LEERDOELEN MEDISCH BLOK C
LEERDOELEN MEDISCH HC 1 – GROTE EN KLEINE HERSENEN, HERSENSTAM EN
RUGGENMERG
L1: UIT KUNNEN LEGGEN WAT IPSILATERAAL EN CONTRALATERAAL BETEKENT.
Ipsilateraal betekent dat het lichaamsdeel zich aan dezelfde kant van de midsagittale lijn bevind (rechtervoet
en rechterhand liggen ipsilateraal).
Contralateraal betekent dat het lichaamsdeel zich aan de andere kant van de midsagittale lijn bevind
(rechterarm ligt contralateraal van de linkerarm).
L2: DE FUNCTIONELE HERSENSCHORSGEBIEDEN LOKALISEREN EN HUN FUNCTIE BESCHRIJVEN.
CEREBRUM (GROTE HERSENEN)
Het cerebrum kent diverse namen, zoals grote hersenen,
telencephalon of de eindhersenen. In het cerebrum
worden impulsen afkomstig van sensorische zenuwcellen
verwerkt. Verder zorgen de grote hersenen voor het
reguleren van vrijwillige bewegingen. Het is ook de plek
waar de cognitieve en emotionele processen
plaatsvinden, zoals logisch redeneren, planning,
geheugen en emotie.
De cortex cerebri is de buitenste laag, schors, van het
cerebrum. Deze schors bestaat uit grijze stof en bevat dus
cellichamen zonder myeline. Om ervoor te zorgen dat de
hersenen in de schedel passen hebben de hersenen veel
vouwen (gysrus) en diepe groeven (fissuur). Met deze
vouwen is er een oppervlaktevergroting. De cortex cerebri bestaat uit 6 lagen en bevat miljarden neuronen.
Tussen de lagen moet veel communicatie zijn, waarvoor veel verbindingen nodig zijn en daar bevindt zich veel
witte stof.
Het cerebrum bestaat uit vier hersenkwabben.
FRONTAALKWAB – ONDERDEEL CEREBRUM
De frontaalkwab is de grootste kwab van de
hersenen. Het is betrokken bij planning,
organiseren, geheugen, impulscontrole,
oplossen van problemen, selectieve aandacht,
besluitvorming en beheersen van gedrag en
emoties. Het zijn de hogere controlefuncties
van de hersenen. Met het besturen van het
handelen en gedragen, helpt dit deel bij het
stellen en verwezenlijken van doelen en houdt
eisen, behoeften en plichten in balans.
,Bij het puberbrein zijn nog niet alle hersengebieden goed ontwikkelt. Zo communiceren drie hersengebieden
onvoldoende, namelijk emoties, motivatie en beloning en cognitieve functies. Deze ontwikkeling (van witte
stof) duurt tot ten minste het 25e levensjaar.
In dit gebied bevindt zich ook de plek van het frontale oogveld, ook wel frontal eye field (FEF) of Brodmann
area 8 genoemd. FEF is betrokken bij de aansturing van willekeurige oogbewegingen. Dit gebied zit zowel
rechts als links. Bij het kijken naar rechts wordt vanuit de FEF een signaal naar de hersenstam gestuurd, vanuit
daar wordt het signaal doorgestuurd naar N.VI en via fasciculus longitudinalis medialis (FLM) naar N.III.
Verder ligt het gebied van Broca in deze kwab. Dit gebied is betrokken bij het uitvoeren van spraak en ligt
meestal in de linkerhersenhelft (soms bij linkshandige op de rechterhersenhelft).
PARIËTAALKWAB – ONDERDEEL CEREBRUM
De pariëtaalkwab verzamelt sensorische informatie van verschillende delen van het lichaam. De plaats van
aankomst op de cortex zorgt voor het onderscheiden van de waarneming, dit gebeurt door de tractus
spinothalamicus. Ook speelt deze kwab een rol bij het ruimtelijk denken en is de dominante hemisfeer
betrokken bij rekenen.
TEMPORAALKWAB – ONDERDEEL CEREBRUM
De temporaalkwab is betrokken bij geheugen, leren, gehoor en doorgang van visuele banen. Zo moet voor het
gehoor de toon worden opgevangen door de cochlea (slakkenhuis) en worden omgezet in een signaal. Dit
signaal wordt via de nucleus cochlearis naar de middenhersenen, door naar de thalamus gestuurd. In de
thalamus wordt het naar de juiste plek gestuurd om de juiste toonhoogte te horen in de temporale kwab.
Verder bevindt zich het gebied van Wernicke in de temporale kwab. Dit gebied ligt naast het gebied van Broca
en is belangrijk om de taal te begrijpen. Dit centrum ligt meestal in de linker temporaalkwab.
OCCIPITAALKWAB – ONDERDEEL CEREBRUM
De occipitaalkwab is verantwoordelijk voor het verwerken van visuele informatie. Het bevat de primaire en
secundaire visuele schors. De sulcus calcarina is een groeve waar de primaire visuele schors omheen in
gevouwen. De vezels vanuit het corpus geniculatum laterale van de thalamus lopen naar de primaire visuele
cortex. Deze baan heet de radiatio optica en loopt door de temporale kwab heen.
CORPUS CALLOSUM (‘BRUG’)
Het corpus callosum bestaat uit veel commissurale vezels. Dit zijn verbindingsvezels die van de ene hemisfeer
(hersenhelft) naar de andere hemisfeer lopen. Het is een soort ‘brug’ tussen de twee hemisferen en zorgt voor
de communicatie daartussen. Bij mensen met een ernstige epileptische aanvallen wordt deze brug soms
doorgesneden, zodat de epileptische aanval zich niet van de ene hersenhelft naar de andere verspreidt.
Daarmee kan men nog normaal functioneren, maar zijn soms beperkingen merkbaar. Bijvoorbeeld als de
informatie vanuit het linker gezichtsveld in de rechter hemisfeer binnenkomt kan de patiënt niet zeggen wat hij
ziet (taal zit in de linker hemisfeer).
PRIMAIR MOTORISCHE EN PRIMAIR SOMATOSENSORISCHE CORTEX
De primaire somatosensorische cortex ligt in het voorste gedeelte van de pariëtale kwab, op de postcentrale
gyrus van de hersenen en is een uitgebreid primair gevoelscentrum waar het huidgevoel binnenkomt.
, De primaire motorcortex ligt aan de achterkant van de frontaalkwab, op het voorste deel van de centrale
sulcus. De centrale sulcus is een opvallende groef in ieder hersenen, die de frontale cortex van de pariëtale
cortex scheidt. De primaire motorische schorscentra geven opdrachten voor relatief eenvoudige bewegingen.
FASCICULUS LONGITUDINALE MEDIALIS
De fasciculus longitudinalis medialis (FLM) is een verbinding tussen de nucleus N.VI en nucleus N.III. In de FEF
wordt besloten om een kant op te kijken. Dit signaal wordt verstuurd naar de parapontiene reticulaire formatie
(PPRF) en gaat vanuit daar naar de n. abducens. Vanuit de n. abducens wordt het signaal via de FLM naar de n.
oculomotorius gestuurd, waardoor een versie mogelijk is. Afhankelijk van de hoeveelheid naar links/rechts
kijken wordt er een groter signaal verstuurd. Dankzij de FLM is een versie in horizontale blikrichting mogelijk.
Bij een laesie van FLM tussen de kernen is aan de ipsilaterale kant van de laesie de adductie beperkt en de
abductie van het contralaterale oog een nystagmus te zien.
CEREBELLUM (KLEINE HERSENEN)
Het cerebellum coördineert en perfectioneert bewegingen zoals houding en balans. Het is ipsilateraal. Spieren
kunnen samentrekken zonder het cerebellum. De functie van het cerebellum is indirect in de gaten houden of
het doel van de beweging wordt bereikt en eventueel aanpassen van de beweging. Door een beschadiging van
de kleine hersenen worden bewegingen veel minder gecoördineerd en lijkt de persoon dronken.
Er zijn diverse cerebellaire laesies:
- Ipsilaterale ataxie: onregelmatige en onhandige beweging van de ledematen en romp.
- Dysarthrie: verworven spraakstoornis als gevolg van hersenletsel.
- Gaze evoked nystagmus/blikrichting nystagmus: de nystagmus blijft aanwezig bij deze blikrichting.
DIENCEPHALON
Het diencephalon bestaat uit de thalamus, de hypothalamus, de hypofyse en de epifyse.
De thalamus is een belangrijk schakelstation tussen het ruggenmerg en de grote hersenen. De thalamus filtert
prikkels en zorgt ervoor dat niet alle informatie de grote hersenen bereiken. De hersenschors kan de thalamus
de opdracht geven bepaalde prikkels te onderdrukken. De thalamus bestaat uit een dertigtal kernen met eigen,
verwante functies die prikkels doorgeven en aanpassen uit de zintuigen. Het gaat dus om afferente informatie
van hersenzenuwen (exclusief reuk), hypothalamus (honger, dorst, hormoonhuishouding), cerebellum
(coördineren van bewegingen), ruggenmerg (motoriek en gevoel), basale kernen (coördineren van
bewegingen), limbisch systeem (emotie, gedrag en geheugen). Het corpus geniculatum laterale is een
kerngebied in de thalamus waar visuele informatie vanuit de retina binnenkomt. Vanuit daar gaan er vezels
naar de primaire visuele schors.
De hypothalamus is ook een belangrijk schakelstation, maar dan tussen het zenuwstelsel en hormoonstelsel.
De hypothalamus is verbonden met de hypofyse en stuurt deze aan.
De hypofyse is een belangrijke klier die hormonen aanmaakt die vervolgens een andere hormonale klier remt,
of stimuleert om hormonen aan te maken. De hypofyse zit vlak onder het chiasma opticum. Indien een tumor
ontstaat in de hypofyse kan dit zorgen voor gezichtsvelduitval.
De epifyse of pijnappelklier is een endocriene klier in de hersenen. De epifyse produceert het hormoon
melatonine. Melatonine speelt een rol in het dag/nacht ritme van de mens. Mogelijk remt het de ontwikkeling
van de geslachtsklieren af tot de puberteit begint.