1. James wordt gevraagd wat de beste manier is om te studeren voor een tentamen. Hij
antwoordt dat de beste manier van studeren het maken van flash cards is. Hij kan zich alle
keren dat hij flash cards heeft gebruikt en een goed tentamencijfer heeft gehaald nog goed
herinneren. Hij vergeet hier alleen alle keren in acht te nemen dat hij wel een goed
tentamencijfer haalde, maar geen gebruik maakte van zijn flash cards. En andersom, de
keren dat hij de flash cards gebruikte, maar het tentamen niet goed ging. Zijn foutieve
redenering is een voorbeeld van:
a. cherry-picking evidence.
b. availability heuristic.
c. present/present bias. *
d. hindsight bias.
Zie hoofdstuk 2 (p. 34-35). James vergeet de relevante vergelijkingsgroep in ogenschouw te
nemen.
2. Angela leest een studie in een wetenschappelijk tijdschrift waarin een verband wordt
gevonden tussen het gebruik van mobiele telefoons en migraines. Ze zegt, “Nou, deze studie
is niet valide, want ik gebruik mijn mobiele telefoon meer dan wie dan ook en ik heb nooit
last van migraines.” Als je haar opmerking bekijkt, wat lijkt Angela dan te vergeten?
a. Wetenschap is gebaseerd op empirie (empiricism).
b. De studie is waarschijnlijk gerepliceerd.
c. De studie geeft geen duidelijke definitie van het gebruik van mobiele telefoons.
d. Wetenschap is probabilistisch (probabilistic). *
Zie hoofdstuk 2 (vanaf p. 31). Sociale wetenschap is probabilistisch, wat betekent dat we niet
verwachten dat we altijd dezelfde bevindingen doen voor alle mensen. Het gaat om de kans dat je
bepaald gedrag observeert.
3. Nadat hij zijn methodologieboek heeft gelezen, zegt Cyril tegen zichzelf: “Ik weet zeker dat
andere mensen denkfouten maken, maar dat zou ik nooit doen.” Wat ligt ten grondslag aan
Cyrils uitspraak?
a. Bias blind spot *
b. Confirmation bias
c. Self-serving bias
d. Motivated thinking
Zie hoofdstuk 2 (p. 37).
4. Welk van de onderstaande opties beschrijft de stappen uit de empirische cyclus in de juiste
volgorde?
a. Theorie – Observatie – Voorspelling – Toetsing – Evaluatie
b. Voorspelling – Toetsing – Observatie – Evaluatie – Theorie
c. Observatie – Voorspelling – Theorie – Evaluatie – Toetsing
d. Observatie – Theorie – Voorspelling – Toetsing – Evaluatie *
Zie kennisclip 1.1: de empirische cyclus.
1
, HERTENTAMEN INLEIDING METHODENLEER 2020-2021
5. Welk van de onderstaande opties is een voorbeeld van toegepast (applied) onderzoek?
a. Een sociaal psycholoog die geïnteresseerd is in de componenten van zelfbeeld
b. Een onderwijspsycholoog die een manier zoekt om wiskundevaardigheid in
achtjarigen te verhogen *
c. Een persoonlijkheidspsycholoog die de verschillen tussen introverte en extraverte
mensen onderzoekt
d. Een cognitief psycholoog die kijkt naar de verschillen in probleem-oplossend
vermogen tussen mannen en vrouwen
Zie hoofdstuk 1 (p. 16). Toegepast onderzoek wordt gedaan met een praktisch probleem in het
achterhoofd. Dit is alleen het geval voor optie A. Opties B, C, en D zijn meer gericht op het
vergroten van de algemene kennis over een fenomeen.
6. Veel complottheorieën hebben met elkaar gemeen dat ze omgaan met observaties die
tégen de theorie ingaan, door de theorie zodanig uit te breiden dat ook díe observaties
erbinnen vallen. Bijvoorbeeld: toen mensen die geloven dat de aarde plat is geconfronteerd
werden met foto’s van de (ronde) aarde die vanuit de ruimte genomen waren, verzonnen ze
snel een uitbreiding voor hun theorie dat zulke ruimtefoto’s gemanipuleerd waren door de
overheid. Zulke uitbreidingen kunnen toegevoegd blijven worden om zo observaties die
tegen de theorie in lijken te gaan toch in de theorie op te nemen. Hoe beïnvloedt deze
strategie de wetenschappelijke waarde van zulke complottheorieën?
a. Dit maakt de theorieën falsificeerbaar en spaarzaam (parsimonious).
b. Dit maakt de theorieën falsificeerbaar en onspaarzaam (unparsimonious).
c. Dit maakt de theorieën onfalsificeerbaar en spaarzaam (parsimonious).
d. Dit maakt de theorieën onfalsificeerbaar en onspaarzaam (unparsimonious). *
Zie hoofdstuk 1 (p. 14-15), kennisclip 1.2: falsificeerbaarheid, hoorcollege 1. Door steeds maar
elementen toe te voegen aan de theorie, wordt deze meer complex en minder spaarzaam. Daarbij
zorgen deze constante toevoegingen ervoor dat mensen die in complottheorieën geloven, ze nooit
“los hoeven te laten”, wat ervoor zorgt dat de theorie onfalsificeerbaar is: het is niet mogelijk om
observaties tégen de theorie te doen, want al dat soort observaties worden gelijk weg
beredeneerd zodat ze bij de theorie passen.
7. In welk geval zou een onderzoeker mogen concluderen dat een theorie bewezen is?
a. Als de hypothese helemaal in lijn is met de theorie.
b. Als de data van de studie helemaal in lijn zijn met de theorie.
c. Als meerdere studies in verschillende contexten helemaal in lijn zijn met de theorie.
d. Het is niet mogelijk om een theorie te bewijzen. *
Zie hoofdstuk 1 (p. 15) en kennisclip 1.3: groeiende kennis. In de wetenschap zeggen we nooit dat
een theorie “bewezen” is, omdat er altijd nieuwe informatie aan het licht kan komen die de
huidige ideeën verandert.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper charliehockers1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,69. Je zit daarna nergens aan vast.