Alle colleges zijn beschreven, niet alleen tekst van dia's maar ook wat de docent vertelt. Daarnaast zijn de voorbeelden die genoemd worden schuingedrukt in het document zodat deze duidelijk te onderscheiden zijn. Ook staan er een aantal plaatjes in ter verduidelijking van de tekst.
Dit vak is belangrijk omdat:
- Je als academicus informatie kritisch moet kunnen beoordelen.
- Onderzoeksliteratuur moet je kunnen beoordelen en gebruiken.
- Je moet onderzoeksrapporten kunnen maken.
- Andermans onderzoek interpreteren en op waarde schatten.
- Zonder “deugdelijke methode” geen wetenschappelijk onderzoek
De wetenschappelijke methode:
- Regels
- Assumpties
- Procedures
- Dataverzameling
- Data analyseren
- Data delen
- Conclusies trekken
Waarom moet ik al die bovenstaande dingen doen om gegevens te verzamelen en informatie in te
winnen? Dat kan niet!
- Observeren: Bij een voorbeeld van een foto lijkt het alsof nonnen steeds groter worden.
Maar ze zijn precies even groot. Door de pilaren en hoe de foto is neergezet maakt je hoofd
een fout. Je visuele systeem maakt fouten.
- Intuïtie: Denkfouten: Ook hier maken we allemaal fouten.
Substitutie Bias = Lastige vragen & moeilijke keuzes. Als je bijvoorbeeld in de VS niet weet of
je democraat of republikein bent. De lastige vraag die je hebt is: “Zou deze
presidentskandidate een goede president zijn?” In je hoofd wordt dit makkelijk gemaakt
doordat (Trump) haar belachelijk maakt. De vraag wordt dan: “Vertrouw ik deze vrouw?”
Selectieve aandacht:
- Perceptie
- Verwachtingen
o Waarden
o Cultuur
o Opvoeding
o Etc.
Confirmation bias:
= We zien wat we willen zien en zijn selectief in herinneren.
Het verschil in hoe mensen dingen kunnen zien:
Soms lijkt het alsof de feiten voor zich spreken. Maar je kunt de feiten interpreteren hoe jij
dat wil. En dit doet iedereen. Daarom is de wetenschappelijke methoden nodig.
,Wij kunnen waarschijnlijk geen dingen bewijzen zonder vooroordelen. Hoe doen
gedragswetenschappers dat? Hoe maken zij onderscheid tussen hun expertise en hun onderbuik
gevoelens?
De wetenschappelijke methode:
- Objectieve observaties (emperisch onderzoek) moeten we dus niet verwarren met waarden.
Want een waarde is een persoonlijke opvatting.
Voorbeeld:
Objectieve observatie:
In de afgelopen 130 jaar is het wereldwijd gemiddeld 0,9 °C warmer geworden.
Waarden:
De mens moet zijn ecologische voetafdruk drastisch verkleinen.
David Hume (1711-1776)
Wetenschap is beschrijvend en vanuit die beschrijving kun je niet tot morele of normatieve
uitspraken komen. Maar de wetenschap is niet waardenvrij.
Wat is de invloed van de omgeving op moreel gedrag?
Hypothese, als je goede mensen in een slechte omgeving zet dan veranderen deze goede
mensen in slechte mensen. Stanford Prison Experiment.
Conclusie van Zimbardo:
Onze omgeving bepaald of we een goed of slecht mensen zijn. Het slechte zit in eenieder.
Lucifer effect.
Was geen valide experiment.
o Er was geen controle in dit experiment.
o Het was geen random steekproef.
Gender? Het waren alleen maar mannen.
Culturele achtergrond? Allemaal witte mannen.
Selection bias? Alleen maar mensen die geïnteresseerd waren in het
gevangenis leven.
N=12…? Niet echt een representatieve steekproef.
o Externe invloeden
, Zimbardo was de gevangenisbaar reaction bias.
Demand Characteristics = Krijgen wat je verwacht te zien.
De wetenschappelijke discussie:
- Replicatie
o Herhalen
o Toevoegen
o Aanpassen
- Accumulatie van kennis
Hoe komen we tot onderzoeksideeën?
- Observaties van de wereld
- Onderzoek vanuit bestaande theorie
- Het komt voort uit onze eigen interesses
Broken Window Theory = De theorie dat er in wijken waar veel “graffiti, gebroken ramen en andere
tekenen van armoede of criminaliteit is”, dat dit aantrekt tot nog meer criminaliteit.
Hoe komen we tot ideeën:
Inductie
o Observaties in de wereld
o Patroon onderzoeken
o Hypothese
o Je gaat van een specifieke observatie naar een algemene theorie
Het probleem is alleen: Je doet een voorspelling over de toekomst op basis van inductie.
Voorbeeld Hier in een vijver zijn alle zwanen wit. Het zo wel eens zo kunnen zijn dat vogels
die wit zijn, zwanen zijn. Of andersom, dat zwanen sowieso wit zijn. Dat is dan een redenatie.
En dan kijk je naar een vijver in een andere stad en daar zie je het ook. En in een vijver in het
buitenland ook. En dan heb je de theorie: Als vogels wit zijn, zijn ze zwanen. Maar wat nou als
je een keer een zwarte ziet? Dan klopt je theorie niet meer. Dat komt omdat je je observaties
alleen doet op basis van dingen uit het verleden. En we weten dat observaties uit het
verleden, geen garantie bieden voor de toekomst. Dat is het probleem met inductie!
Deductie
o Van het algemene naar het specifieke:
Je hebt een theorie
Op basis daarvan maak je een hypothese
Observatie
Confirmeren
Voorbeeld Je wil weten of het waar is dat de omgeving een invloed heeft op het gedrag.
Dus in een omgeving waar veel graffiti is, gaan mensen hier ook eerder de regels overtreden?
Ik ga in een straat graffiti spuiten en ik hang allemaal flyers aan mensen hun fietsen. Dan ga
je kijken hoe vaak mensen iets op de grond gooien. En dat is inderdaad waar.
o H1: Meer mensen gooien een flyer weg in omgeving A dan in omgeving B.
o H0: Er is geen verschil tussen omgeving A&B in het aantal mensen dat een flyer
weggooit.
Confirmeren = Bewijs dat een theorie klopt.
, Falsificeren = Bewijs dat een theorie niet klopt. Zoeken naar bewijs dat ons idee niet klopt. Eigenlijk is
het falsificeren een bescherming naar het zoeken wat je wil vinden.
Nulhypothese opstellen om iets te ontkrachten.
Empirische cyclus = Cyclus waarin je onderzoek doet.
Er zijn allemaal regels voor hoe je dat op een goeie manier doet. Zodat je goede observaties doet. We
zijn in de wetenschappelijke methoden altijd opzoek naar wetmatigheden.
- Fundamenteel onderzoek = Hoe komt ons gedrag tot stand?
o Hoe kan het dat de tijd langzamer lijkt te gaan als je ouder wordt?
o Wat is de invloed van angst op tijdbeleving?
o Hoe wordt tijd waargenomen in ons brein?
- Toegepast onderzoek = Dingen die je kan toepassen, met duidelijk doel.
o Werkt Virtual Reality exposure bij de behandeling van fobieën?
o Wat helpt beter bij een depressie, medicijnen of therapie?
Belangrijk voor tentamen:
1. Inductiefase
o Waarneming
o Onderzoekshypothese
Wetenschappelijke theorie = Algemene uitspraak over de relatie tussen variabelen.
Moeten toetsbaar zijn.
o Niet (direct) toetsbaar? Dan hooguit hypothese, een idee.
Daarom: Specifiek
Operationele definitie (construct) Je moet weten waar je precies onderzoek naar doet. Dus je
moet die begrippen goed definiëren.
- Slimheid
o Intelligentie: IQ
- Geluk
o Genieten?
o Betekenisvol leven?
- Rijkdom
o Wat is rijkdom precies?
Een theorie moet toetsbaar en simpel (wet van spaarzaamheid) zijn. Probeer zo min mogelijk erbij te
halen.
Easterlin paradox (1974)
Hij observeerde dat mensen in rijke landen gelukkiger waren dan mensen in arme landen.
Maar naarmate de rijkdom steeg, mensen niet gelukkiger werden. Dus als mensen een
bepaald punt hadden bereikt, dan leidde meer inkomen niet tot meer geluk. Theorie van
afnemende meeropbrengst welvaart-geluk.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lynnmelkman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.