Samenvatting boek ‘De wereld van de arbeidsbemiddeling’.
Hoofdstukken: 2, 3, 4, 5, 6 en 9.
Hoofdstuk 2
Binnen de arbeidsbemiddeling zijn veel verschillende organisaties actief: het uitzendbureau, het
werving- en selectiebureau, het detacheringsbureau, de headhunter en UWV WERKbedrijf, maar ook
het mobiliteitsbureau, het re-integratiebureau en het outplacementbureau. Ze zijn allemaal gericht
op het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
De verschillen tussen deze organisaties kunnen worden geformuleerd aan de hand van de volgende
vier aspecten.
1. Methodiek de methodiek kan uitgaan van de kandidaat die (weer) wil deelnemen aan
het arbeidsproces (bij aanbodgerichte arbeidsbemiddeling) of de vacature van een
organisatie (bij vraaggerichte arbeidsbemiddeling). Bij aanbodgerichte bemiddeling wordt
gewerkt vanuit kandidaten die zich (her)oriënteren op de arbeidsmarkt. De kandidaten die
een beroep doen op aanbodgerichte arbeidsbemiddeling hebben gemeen dat zij op een
bepaalde afstand tot de arbeidsmarkt staan.
Bij aanbodgerichte arbeidsbemiddeling zal eerst een traject worden opgestart met de
kandidaat om de startkwalificaties voor de arbeidsmarkt te versterken.
Bemiddelingsbureaus die op deze manier werken zijn:
- het mobiliteitsbureau
- het re-integratiebureau
- het outplacementbureau
- UWV WERKbedrijf
De methodiek bij aanbodgerichte bemiddeling begint met een gesprek tussen de consultant
en de kandidaat die wil of moet terugkeren op de arbeidsmarkt. De consultant zal een
diagnose stellen over de bemiddelbaarheid van de kandidaat. Als een kandidaat moeilijk
bemiddelbaar is, heeft hij een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
Tekortkomingen van die kandidaat kunnen te maken hebben met:
- onvoldoende scholing
- gebrekkige taalbeheersing
- persoonlijke, psychische en/of lichamelijke beperkingen
Vraaggerichte arbeidsbemiddeling wordt verzorgd door:
- uitzendbureaus
- werving- en selectiebureaus
- detacheringsbureaus
- headhunters
1
, 2. Marktsegmentatie door specialisatie
marktsegmentatie kan plaatsvinden op basis van: branche & doelgroep.
Marktsegmentatie op basis van branche: een branche is een benaming voor alle bedrijven
die een vergelijkbare categorie producten of diensten leveren, op dezelfde hoogte in een
bedrijfskolom. In de arbeidsbemiddeling houdt marktsegmentatie op brancheniveau in dat
een keuze wordt gemaakt om alleen te bemiddelen voor functies binnen een bepaalde
branche. Er zijn organisaties die alleen bemiddelen voor functies binnen automotive of
agrarische en voedingssector.
Marktsegmentatie op basis van doelgroep: bij doelgroepsegmentatie kan men besluiten
alleen te bemiddelen voor groepen mensen die bepaalde gemeenschappelijke kenmerken
hebben waarop specialisatie kan plaatsvinden: leeftijd, geslacht, etnische achtergrond,
opleidingsniveau, salarisniveau, functieniveau, langdurig werklozen, ouderen enz.
3. Geografisch bereik een bureau kan landelijk of regionaal opereren, en er ook voor
kiezen om de werkzaamheden uit te breiden over de landsgrenzen heen.
Geografisch bereik is vaak gerelateerd aan de organisatiestructuur.
4. Externe of interne arbeidsbemiddeling
Bij externe arbeidsbemiddeling worden vraag en aanbod op de arbeidsmarkt buiten de
organisatie met elkaar in contact gebracht via een intermediair. Hierbij is de intermediair de
externe partij die de bemiddeling tot stand brengt tussen opdrachtgever en kandidaat (zoals
werving- en selectiebureaus en outplacementbureaus).
Interne arbeidsbemiddeling vindt plaats binnen een organisatie onder verantwoordelijkheid
van een loopbaanadviseur of HR-consultant. Dit komt vooral voor bij grotere bedrijven met
een eigen mobiliteitsbureau, dat interne overplaatsing naar een ander bedrijfsonderdeel,
vestiging of businessunit begeleidt.
2.3 Kenmerken van dienstverlening
Intermediairs op de arbeidsmarkt vallen binnen de economie onder de zogenoemde tertiaire sector,
ook aangeduid als ‘dienstverlenende sector’. De verschillende sectoren die worden onderscheiden
binnen de economie zijn:
- de primaire of leveringssector, waarin grondstoffen en voedsel worden geleverd, bijv. door
landbouw en visserij;
- de secundaire of industriële sector, die de grondstoffen verwerkt;
- de tertiaire of dienstverlenende sector, waarin producten aan de consument worden
doorverkocht;
- de quartaire sector of de niet-commerciële dienstensector, waarin diensten worden geleverd
zonder winstoogmerk, zoals in de gezondheidszorg, sociaal werk en bij defensie.
De consultant binnen de arbeidsbemiddeling is werkzaam in de dienstverlenende sector. Hij verleent
zowel de opdrachtgever als de kandidaat een dienst. Een dienst is een ongrijpbaar product waarvan
je fysieke eigenschappen niet kunt beschrijven.
2
, De volgende 4 kenmerken van dienstverlening worden beschreven:
- ontastbaarheid (dienst kan niet worden aangeraakt)
- vergankelijkheid (een niet-geconsumeerde dienst kan niet op een ander tijdstip worden ingehaald)
- interactieve consumptie (de dienst komt in samenspraak met anderen tot stand)
- heterogeniteit (de dienst is moeilijk te standaardiseren)
Ontastbaarheid: het feit dat diensten ontastbaar zijn, maakt het voor de afnemer vaak moeilijk de
dienst te typeren en te beoordelen. Bij diensten zijn de criteria de ervaring, de kennis en het
inlevingsvermogen van de individuele consultant, maar die zijn moeilijk te meten of in te schatten.
De waardering van de dienst is dus afhankelijk van de manier waarop de opdrachtgever of kandidaat
de samenwerking ervaart of beleeft. Een consultant die na aanvang van de dienst binnen twee
weken de eerste kandidaten presenteert, kan daarover tevreden zijn. De verwachting kan ook 1
week zijn, en dan zal de opdrachtgever niet tevreden zijn. Om zo weinig mogelijk aan het toeval over
te laten wordt ook in de arbeidsbemiddeling de ontastbaarheid van de dienst bij voorkeur tot een
minimum teruggebracht, onder meer door de werkprocessen die zich binnen de arbeidsbemiddeling
afspelen duidelijk te beschrijven.
Vergankelijkheid: met vergankelijkheid wordt bedoeld dat een dienst niet op voorraad gehouden
kan worden en ook niet kan worden teruggeven of geruild. Evenmin is het mogelijk om een niet-
geconsumeerde dienst op een later moment in te halen. Voorbeeld: als de kapper ene afspraak heeft
met een klant die vervolgens niet verschijnt, betekent dit gelijk verloren omzet. Ook is er geen
andere klant op ‘voorraad’ die gedurende het vrijgevallen uur geknipt kan worden. Omgekeerd kan
de klant van de kapper bij een tegenvallend resultaat het nieuwe kapsel niet teruggeven of omruilen
tegen het oude kapsel.
Om dit te vertalen naar de arbeidsbemiddeling betekent dit dat als de consultant drie kandidaten
voorstelt aan een opdrachtgever en deze alle drie door de opdrachtgever worden afgewezen, hij
weer opnieuw moet beginnen met de werving van kandidaten. Daarbij is de reeds geïnvesteerde tijd
verloren gegaan en kan dit niet meer worden ingehaald. In de praktijk zal de consultant er daarom
alles aan doen een dergelijke situatie te voorkomen, door bij aanvang van het bemiddelingstraject, in
samenspraak met de opdrachtgever, de functie-inhoud en de gestelde functie-eisen grondig te
analyseren.
Interactieve consumptie: komt in twee aspecten tot uiting.
- De dienst kan pas aanvangen als de afnemer daarbij betrokken is. In tegenstelling tot een fysiek
product dat eerst wordt gemaakt, vervolgens wordt verkocht en ten slotte verbruikt, wordt een
dienst eerst verkocht en daarna tegelijkertijd geproduceerd en geconsumeerd (de kapper kan pas
beginnen met zijn werk op het moment dat de klant heeft plaatsgenomen in de stoel).
- Beide partijen hebben invloed op het eindresultaat. De klant heeft invloed op het eindresultaat
door duidelijk aan te geven wat hij wil. De aanbieder kan invloed uitoefenen door de afnemer te
wijzen op mogelijkheden en consequenties (de klant van de kapper wil het wat ‘blonder’, maar de
kapper kan daar wel invloed op uitoefenen omdat het een algemene wens is).
3