus in 1 team en zorg aan huis. Later kwamen er Hbo-opgeleide
generalisten met hoge mate van autonomie, nu speelt technologie een belangrijke rol en
staat versterking en zelfredzaamheid van de cliënt centraal.
• Verpleegkundig beroep t.a.v. canmeds-rollen
- Zorgverlener: lichamelijke/wondzorg uitvoeren preventie. Als probleem is
vastgesteld wordt gekeken welk resultaat wenselijk is en hoe je hier tot komt.
Zelfredzaamheid. Indiceren
- Communicator: juiste gesprekstechnieken gebruiken om achter meer informatie te
komen
- Samenwerkingspartner: bespreken met cliënt wat hij/zij kan doen aan het
voorkomen van preventie van het probleem
- Reflectieve professional: risicofactoren inschatten en zo zorgen voor preventie
- Gezondheidsbevorderaar: was het probleem te voorkomen/wat is daar aan te doen.
Levensstijl cliënt in de gaten houden
- Organisator: verpleegkundig leiderschap, coördinatie van de zorg, veiligheid
waarborgen, verpleegkundig ondernemerschap
- Kwaliteitsbevorderaar: betrokken zijn bij projecten in de organisatie, bijv. is de
zorgmethodiek goed afgestemd op de rol van indiceren?
Toevoeging
Rol wijkverpleegkundige
- Gezondheidsbevorderaar
- Brede blik en als team
- Gebaseerd op kernwaarden; generalistisch, persoonsgericht, continue en in
de nabijheid van de cliënt
- Vertrouwde en gelijkwaardige relatie met de cliënt staat centraal
- Positieve gezondheid: gericht op de kwaliteit van leven en versterken van de
zelfredzaamheid
- Kwaliteitselementen; vakbekwaam en kwaliteit in de samenwerking
Links/bronnen
• Het Florence Nightingale Instituut en bekijk met behulp van de pijltjes (naar
beneden) de tijdlijn die de ontwikkeling van het beroep van verpleegkundige van
1830 tot nu schetst via: Canon verpleging
• Bekijk The future of nursing De toekomst van het vak van verpleegkundige is
gebaseerd op de geschiedenis.
4
