Maatschappijleer samenvatting pluriforme samenleving
Pluriforme samenleving, samenleving van mensen met verschillende waarden, normen,
gewoonten, leefstijlen en afkomst. Maar deze mensen delen ook bepaalde waarden.
Hoofdstuk 2 cultuur en identiteit
2..2
Cultuur, alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een
groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.
3 functies van cultuur:
Bepaalt een deel van je identiteit
Zorgt voor een gemeenschappelijk referentiekader
met dezelfde waarden, normen en gewoonten. Hierdoor gebruiken ze elkaar
makkelijker en kunnen gedachten en gevoelens uitwisselen.
Werkt gedragsrulerend (= cultuur doet het gedrag van mensen geordend verlopen);
o Rolgedrag
o Presentation of the self (= hoe wij ons in een rol laten zien)
o Impression management (vormen teams die gezamenlijk een voorstelling spelen)
Dominante cultuur, het geheel van waarden, normen en kenmerken dat door de meeste
mensen binnen een samenleving wordt geaccepteerd. Deze kenmerken worden meestal
bepaald door de groepen die de meeste invloed uitoefenen, bijvoorbeeld door middel van
een politieke positie.
De Nederlandse dominante cultuur is individualistisch omdat er veel nadruk gelegd wordt op
individuele ontplooiing.
Subcultuur, als een specifieke groep eigen waarden, normen en andere kenmerken
ontwikkelt die afwijken van de dominante cultuur. Hierin onderscheiden we jeugdculturen,
bedrijfsculturen, religieuze en etnische subculturen (= een subcultuur van mensen die
behoren tot dezelfde etnische groep).
Tegencultuur een cultuur die strijdig is met de dominante cultuur.
2.3
Socialisatie, het proces waarbij iemand, bewust en onbewust, de waarden, normen en
andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd. Dit vindt vooral plaats via
imitatie, je gaat het gedrag van anderen automatisch nadoen.
Socialiserende instituties, instellingen, organisaties en collectieve gedragspatronen
waarbinnen en waarlangs de cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt. Bijv. een
school of sportclub, gezin.
, Sociale controle, de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de
geldende normen te houden. Dit vindt plaats in de vorm van positieve en negatieve sancties
(= een dwangmaatregel die wordt opgelegd) en formele in informele sociale controle. Een
voorbeeld is:
- Een diploma behalen is een positieve formele sanctie
- Een voetbalteam uitfluiten na een slechte wedstrijd is een informele negatieve
sanctie
Groepsidentificatie, je verbonden voelen met de dominante cultuur en/of subcultuur. Dit
bepaalt voor een groot deel wie en/of hoe je bent. Dit heeft tot gevolg dat onze
persoonlijkheid of identiteit deels bestaat uit sociale elementen. Een mix van aangeboren
kenmerken en aangeleerde cultuurkenmerken.
2.4
Er zijn 5 verschillende dimensies waarin culturen van elkaar verschillen:
- Machtsafstand = hoe gelijk of ongelijk de relaties tussen bijvoorbeeld werkgevers en
werknemers of leerlingen en leraren zijn.
- Individualisme vs collectivisme = de mate waarin individuen zich deel voelen van
groepen (individualisme). En de groep mensen waarbij de groep zwaarder weegt dan
het individu (collectivisme).
- Masculiniteit vs feminiteit = de rolverdeling tussen mannen en vrouwen in de
maatschappij, bij masculiniteit duidelijke verschillen tussen man en vrouw en bij
feminiteit min of meer gelijk.
- Onzekerheidsvermijding = de mate van angst voor de toekomst in een samenleving
(bij hoge onzekerheidsvermijding wil men graag zekerheid).
- Oriëntatie op lange vs korte termijn = de mate waarin de maatschappij gericht is op
de toekomst of het heden. Bij een toekomstgerichte maatschappij zal de bevolking
veel plannen en sparen. En bij een maatschappij die meer gericht is op het heden en
meer behoefte heeft aan snelle resultaten.
2.5
Individualistisch / individualisme, ruimte voor persoonlijke ontwikkeling
Collectivistisch / collectivisme, het belang van groepsverbondenheid
Het verschil tussen de 2 is: bij individualisme gaat het om de mate waarin individuen zich
deel voelen van de groep en bij collectivisme draait het juist om mensen waarbij een groep
belangrijker is dan het individu -> zoals familie etc.
Ethnocentrisme = de beoordeling van andere culteren met je eigen cultuur als norm (wordt
soms als superieur opgevat).
Vooroodeel = een oordeel voordat je weet waar het over gaat of wie die gene is.
Xenofobie = kan onstaan door vooroordelen -> haat of angst voor mensen uit een andere
ethnische groep (vreemdeling).