Drie verdragen:
1. Grondwettelijk basisverdrag (VEU): afspraken
2. Uitwerking in werkingsverdrag (Wv): werking van de afspraken
3. Handvest van de grondrechten (Hv)
De instellingen binnen de Europese Unie
De Europese commissie: is onderdeel van de wetgevende macht, ze heeft het recht tot initiatief.
Alle commissarissen hebben hun eigen ministerie. Supranationaal. (art 17 VEU, 244Wv). Stem
modaliteit: 753 leden, dus meerderheid vereist 377 stemmen. Bij afkeuring van beleid moet er
2/3 van de commissie hiervoor gestemd hebben.
De Raad van ministers: soort lagere vertegenwoordiging van de lidstatelijke belangen. Ze
leggen verantwoording af aan de nationale parlementen. Onderdeel van de wetgevende macht.
Het Europees Parlement: bestaat uit verkozen volksvertegenwoordigers. Is onderdeel van de
wetgevende macht, het EP moet positief beslissen over wetgevingen. Ze hebben geen recht tot
initiatief, maar wel amendement recht, en veto recht. Het EP kan de commissie naar huis sturen
door een motie van wantrouwen in te dienen. (art 14 VEU, 223Wv, 234Wv). Parlement heeft
ook recht op enquête, ter tussentijdse controle (art 226Wv).
Het Hof van Justitie: Het is een bijzondere rechtbank, omdat ze naast een rechtsprekende rol
ook een soort uitvoerende macht; ze geven zo’n sterke invulling aan de bepalingen, dat ze een
rechtsvormende rol hebben. Supranationaal. (art 19 VEU, 251Wv)
De Europese raad: bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten. Zij nemen
de belangrijkste beslissingen in de EU. Ze hebben veto recht. (art 15 VEU)
Prejudiciële vragen: als individu zal je bijna nooit voor het hof van justitie komen, want je
komt voor de nationale rechter. Als een unie bepaling relevant is, moet ze rechter naar het hof
van justitie gaan om te vragen hoe de wet geïnterpreteerd moet worden. Het hof van justitie
interpreteert de wet naar de het voordeel van de unie.
Supranationaal: internationaal orgaan met een zekere autonomie en eigen bindende
bevoegdheden over de lidstaten.
Attributiebeginsel: de EU mag alleen actief zijn op gebieden waar de lidstaten ze de macht
hebben gegeven om actie te ondernemen.
Exclusieve bevoegdheden: douane, mededingingsregels, monetair beleid (art 3 Wv). Alleen de
EU kan hier wetgevend optreden en juridisch bindende handelingen vaststellen, de lidstaten
kunnen slechts handelen tot in hoeverre de EU ze daarvoor gemachtigd heeft. Er is altijd sprake
van een verordening, een richtlijn geeft lidstaten immers de ruimte voor invulling.
,Gedeelde bevoegdheden: de lidstaten en de EU kunnen allebei wetgevend optreden en
juridische handelingen vaststellen. De lidstaten oefenen hun bevoegdheid uit voor zover de unie
haar bevoegdheid niet heeft uitgevoerd (art 4 Wv).
Ondersteunende bevoegdheden: op basis van toestemming van de lidstaten kan de EU helpen
bij aanvulling van de regelgeving (art 6 Wv)
Wetgevingsprocedure: art 294Wv.
Van Gend & Loos: de rechtstreekse werking van het EU recht.
Van Gend & Loos is een vervoersbedrijf dat goederen van Duitsland naar Nederland
exporteerde. Bij het overgaan van de grens werd het geconfronteerd met invoerrechten die
verhoogd waren sinds de invoering van het EEG verdrag, waarin bepaald was dat invoerrechten
niet verhoogd mochten worden. Het bedrijf stelt een aantal prejudiciële vragen aan het Hof van
Justitie van de EU, waarvan de belangrijkste is: heeft artikel 30 VWEU directe werking?
Na van Gend & Loos kwamen er heel veel uitspraken over welke bepalingen nou wel en niet
rechtstreeks van toepassing waren; er kwamen namelijk heel veel vragen hierover op. De vraag
was telkens: geeft de bepaling van de unierechter de nationale rechter voldoende houvast om in
een concreet geval te kunnen worden toegepast?
Conclusie: een verdragsbepaling heeft directe werking, en kan dus direct voor de nationale
rechter ingeroepen worden, wanneer een bepaling “voldoende helder, precies en
onvoorwaardelijk” is:
- Voldoende nauwkeurig: moet door een justitiabele kunnen worden ingeroepen en door
de rechter kunnen worden toegepast, wanneer de erin vervatte verplichting in
ondubbelzinnige bewoordingen is geformuleerd.
- Onvoorwaardelijk: wanneer de bepaling een verplichting oplegt die aan geen enkele
voorwaarde is gebonden en die voor haar uitvoering of werking niet afhangt van een
handeling aan de instellingen van de unie of van de lidstaten.
Costa / ENEL: De advocaat Costa heeft aandelen in een klein elektriciteitsbedrijf dat dankzij
een Italiaanse nationalisatiewet wordt ingelijfd bij het grote bedrijf ENEL. In een gerechtelijke
procedure verzocht Costa om de toepassing van artikel 117 EEG-verdrag om zo de Italiaanse
rechter te laten toetsen aan het Europese gemeenschapsrecht. In de zaak vraagt de Italiaanse
kantonrechter aan het Hof van Justitie om te toetsen of het nationale Italiaanse recht verenigbaar
was met het Europese Gemeenschapsrecht. De Italiaanse rechter was van mening dat de eigen
nationalisatiewet belangrijker was dan de eerder nationale wet waarbij het Verdrag van Rome als
nationale wet was aangenomen.
Conclusie: Het Hof van Justitie stelde dat de nationalisatiewet niet in strijd was met het EEG-
verdrag. Verder stelde zij echter dat het Europese recht voorrang heeft boven het nationale
recht van de lidstaten:
- Het Europees recht vereist dat de regels in alle lidstaten op dezelfde wijze worden
toegepast.
, - Het gemeenschapsrecht is uit een autonome bron ontstaan en op grond van dit specifieke
karakter is het niet mogelijk dat zij zomaar door nationaal recht van een lidstaat opzij
geschoven kan worden. Op die manier zou het gemeenschapsrecht namelijk zijn
gemeenschappelijke karakter verliezen, wat nou juist een van de rechtsgronden is.
→ directe werking van internationaal recht niet alleen in monistische maar ook in
dualistische staten geldt.
Conclusie: Omwille de doelen en effectiviteit van de Europese Unie heeft het unie recht
voorrang op de nationale wetgeving.
Wightman: het Verenigd Koninkrijk mag eenzijdig zijn besluit om uit de EU te stappen
terugdraaien. Een lidstaat is soeverein in het besluit om te vertrekken, maar ook in het besluit om
te blijven. Dat geldt zolang er nog geen definitieve Brexit-overeenkomst van kracht is tussen
Londen en Brussel en zolang de periode van twee jaar sinds de officiële aankondiging van de
Britse uittreding nog niet is verstreken.
Conclusie: Hof van Justitie wijkt hier af van het originele unie verdrag, heeft dus sterke
rechtsvormende macht. Lidstaten behouden hun soevereiniteit dmv van het recht
- Zich terug te trekken uit de EU
- Het recht zich te bedenken op de terugtrekking uit de EU
Week 2: Bevoegdheden en rechtsbronnen
Subsidiariteitsbeginsel: de Europese Unie treedt alleen op wanneer dat doeltreffender is dan een
maatregel op landelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau (art 5(3) en art 12 VEU).
Horizontale bevoegdhedenverdeling: Europese raad vs EP vs Commissie
Verticale bevoegdhedenverdeling: EU vs lidstaten
Attributiebeginsel: afbakening van de bevoegdheden van de EU, de bevoegdheid moet aan de
EU zijn toebedeeld bij het Verdrag. Art 5(1) en (2) VEU.
De vaststelling van de EU bevoegdheden geschiedt adhv een rechtsgrondslag vereiste. In het
VEU staan een aantal doelstellingen van de EU, maar dit zijn nog geen rechtsgrondslagen. Om
sprake te zijn van een rechtsgrondslag moet er echt iets dergelijks staan als ‘de raad en het EP
nemen volgens de gewone wetsprocedure de volgende typen maatregelen aan’.
Proportionaliteitsbeginsel: in welke mate er door de EU moet worden opgetreden
Soft law: art 288Wv. Ondanks de niet bindende werking is soft law een belangrijk instrument,
mede door de verplichting tot loyale samenleving; unie trouw. De EU is exclusief bevoegd om
regels van mededinging vast te stellen; de commissie kan richtsnoeren uitbrengen, deze zijn niet
bindend maar wel veelal bepalend voor hoe zaken beoordeeld worden. Als een land zich niet
gedraagt naar deze richtsnoeren, kan er gezegd worden dat zij zich niet gedraagt gelange de unie
trouw, en dan kunnen er bepaalde eisen worden gesteld bijv.
→ Aan de hand van een niet bindend document kunnen er zo dus toch bindende
voorwaarden gesteld worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fbuters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.