In deze samenvatting beschrijf ik hoofdstuk 1, 2, 6, 7 en 12 van mens en recht. Dit tentamen heb je in jaar 1, periode 2. ik heb voor deze samenvatting de les, kennisclips, aantekeningen en het boek gebruikt.
Wat is recht?
Thomas Hobbes:
Gedachten over wat en waarom er recht is, in een boek vastgelegd (Leviathan).
- Wetteloze natuurtoestand = De periode voordat er recht was.
Survival of the fittest, recht van de sterkste.
Homo humini lupus est = Wij mensen gedragen ons ten opzichte van elkaar als
wolven.
- Sociaal contract met Leviathan:
Langzaam aan gaan mensen zich specialiseren waardoor er onderlinge
afhankelijkheid optreed, daardoor geen wetteloze natuurtoestand meer, want anders
krijg je ruzie.
- Wij geven ons recht af aan de overheid (overheid heeft geweldsmonopolie).
Recht is vervanging van de natuurlijke regels en dat is noodzakelijk voor de samenleving
waarin wij leven.
Hoe vervangt het recht de regels van vroeger:
- Werkelijkheid vertalen naar juridische werkelijkheid. Bestaat uit rechtssubjecten
(natuurlijke personen en rechtspersonen) die rechten en plichten hebben.
- Conflicten worden voorgelegd en beslist door de overheid (rechterlijke macht).
Recht omvat het stelsel van regels waaraan zowel de overheid als de burger zich moet
houden.
- Stuurt hoe mensen zich gedragen.
- Zorgt voor ordering.
- Zorgt voor spelregels.
Hoofdstuk 1: Waar vind ik recht(en) en plichten?
Rechtsbronnen = Waar de rechten en plichten worden gemaakt. Komen voort uit normen en
waarden die algemeen gelden in de maatschappij.
- Wet- en regelgeving = Regels die gemaakt worden door regering, parlement en
andere overheden.
- Jurisprudentie = Uitspraken van rechters, toepassen van wetten in individuele
situaties.
- Gewoontes = Ongeschreven regel.
- Verdragen = Afspraken met andere staten.
Aard van rechtsregels = Hebben niet allemaal dezelfde werking.
Van belang is:
- De rangorde van regels.
- Dwingende werking = Mag je niet van afwijken.
Aanvullende werking = Je mag iets anders afspreken dan in de wet staat, als het in
het voordeel is van de client.
- Objectieve = Geldt voor iedereen, hoe het in de wet staat.
Subjectieve = Geldt voor een persoon, richt zich op dat moment alleen op jou.
- Grondrechten klassiek = Burger ten opzichte van de overheid.
Grondrechten sociale = Opdracht aan overheid.
, Volgorde/ rangorde van wet en regelgeving = Welke heeft het meeste voorrang.
1. Verdragen.
2. Richtlijnen en verordeningen Eu.
3. Grondwet.
4. Wetten.
5. Koninklijke besluiten.
6. Ministeriele regelingen.
7. Provinciale regelingen.
8. Gemeentelijke verordeningen.
Waarom is er een overheid?
- De sociale contracttheorie = Een verklaring.
- Begint bij collectief actieprobleem. Individuele rationaliteit vs collectieve rationaliteit.
(Eigen belang vs maatschappelijk probleem).
- Sociaal contract = Iedereen geeft een stukje individuele vrijheid op en dat wordt
overgeheveld naar de overheid.
- Zodat de overheid de macht krijgt en collectieve rationaliteit voor elkaar kan krijgen.
Hoe beteugel je de overheid?
1. Legaliteitsbeginsel = De overheid mag alleen dingen doen, als dat in de wet staat
beschreven.
2. Wie stellen de wetten vast?
Regering + staten generaal (maken de wetten).
Regering = Koning + ministers (maken koninklijke besluiten).
Staten generaal = 1e en 2de kamer.
3. Scheiden van de macht (trias politica)
Wetgevende macht = regering + staten generaal.
Uitvoerende macht = regering.
Rechtsprekende macht = rechters.
4. Grondbeginsel vastleggen (grondwet).
Klassieke = Overheid mag hier geen inbreuk op maken, terwijl het mag van de wet.
Sociale = Overheid moet zijn best doen om dit te leveren.
5. Vaste procedures = Hoe dingen eruit zien.
6. Verkiezingen.
Nederland is een rechtsstaat:
1. Legaliteitsbeginsels.
2. Onafhankelijke rechters.
3. Grondrechten = Meest belangrijke rechten voor de mens.
4. Machtenscheiding.
5. Democratie.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat: Macht wordt geografisch
onderverdeeld. Eerst macht bij centrale overheid, daarna bij de lagere overheden.
- Koninkrijk der Nederlanden (Nederland, Cuba, Curaçao en Sint Maarten).
- Rijksoverheid.
- Provinciale overheid.
- Gemeentelijke overheid.
- Functionele overheid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Novavdvalk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.