Bestuursrecht, Ruimtelijke ordening en
Volkshuisvesting 2.3
Hoorcollege 1.
Algemene Wet Bestuursrecht (Awb)
Nederlandse wet die de algemene regels bevat voor de verhouding tussen de overheid en de
individuele burgers, bedrijven en dergelijke.
Doelstellingen:
• Eenheid van bestuurlijke wetgeving (zoals de hoofdregel voor bezwaar en beroep).
• Systematiseren en vereenvoudigen van de bestuurlijke wetgeving. Gelijkluidende
bepalingen uit afzonderlijke wetten worden samengebracht in de Awb.
• Codificatie. Het vastleggen van normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld. Bv. het
zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel.
• Voorzieningen treffen voor regelingen die algemeen van aard zijn. Deze regelingen
hoeven dan niet in afzonderlijke wetten/regelingen geregeld te worden. Bv. de
doorzendplicht.
“Lex specialis derogat legi generali” à een wet die voorrang krijgt boven de algemene
wetgeving. Dit wordt ook wel de specialiteitsregel genoemd. à een bijzondere
bestuursregel gaat voor een algemene bestuursregel.
Regels:
• Regels zijn van dwingende aard (art. 3:40 Awb over inwerkingtreding van een
besluit). à Een besluit treedt niet in werking voor het bekend is gemaakt.
• Regels van aanvullende aard (vergelijk art. 4:13 Awb over beslistermijn op aanvraag
vergunning). à Een beschikking dient te worden gegeven binnen de bij wettelijke
voorschrift bepaalde termijn, of binnen een redelijk termijn (max 8 weken) na
ontvangst aanvraag.
• Standaardprocedures (bijvoorbeeld m.b.t. besluiten van de overheid, zoals afd. 3.4
Awb; de wijze waarop handhaving plaatsvindt en de rechten die personen hebben
om zich te verweren).
Artikel 1:1 lid 1 Awb:
Onder bestuursorgaan wordt verstaan:
a. een orgaan van een rechtspersoon, die krachtens publiekrecht is ingesteld; of
b. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
Artikel 1:2 Awb:
Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is
betrokken.
,Wie zijn belanghebbende?
• Een natuurlijke persoon, rechtspersoon of bestuursorgaan.
• Een persoonlijk belang heeft, dat duidelijk groter is dan de grote ‘massa’ aan
anderen.
• De aanvrager van een beschikking is altijd belanghebbende (ook derde-
belanghebbende).
• Belanghebbende wil zeggen: mag meedoen in procedure en mag als partij worden
gehoord.
• Rechtspersonen als belanghebbende.
• Belanghebbenden Medeoverheden (Ministeries, Provincies, gemeenten,
Waterschappen en hulpdiensten)
• Belanghebbenden bedrijven (aannemers, leveranciers, ingenieursbureau en
ondernemers)
• Belanghebbenden burgers/bewoners (inwoners, wijkteams en burgersplatform)
• Belanghebbenden Maatschappelijke instellingen (brancheorganisaties, NGO’s
en Media).
• Interne stakeholders: gemeenteraad, College van B&W, Directie, Collega afdelingen,
managers, werknemers, ondernemingsraad).
• Andere stakeholders: rekening houden met externe stakeholders m.b.t.
samenwerking in de regio: provincie, waterschappen, gemeenten etc. (deze kunnen
ook asseteigenaar of -manager zijn in een gebied!)
Artikel 1:3 lid 1 Awb:
Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan,
inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Artikel 1:3 lid 2 Awb:
Onder beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, dus
gericht op een individueel geval, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan.
Artikel 1:3 lid 3 Awb:
Onder aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een belanghebbende, om een besluit te
nemen.
Artikel 1:3 lid 4 Awb:
Onder beleidsregel wordt verstaan: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde
een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling
van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van
een bestuursorgaan.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb):
1. Onpartijdigheid (art. 2:4 Awb) 4. Verbod van willekeur (art. 3:4 lid 1
2. Zorgvuldigheidsbeginsel (art. 3:2 Awb) Awb)
3. Verbod van détournement de pouvoir 5. Evenredigheidsbeginsel (art. 3:4 lid 2
(art. 3:3 Awb) Awb)
6. Motiveringsbeginsel (art. 3:46 Awb)
, Ongeschreven abbb:
• Het gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen moeten ook gelijk worden behandeld.
• Het vertrouwensbeginsel: Opgewekte verwachtingen dienen te worden
gehonoreerd.
• Het rechtszekerheidsbeginsel: mensen moeten weten waar zij aan toe zijn.
• Het fair play-beginsel: soort vangnet (vertrouwensbeginsel).
Figuur 1. Ongeschreven Abbb.
Rechtshandelingen & Bestuurshandelingen
Rechtshandeling: een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich
door een verklaring heeft geopenbaard. à rechtsgevolg tot stand brengen.
- Een rechtshandeling is per definitie een rechtsfeit.
- De Staat, Provincies, de Gemeenten, de Waterschappen, etc. bezitten
rechtspersoonlijkheid. à Voor lichamen waaraan een deel van de overheidstaak is
opgedragen moet de rechtspersoonlijkheid wettelijk zijn vastgelegd.
- Kerkgenootschappen, verenigingen, coöperaties, NV’s en BV’s met beperkte
aansprakelijkheid bezitten rechtspersoonlijkheid.
Bestuurshandeling = feitelijke handeling: een menselijke/bestuurlijke handeling die met
rechtsgevolg is aangeduid maar die geen rechtshandeling is.
- Bv. aanleg verkeersdrempel
Privaatrechtelijke rechtshandelingen: een rechtshandeling in het kader van particuliere
rechtsverhoudingen tussen private personen onderling.
- Verkopen bouwgrond
Publiekrechtelijke rechtshandeling: een rechtshandeling van een overheidsorgaan waarmee
die zijn taak en macht, als overheid zijnde, uitoefent. Voorbeelden:
- Verlenen/weigeren vergunning
- Vaststellen van een wet
- Vaststelling bestemmingsplan