100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Praktische Filosofie A (boek + colleges) €4,39
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Praktische Filosofie A (boek + colleges)

2 beoordelingen
 128 keer bekeken  20 keer verkocht

Een uitgebreide samenvatting voor het tentamen Praktische Filosofie A. De samenvatting bestaat uit de boeken Van gedachte wisselen van de Brabander (3e editie) en Children rights and childhood van Archard (3e editie) en college aantekeningen.

Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 36  pagina's

  • 24 maart 2021
  • 29 maart 2021
  • 36
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (17)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: maxh071 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: joycebraanker • 3 jaar geleden

avatar-seller
nadinedevogel
Praktische Filosofie A Samenvatting

College 1
De Brabander Hoofdstuk 1 – De zelfdoening van het denken
1.1 Filosofie als dagelijkse kost
Door de technologische ontwikkelingen, lijkt er steeds meer belangstelling te zijn voor
filosofie.
 Men wordt gedwongen om kritischer na te denken.
Yval Noah Harari zegt dat men moet begrijpen hoe algoritmes werken als we ons leven willen
begrijpen. Zodra we algoritmes begrijpen, kunnen organismen en computernetwerken op
elkaar aangesloten worden.
 De mens heeft geen vrije wil en is geen uniek wezen.
Marvin Lee Minsky zegt dat intelligentie niet een uniek menselijk mechanisme is, maar dat
ook computers intelligent zijn omdat intelligentie uit de interactie van niet-intelligente
onderdelen voortkomt.

1.2 Filosofie en sociaal werk
De definitie van sociaal werk is het volgende: sociaal werk is een praktijkgerichte professie en
een academische discipline die maatschappelijke verandering, sociale cohesie en de
emancipatie en zelfstandigheid van mensen bevordert. Principes van sociale rechtvaardigheid,
mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit staan centraal in
het sociaal werk. Versterkt door theorieën van sociaal werk, sociale wetenschappen,
geesteswetenschappen en relevante lokale kennis, stimuleert het sociaal werk mensen en
instituties om uitdagingen in het leven aan te gaan en het welzijn van individu en
samenleving te verbeteren.

De overheid ziet de mens als rationeel en autonoom.
- De verzorgingsstaat is een obstakel voor de individuele vrijheid van de mens.
 Er wordt een participatiesamenleving gevormd waarin eigen kracht, regie,
verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid ten grondslag liggen.
In de participatiesamenleving zijn mensen verantwoordelijk voor zelfredzaamheid en
deelname.
 De sociaal werker moet burgers stimuleren om die verantwoordelijkheid te nemen.

In het Landelijk Opleidingsdocument sociaal werk wordt sociaal functioneren in relatie tot
socialekwaliteit (versterken van sociale samenhang, inclusie en participatie) centraal gesteld.
- Sociale kwaliteit is een graadmeter voor sociaal functioneren.
 Er ontstaan twee soorten sociaal functioneren: die van individuen die deelnemen aan
de samenleving en de samenleving die ruimte geeft om deel te nemen.
De Beroepscode voor de sociaal werker stelt het bevorderen van eigen kracht,
verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en participatie centraal.

1.3 Een normatief beroep
Het ingrijpen van sociaal werkers is normatief; zij grijpen in aan de hand van wat normaal is.
Sociaal werkers hebben een aantal kernwaarden:
- Ze respecteren de waardigheid en de rechten van mensen.
- Ze respecteren het recht van burgers om hun eigen leven te bepalen en hun eigen
beslissingen te nemen, zonder de rechten van anderen aan te tasten.
- Ze stimuleren en bevorderen het recht te participeren in de samenleving.
- Ze zien de mens in samenhang met familie, gemeenschap en omgeving.
- Ze richten zich op de mogelijkheden en krachten van individuen en gemeenschappen.



1

, - Ze bevorderen de sociale rechtvaardigheid in relatie met individuen en de
gemeenschap.
- Ze staan op tegen discriminatie en erkennen diversiteit.
- Ze hebben een taak om de samenleving en overheid te wijzen op
onrechtvaardigheden.
Sociaal werkers moeten rekening houden met drie dingen:
1. De wet die cliënten beschermt tegen willekeurige ingrijpen.
2. Doelen en methodieken van de instelling over het handelen van de sociaal werker.
3. De eigen visie van de cliënt.

Latour onderscheidt matters of facts en matters of concern: over matters of facts is geen
discussie mogelijk en matters of concern zijn kwesties die vragen oproepen.

1.4 De macht van het spreken
Een discours is een samenhangende manier van denken die in onze cultuur verankerd is, het
reguleert ons gedrag zonder dat we dat door hebben.
- Een bepaald discours is dominant en om deze dominante positie te houden zal het
discours zichzelf enkel als de waarheid presenteren.

Vroeger was er sprake van een groot verhaal: een normatief karakter over het leven en de
samenleving waarover iedereen het eens was.
- Het groot verhaal houdt zichzelf voor waar en is totalitair (het geeft overal antwoord
op).
- Een sterk verhaal is een groot verhaal die dominant blijft (bijvoorbeeld autonomie).
 Later ontstonden er kleine verhalen die naast elkaar leven, elkaar overlappen en
elkaar aanvullen.
De verschuiving van het groot verhaal naar de kleine verhalen markeert de overgang van een
uniforme samenleving naar de pluriforme samenleving.
 De verschillende levensstijlen en culturen in deze samenleving hebben invloed op
sociaal werkers omdat zij rekening moeten houden met deze diversiteit.

1.5 De Verlichting en de autonome mens
Tijdens de Verlichting geloofde men in de menselijke rede; met kennis en wetenschap kunnen
mensen een betere wereld creëren.
 Ontdekkingen van wetenschappers zorgden ervoor dat men zichzelf ging zien als
autonoom, dit is het fundament van werkelijkheid en weten.
In de zeventiende eeuw begint het sterke verhaal van de autonome mens; het modern
subject.
 Men ging over zichzelf nadenken.
Tijdens de Verlichting ontstonden de eerste complete opvoedingsideeën, ze waren afkomstig
van filosofen als Locke en Rousseau.

Er bestaan drie meesters van wantrouwen:
1. Freud. “Wij worden door onbewuste drijfveren beïnvloed.”
2. Nietzsche. “De menselijke autonomie is een geval van hoogmoed.”
3. Marx. “Wij worden door maatschappelijke verhoudingen beïnvloed.”

1.6 Van gedachten wisselen
In de filosofie worden fundamentele vragen gesteld; ze zijn radicaal, veelomvattend en
kunnen niet empirisch onderbouwd worden.
- De ultieme filosofische vragen richten zich op de grondbeginselen van het menselijk
bestaan.


2

,  Terwijl de wetenschapper gaat van het onbekende naar het bekende, de filosoof gaat
van het bekende naar het onbekende.




1.7 Filosofie van mens en maatschappij
Binnen de filosofie worden een aantal disciplines onderscheiden:
- Ontologie: de leer van het zijn, er wordt gevraagd wat de werkelijkheid is.
- Metafysica: ‘dat wat na de fysica komt’, er worden vragen gesteld zoals “Wat is het
hoogst zijnde?”.
- De kennis- en wetenschapsleer: er worden vragen gesteld over wat kennis is en hoe
kennis tot stand komt.
- Wijsgerige antropologie: er worden vragen gesteld over wat het wezen van de mens is
en hoe de mens zich onderscheid van andere vormen van leven.
- Sociale en politieke filosofie: er worden vragen gesteld over vrijheid, macht
verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid.
- Ethiek: zij probeert te ontdekken hoe goed van slecht onderscheiden kan worden.

Filosofen over mensbeelden:
- Plato. “Er bestaat een wezen van de mens, ook al beantwoorden wij, als mensen in
het ondermaanse, daar niet aan.”
- Aristoteles. “De mens is een politiek dier en een sociaal wezen.”
- Hobbes. “De mens is een egoïstisch individu.”
- Fromm. “De mens is bang voor vrijheid, vandaar dat de mens vlucht in
onderdrukking.”
- Nietzsche. “De mens is ondergedompeld in een krachtspel.”
- Foucault. “De mens bestaat niet.”

College 2
De Brabander Hoofdstuk 2 – Eigen regie en de vraag naar het goede leven
2.1 Overvloed en onbehagen
Nederlanders hebben eindeloos veel keuzemogelijkheden. Maar hier zit ook een nadeel aan;
de vrijheid om ons leven in te richten is problematisch geworden omdat er te veel
mogelijkheden zijn en omdat we het besef hebben dat elke keuze onvoorziene consequenties
heeft.
- De recente aandacht voor levenskunst hangt samen met deze onzekerheid.

2.2 Filosofie als levenskunst
De vraag naar het goede leven is tegenwoordig een veel gestelde vraag die in veel boeken en
tijdschriften wordt beantwoord. De populaire levenskunst is erg optimistisch over de
maakbaarheid van het leven en wekt de indruk dat iedereen zijn eigen succes kan
organiseren.
- Een voorbeeld van een manier om gelukkig te worden is omdenken, dit is het denken
in mogelijkheden en niet in problemen.
De serieuze filosofie van de levenskunst richt zich op het aanleren van vaardigheden die ons
in staat stellen om met lijden, ziekte, kwetsbaarheid en pijn om te gaan.
- De filosofie van de levenskunst is een poging om je eigen leven in bezit te nemen.
- De filosofie van de levenskunst biedt geen makkelijke en snelle oplossingen.
- Levenskunst is een ethos; het zoeken van een levenshouding die een uitdrukking is
van het goede leven.
 Levenskunst wordt daarom ook wel bestaansethiek genoemd.

3

, 2.3 Streven naar het volmaakte leven. Aristoteles
Volgens Aristoteles (384 v.Chr. – 322 v.Chr.) is een goed leven een leven dat zijn hoogste
doel, geluk, heeft bereikt.
- Mensen onderscheiden zich van dieren doordat mensen een rede bezitten, de mens is
een animal rationale.
 We kunnen het hoogste doel alleen bereiken door te handelen volgens de rede.
Ons handelen is gericht op het bereiken van geluk. Maar om geluk te bereiken moeten we
eerste allerlei andere doelen nastreven, denk aan een opleiding volgen of raad opvolgen.
Geluk is niet gelijk aan plezier of genot; plezier en genot kunnen ons afgenomen worden
omdat het veroorzaakt wordt door externe factoren maar geluk wordt veroorzaakt door
interne factoren waardoor ons dat niet afgenomen kan worden.
We worden niet gelukkig door goederen te verwerven, meer te consumeren of door ons
aanzien te verhogen. Ook worden we niet gelukkig als anderen niet gelukkig zijn.
 Jouw geluk mag niet ten koste gaan van het geluk van anderen.

Het optimaal gebruik maken van de rede wordt deugd (perfectioneren) genoemd.
 Hier ligt de kern van zijn levenskunst, de deugdenethiek, waarbij het om de vraag
gaat hoe we een goed mens kunnen worden.
Ethiek is voor Aristoteles een ethos. Daarbij worden twee kanttekeningen gemaakt:
1. In de Griekse oudheid zag de samenleving er anders uit. Zijn levenskunst is alleen
voor de man weggelegd, omdat alleen de man toen een vrije burger was.
2. Het hoogste geluk is alleen weggelegd voor de filosoof die zijn leven geheel wijdt aan
waarnemen en denken.

Een gelukkig mens beschikt over goede eigenschappen. Deze ontwikkelen we door te leren
hoe we met onze emoties om moeten gaan.
Daarnaast weet een gelukkig mens de middenweg te kiezen. Anders gezegd, de deugd ligt in
het midden. De ‘leer van het midden’ vormt de kern van de deugdenethiek.
- Het midden kiezen is handelen volgens de rede.

2.4 Het accepteren van je lot. Seneca
Seneca (4 v.Chr. – 65 n.Chr.) stelt dat we het goede leven kunnen bereiken door te leven in
overeenstemming met de natuur. Leven we in overeenstemming, dan vinden we vrijheid.
 Vrijheid is een toestand van rust, onverstoorbaarheid en acceptatie van het leven.

De kern van een stoïcijnse opvatting is dat we ons moeten leiden door wat het beste is en wat
ons blijvend geluk kan geven.
- Stoïcijns wordt ook wel ‘de filosofie van een zwaar leven’ genoemd.
- Meesterschap over onszelf bereiken we niet door uiterlijk vertoon, aanzien en bezit.
 Laat jezelf niet te veel beïnvloeden door de omgeving en stijg boven genot en
emoties.
Seneca zet zich af tegen het hedonisme. Het hedonisme stelt dat de mens van nature naar
genot streeft en dat dit het hoogste doel is.
- Epicurus is de belangrijkste voorstander van het hedonisme. Epicurus denkt aan de
afwezigheid van pijn en leed bij genot, hierdoor moet pijn en verdriet vermeden
worden.
 Seneca vindt dat het goede verbonden is met een morele kwaliteit, je kunt
bijvoorbeeld genieten van vreemdgaan maar dat is niet moreel hoogstaand.
- Voor Seneca bestaat geluk uit het doorstaan van pijn en leed; we moeten ons lot
accepteren, dan worden we vrij en gelukkig.



4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nadinedevogel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 47561 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,39  20x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd