Probleem 3: Roze ouderschap
Literatuur:
Bos & Vonk, (2012) Duo-Moederschap in Nederland vanuit Juridisch en
ontwikkelingspsychologische perspectief.
Bos (2013). Lesbian-Mother Families Formed Through Donor Insemination
Reczek (2020). Sexual and gender minority families: a 2010 to 2020 decade in
review.
Autrique (2010) Hoofdstuk 6 Homoseksuele en lesbische ouders, door: Warmerdam
Walsh (2012). H8: Gay and Lesbian Family life. Door: Green
Parke (2013) H4: Same-Gender Families
Van Leeuwen & Van Crombrugge (2012) H9 Veerkracht bij kinderen met lesbische
moeders: een nieuw onderzoeksperspectief. Door: Bos, Gelderen en Gartrell
Leestips:
Voornamelijk richten op NLLFS en Uva (wordt ook wel omschreven als het Nederlandse
longitudinale onderzoek en er wordt vaak verwezen naar auteur Bos) Deze twee studies kun
je vergelijken met andere losse onderzoeken. zijn oranje
Leerdoel 1: Wat is de achtergrondinformatie rondom ouderschap bij ouders van
hetzelfde geslacht op het gebied van: definities, demografische trends en theorieën?
Definities
Bos en Vonk, 2012
In de Engelse literatuur worden lesbische stellen die aan de hand van een spermadonor een
kind krijgen ook wel ‘planned lesbian families’ genoemd. Om op deze manier onderscheid te
maken tussen gezinnen waarin twee moeders kinderen opvoeden uit een eerdere hetero
relatie.
Reczek, 2020
Er zijn verschillende manieren om een gezin te vormen: Kinderen uit een eerdere
heteroseksuele relatie, adoptie, reproductieve technologieën en draagmoederschap.
In dit artikel spreken ze over sexual and gender minority families (SGM) dit zijn families met
lesbische, gay, biseksuele, transgender, queer, aseksuele en interseksuele mensen.
Autrique, H6
Er zijn verschillende relatievormen:
1. Kinderen binnen een veranderende (hetero naar homo) relatie geboren in een
heteroseksuele relatie waarvan een van de ouders later homoseksueel blijkt. Soms
blijft het paar samen en werden er afspraken gemaakt over de kaders waarin men de
eigen gevoelens kon beleven, vaker word er voor scheiden gekozen. Vaak wordt
geprobeerd dit uit te stellen naar wanneer de kinderen jongvolwassen zijn.
2. Kinderen binnen een homoseksuele relatie (twee vrouwen, twee mannen) worden
geboren binnen een relatie tussen twee mensen van hetzelfde geslacht. Vaak een
relatie van twee vrouwen. De afwezigheid van een vader heeft nauwelijks invloed op
de ontwikkeling van het kind
, 3. Kinderen binnen co-ouder relaties een van de verzorgenden (of meer) is
homoseksueel: de kinderen worden door drie of vier ouders opgevoed. Vaak is er dan
wel een vader aanwezig.
De samenstellingen van gezinnen met homoseksuele ouders
Met één homoseksuele ouder:
Alleen een moeder: de lesbische moeder kan kiezen een gezin zonder vader te
beginnen (donor). een andere groep gezinnen wordt met een alleenstaande lesbische
moeder gevormd door de opgesplitste gezinnen waarbij de relatie eerst heteroseksueel
was. De ouders zijn opgesplitst en de kinderen bij moeder
Alleen vader: lijkt nauwelijks voor te komen, eenouder adoptie kan dit veranderen.
Gezinnen met twee (of meer) homoseksuele ouders:
Twee moeders: grotendeels hetzelfde als gezinnen met één moeder
Twee vaders: homoseksuele mannen kiezen voor een gezin zonder moeder
Co-ouderschap: de vader(s) nemen de helft van de tijd de opvoeding voor hun rekening.
Bos en Vonk, 2012
De verhouding tussen kind en donor
Kinderen van lesbische moeders worden of verwekt door kunstmatige inseminatie of door
zelfinseminatie met sperma van een donor. Bij zelfinseminatie kan de donor een vriend of
kennis van de moeders zijn en deze kan in meer of mindere mate betrokken zijn bij de
opvoeding. (motief kind heeft recht om te weten wie vader is). Bij kunstmatige inseminatie is
keuze voor anonieme of niet anonieme donor ( in NL nu alleen mogelijk via niet-annonieme
donor)
Uit onderzoek van Vanfrausen et al kwam dat de helft van de kinderen (10 jaar gemiddeld)
meer informatie wilden over donor en voornamelijk geintreseerd in uiterlijk en
persoonlijkheid, geen interesse in familieband. Uit ander onderzoek bij 12 en 17 jaar uit
kwamen vergelijkbare resultaten.
Bij 6 van de 9 geinterviewde uit onderzoek in engeland kozen 6 voor een bekende donor.
Omdat ze vonden dat de kinderen recht hadden op weten wat hun erfelijke afkomst is en
eventueel contact kunnen hebben met hen. Ook kwam uit een onderzoek dat ouders die kozen
voor bekende donor ze bang waren dat het bij de adolescentie psychologische of
identiteitsproblemen zullen ervaren.
Demografische trends
Bos en Vonk, 2012
In 2009 ongeveer 25.000 samenwonende vrouwelijke koppels, 20% van deze
huishoudens heeft kinderen onder de 18 in huis.
Waarschijnlijk zal het aantal kinderen opgevoed door twee moeders alleen maar
toenemen effect hiervan is dat door de ‘lesbische babyboom’ er steeds meer
onderzoeken plaatsvinden naar deze gezinnen. Lesbische babyboom komt door
adoptie voor alleenstaanden en koppels zelfde geslacht, medische mogelijkheden en
toestaan van het homohuwelijk.
Onderzoek SCP onder 1101 jonge meiden die zichzelf lesbisch noemen heeft 60% een
kinderwens.
, Autrique, H6
Ongeveer 25% van de NL bevolking is jonger dan 20 (4 miljoen kinderen). Het aantal
kinderen dat in een homoseksueel gezin oproeide in 1996 werd geschat op 20.000 (0.5%) de
groep is gegroeid en is nu ongeveer 1% (ongeveer 40.000).
Walsh, H8
In 2005 waren er ongeveer 776.943 huishoudens van stellen van hetzelfde geslacht in de VS.
(door de jaren is dit aantal toegenomen). 20% hiervan heeft kinderen. Er waren 22% van de
homoparen en 33% van de lesbische stellen met kinderen.
Theorieën
Walsh, H8
Er zijn een aantal grote uitdagingen voor homoseksuele/lesbische families (Amerika):
Discriminatie bij werkzoeken: ze worden hier niet voor beschermd en hebben dus ook
geen hulpbronnen als ze geen loon, baan of huis etc kunnen vinden.
Pesten van homoseksuele/lesbische jeugd: er zijn geen wetten om jeugd hiervoor te
beschermen en als ze er zijn zijn de maatregelen vaak zwak. Het grootste deel van
deze jeugd rapporteert significante levels van verbaal of fysieke pesten en dit komt
meestal voor op school.
Same seks mariage is in sommige staten nog niet legaal
Er zijn andere wetten rondom ouderschap
Leerdoel 2: Welke verschillende manieren zijn er om hier onderzoek naar te doen? En
welke invloed heeft dit op de onderzoeksresultaten?
Tip: let op welke doelgroepen met elkaar worden vergeleken & wat de effecten zijn.
Focus onderzoeken
Bos, 2013
In de review van Bos (2013) wordt er gekeken naar drie soorten vragen die focussen op:
a) Een vergelijking tussen planned-lesbian moeder families en twee ouder
heteroseksuele families op familie karakteristieken, ouderschap en uitkomsten voor
het kind
b) Verschillen of overeenkomsten tussen de biologische moeder en niet-biologische
moeders op aspecten als motieven om moeder te worden, ouderschap en verdeling
van werk.
c) De diversiteit in planned lesbian-moeder families en de consequenties van deze
diversiteit op ouderschap en uitkomsten voor het kind.
National Longitudinal Lesbian Family Study (NLLFS)
Begonnen in 1986 (25 jaar lang) met 154 vrouwen die zwanger waren of in een
inseminatietraject zaten
Longitudinaal
De vrouwen zijn op verschillende momenten ondervraagd over aspecten van hun
leven en dat van hun kinderen, toen de kinderen 2, 4, 10 en 17 jaar waren
Doel rapporteren over hoe lesbische moeders hun kinderen opvoeden, kijken welke
homonegativiteit deze vrouwen en hun kinderen meemaken, wat zijn de gevolgen