Opzet: week 1
Opzet in delictsomschrijving:
- Wettelijke variant: weten, wetende dat
- Ingeblikt: wegnemen art. 310, mishandelen art. 300, binnendringen art. 138, valselijk opmaken art. 255,
deelnemen aan een criminele organisatie art. 140, openlijk geweld plegen art. 141. Je doet het bewust, niet
per ongeluk. Dit moet ook ten laste worden gelegd, de wetgever heeft dit bedoeld.
Opzet betekend dus niet aansprakelijkheid op basis van:
- Handelen met een bepaald motief (behalve als de wet dat verlangt: oogmerk van wederrechtelijke toe-
eigening art. 310
- Bewust de wet overtreden (boos opzet) behalve als de wet dat verlangt: opzettelijk iemand
wederrechtelijk van de vrijheid beroven art. 282
- Handelen met een bepaalde mate van ernst (zwaar letsel of zoiets)
Definitie: Opzet is de wil om te doen en te laten die daden bij de wet verboden of geboden zijn. Dit is
gevonden in memorie van toelichting, niet gegeven door de wetgever.
1. Om welke vorm van opzet gaat het? Het moet gaan om Voorwaardelijk opzet (meest voorkomend).
Volkomen of vol opzet: Zuiverste weten van opzettelijk handelen, handelen overeenkomstig bedoeling,
plan of voornemen dus willens en wetens handelen. Dit impliceert dat doelbewust een gevolg of voltooiing
van handelingen wordt nagestreefd.
Zekerheidsnoodzakelijkbewustzijn: De combinatie tussen het willens en wetens handelen met een
bepaald gevolg, terwijl een ander strafbaar gevolg wel noodzakelijkerwijs uit deze handeling voortvloei,
wellicht niet gewild. Dit gevolg is zo evident dat er sprake moet zijn van zekerheidsnoodzakelijkbewustzijn.
Voorwaardelijk opzet en bewuste schuld. Niet willen/weten, maar wel bewust een aanmerkelijke kans
aanvaarden. Iemand kan ook te optimistisch of onverschillig zijn geweest tegenover het gevolg. Het is dan
lastig te bewijzen dat er vol opzet is, omdat er geen verklaring is van verdachte. Deze vormen samen het
mogelijkheids-bewustzijn. Dit gevolg heeft dan bij dit persoon door het hoofd geflitst. Definitie in
aanmerkelijke kans arrest: Willens en wetens de blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat het gevolg in
zal treden en deze ook hebben aanvaard
2. Het gaat hier om voorwaardelijk opzet.
Criterium voorwaardelijk opzet: ‘ De Hoge Raad verwoordt het voorwaardelijk opzet nu dan ook als “Het
willens en wetens blootstellen aan de aanmerkelijke kans dat een bepaald gevolg intreed of een bepaalde
omstandigheid zich voordoet” HR HIV I arrest.
- Verdachte heeft zich willens en wetens blootgesteld
- Verdacht heeft wetenschap van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden
- Verdachte heeft ten tijde van de gedraging die kans bewust aanvaard ook wel “op de koop toegenomen”
,3. Is er voldaan aan het risico component ?
“Naar huidig recht moet er voor het bewijzen van voorwaardelijk opzet voldaan zijn aan het risico
component. Dit houdt in dat er een aanmerkelijke kans moet zijn. De kans moet zo reëel zijn dat de kans
objectief gezien voldoende mate van waarschijnlijkheid zal bezitten.”
Aanmerkelijke kans: ‘De beantwoording van de vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een
bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij
betekenis toekomst aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht.
Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te
achten’.
‘Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer
gericht op een bepaald gevolg dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat de
verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard’ (volgt uit HR HIV I). Soms
zien we gedrag waarvan we denken: dit kan niet anders dan dat het wel zo moet zijn.
Er moet dus in ieder geval sprake zijn van wetenschap (van die aanmerkelijke kans). In het arrest
Aanmerkelijke kans (HR 19 februari 1985, NJ 1985, 633).
1. Omstandigheden van het geval. 2. Aard van de gedraging, 3. Omstandigheden waaronder de
gedragingen zijn gedaan of naar algemene ervaringsregels)
4. Is er sprake van he kenniscomponent? Was de verdachte zich bewust van de aanmerkelijke kans?
( WETENS)
Bewust aanvaarden: De dader moet wetenschap hebben gehad van de aanmerkelijke kans. Voor
aanvaarden is nodig dat je daarvoor de ruimte hebt, om als je je dat realiseert, je iets anders kunt doen.
Als er niets anders meer te doen is, dan kan er ook geen sprake zijn van bewust aanvaarden. Voor
bewust aanvaarden moet er ook de mogelijkheid zijn om het te voorkomen (volgt uit HR Opzet: de kans
is aannemelijk). De dader moet wetenschap hebben gehad van de aanmerkelijke kans (indien het een
feit van algemene bekendheid is, mag dit worden verondersteld).
(Normativering: iedereen weet dat die kans bestaat dus verdachte ook.
5. Is er sprake van het wilscomponent? Heeft hij de kans ook welbewust aanvaard? ( WILLENS)
Hier moet er een onderscheid worden gemaakt tussen voorwaardelijk opzet en bewuste culpa
a. Gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm zo op een bepaald gevolg gericht dat het niet
anders kan zijn dan dat de verdachte
b. De aanmerkelijke kans op het gevolg heeft aanvaard
HR HIV-I: ‘(…) afhangen van de feitelijke omstandigheden van het geval. Daarbij zijn de aard van de
gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht, van belang. Bepaalde gedragingen kunnen
naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het
– behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het
desbetreffende gevolg heeft aanvaard’.
Indien niet kan worden vastgesteld dat de dader de desbetreffende kans inderdaad bewust heeft aanvaard
kan van voorwaardelijk opzet geen sprake zijn zie HR Porsche:
Voorts kan een zodanig geval zich voordoen indien moet worden aangenomen dat de verdachte zich aan
de aanmerkelijke kans dat andere verkeersdeelnemers door zijn gedraging het leven zullen verliezen
willens en wetens heeft blootgesteld, met dien verstande dat hij – in plaats van erop te rekenen dat e.e.a.
wel goed zal aflopen – de aanmerkelijke kans dat anderen door zijn gedrag het leven zullen laten
, desbewust heeft aanvaard en op de koop toe genomen Porsche Wilscomponent mag worden afgeleid
uit de “uiterlijke verschijningsvorm”
Bewuste culpa: iemand heeft de mogelijkheid op een gevolg wel bewust voorzien maar heeft het intreden
daarvan op te lichtvaardige gronden aangenomen. Hij is te optimistisch geweest bij het inschatten van de
daadwerkelijke gevaren.
6. Waar is het opzet op gericht? Alle bestanddelen na het woord ‘opzet’ (of een van de ingeblikte
vormen).
De HR heeft bepaald dat wanneer de woorden ‘opzettelijk’ en ‘wederrechtelijk’ zijn verbonden met het
voegwoord en, dat het opzet niet gericht hoeft te zijn op de wederrechtelijkheid. Andersom als het
voegwoord en mist, dan moet het opzet wel mede hebben uitgestrekt tot de wederrechtelijkheid boos
opzet
In ons recht is kleurloos opzet voldoende er hoeft niet bewezen te worden dat de verdachte wist dat de
gedraging wederrechtelijk is en ook wettelijk strafbaar is gesteld tenzij het voegwoord en mist Boos
opzet
Wat is een geobjectiveerd bestanddeel? HR Leeftijd arrest: man dwaalde m.b.t. de leeftijd van meisjes
waar hij ontucht mee verrichte, ‘onder de leeftijd van 16’ is een geobjectiveerd bestanddeel waar het
opzet niet op hoeft te zijn gericht.
Een bestanddeel waarop het opzet niet hoeft te zijn gericht. Dit is te herkennen als er staat opzet én
iets anders. Het opzet hoeft dan geen betrekking te hebben op ‘dat andere’. Bijv. bij art. 350 Sr staat er
‘Hij die opzettelijk en wederrechtelijk…’. Bijv. bij art. 300 lid 3 staat er ‘de dood ten gevolge heeft’, maar
het gevolg is hier onttrokken aan de opzeteis. Er is dus geen opzet op de dood vereist.
7. Is er een bijzondere vorm van opzet? Oogmerk?
- Bijkomend oogmerk: Specifieke bedoeling met de gedraging (consecutief bestanddeel) (bijv. art. 310,
225 Sr);
- Bijkomend oogmerk: Strafverzwarende omstandigheid (bijv. art. 288a jo 83a Sr ‘terroristisch
oogmerk’) Voorbedachte rade.
8. Conclusie
CULPA: week 1
Is er sprake van een verwijtbare aanmerkelijke of grove geconstateerde onvoorzichtigheid,
onzorgvuldigheid, onnadenkendheid en niet om een enkele verkeersfout. Schuld in enge zin
(wederwettelijk).
1. Is er sprake van een grove of aanmerkelijke geconstateerde onvoorzichtigheid, onzorgvuldigheid,
onnadenkendheid (wederwettelijk)?
Hier wordt het gedrag getoetst aan de in omstandigheden toepasselijke zorgplicht of
zorgvuldigheidsnorm. Er kan van deze onvoorzichtigheid pas sprake zijn als de betrokkene de gevolgen van
zijn handelen naar menselijke maatstaven had kunnen behoren te voorzien.
Moest de verdachte anders handelen?
- Aard en ernst van de gedraging
- Aantal normoverschrijdingen
- Garantenstellung, Van sommige mensen mag in bepaalde situaties meer worden verwacht (bijv. arts,
verpleegster etc.).