Toets 4
Medische Kennis
Deel 2
,Week 5:
Hoorcollege 1:
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen:
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen:
1. Verstandelijke beperkingen (kort)
2. Autismespectrumstoornis (ASS)
3. Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis
4. Motorische stoornissen (kort)
5. Diverse andere groepen (niet besproken)
Andere kind en jeugdstoornissen:
- 6 andere voorbeelden
- 7 ODD= oppositionele-opstandige stoornis
1. Verstandelijke beperkingen:
IQ gemiddeld altijd 100 (per definitie)
Normaal IQ van 85 tot 115
Terminologie verandert in de tijd.
Vroeger waren “imbeciliteit” en “debiliteit” normale medische termen.
toen werd het “geestelijk gehandicapt”
daarna “verstandelijk gehandicapt”
daarna “verstandelijk beperkt” (DSM-5), IQ onder de 70
De term “zwakzinnigheid” is inmiddels ook obsoleet
”met speciale mogelijkheden” (tja)
Down: gemiddeld IQ 50
Sommigen kunnen met veel hulp de lagere school nog doorlopen op hun niveau
Huidige terminologie volgens de DSM-V:
Licht verstandelijk beperkt: IQ 50 – 69
Matig verstandelijk beperkt: IQ 35 – 49
Ernstig verstandelijk beperkt: IQ 20 – 34
Zeer ernstig verstandelijk beperkt: IQ lager dan 20
2. Autismespectrumstoornis:
Epidemiologie:
• Prevalentie 1%
• Autisme epidemie?
– Toename van 1970-2016
– Eerdere herkenning
– Betere diagnostiek
, – Verruiming v/d definities en diagnostische criteria
– Complexere maatschappij (dynamiek, veel eisend)
– Melding v/d oudere nog niet gediagnosticeerde
– Mogelijkheid tot toegang voor extra voorzieningen
Oorzaak:
• Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
• Biopsychosociaal model (erfelijkheid, informatieverwerking)
Klinisch beeld en de ernst:
• Klinisch beeld, specificaties, ernst
• Co-morbiditeit
Mogelijke gevolgen:
• Op somatisch, sociaal, psychisch, existentieel, spiritueel gebied
• Op functioneel gebied
Behandeling:
• Behandeling van ASS
• Behandeling van de co-morbiditeit bij ASS
Klinisch beeld ASS (1 syndroomdiagnose):
• A Persisterende deficiënties in de sociale communicatie en de sociale interactie op
meerdere terreinen
– Deficiënties in sociaal-emotionele wederkerigheid
– Deficiënties in non-verbale communicatie gedrag gebruikt voor sociale interactie
– Deficiënties in het ontwikkelen , het onderhouden of het begrijpen van relaties
• B Beperkte herhalende patronen van gedrag, interesses, of activiteiten
– Stereotype of herhalende bewegingen, gebruik van objecten of spraak
– Vasthouden aan hetzelfde, niet flexibel aanpassen aan routines, rituele patronen van
verbaal- of non verbaal gedrag
– Sterk beperkte, gefixeerde interesses, die abnormaal zijn in intensiteit of focus
– Hyper- of hypoactiviteit voor sensorische input
• C Symptomen aanwezig in vroege ontwikkelingsfase. Soms pas duidelijk wanneer de sociale
eisen de beperkte capaciteiten overstijgt. Soms gemaskeerd
• D Beperkingen in functioneren op sociaal, beroepsmatig of ander terrein
• E Niet verklaarbaar door andere stoornissen
Specificaties ASS (klinisch beeld):
• Met of zonder intellectuele beperkingen
• Met of zonder een taalstoornis
• Geassocieerd met een bekende medische of genetische conditie of een omgevingsfactor
• Geassocieerd met een andere neurologische ontwikkelings-, mentale of een gedragsstoornis
• Met of zonder Katatonie
Ernst ASS (3 niveaus, klinisch beeld):
• Vereist ondersteuning
– Beperkingen zichtbaar, ondervangen met ondersteuning
• 2 Vereist substantiële ondersteuning
– Beperkingen duidelijk zichtbaar, ondanks ondersteuning
• 3 Vereist zeer substantiële ondersteuning
– Functioneren op alle levensgebieden ernstig beperkt
, – Langdurige en intensieve begeleiding/behandeling nodig
Co-morbiditeit ASS (klinisch beeld):
• Motoriek (onhandig, houterig)
• Angsten (extreem en schijnbaar onlogisch)
• Gedragsproblemen (boos, slaap, eten)
• Automutilatie
• Angstig/faalangstig
• Depressiviteit
• Persoonlijkheidsproblemen
Oorzakelijk denken (modellen/ theorien):
• Modellen
o Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
o Biopsychosociaal model
• Biologie
o Grote rol voor de erfelijkheid 70-90% , meerdere genen
o Anatomie, fysiologie, de verbindingen van diverse systemen in de hersenen zijn
verminderd of veranderd.
• Psychologie (hoe om te gaan met informatie)
o Andere informatie verwerking (meer tijd)
o Theorie of mind (voorwaarde voor sociale interactie)
Kinderen ontwikkelen dit al op een 4 jarige leeftijd
Perspectief, doen alsof, rekening houden met, taal hierover
o Centrale coherentie (Utah Fried)
o Executieve functies (uitleg frontale cortex)
• Sociaal
Mogelijke gevolgen van ASS:
• Somatisch gebied
• Psychisch gebied
• Sociaal gebied
• Existentieel gebied
• Spiritueel gebied
• Functioneel gebied
Behandeling ASS:
• Behandeling ASS:
– Niet medicamenteus
– Medicamenteus (niet besproken)
• Behandeling v/d co-morbiditeit (niet besproken):
– Niet medicamenteus
– Medicamenteus
Voorbeelden:
• Begeleiding
• Gezinsbegeleiding
• Training
– Psycho-educatie (kennis en inzicht)
– Sociale vaardigheidstraining