Observeren, registreren, rapporteren en interpreteren – de Bil.
Obsereren = bewust en doelgericht handelen
Hoofdstuk 1 observeren
1.2 soorten observaties
Gedragsobservatie
Dagelijkse observatie: In het dagelijks leven neem je van alles waar, zodra je dit bewust doet,
is het een observatie. Er vallen je dingen op, omdat je er bewust op let of er bijzonderheden
zijn. Deze observaties zijn niet-systematisch
Systematische observatie: Er is duidelijk wie er geobserveerd gaat worden, waar, wanneer,
hoe lang en op welke gedragingen gelet gaat worden.
Participerende observatie: De observator neemt deel aan de situatie die hij observeert.
Niet-participerende observatie = neemt de observator geen deel aan de situatie
(bijvoorbeeld filmopname of observeren op afstand)
Zelfobservatie: Je eigen handelen moet je ook kunnen observeren. Waarom heb je dingen
gedaan? Wat was het gevolg?
1.3 doelstelling van de observatie
Bespreek van te voren duidelijk:
Wat het doel is van de observatie?
Wat zijn de vraagstellingen van de observatie?
Als je observatie kenmerken te groot zijn splits dit op in dimensies :
Werking mediatie positieve werken en negatieve bijwerkingen
Welke gedragingen worden geobserveerd?
De te observeren dimensies ga je vervolgens uiteenzetten in concrete gedragingen.
Dit proces heet operationaliseren
Is er een 0-meting, een beginsituatie?
Hoe brengen we de observatie in kaart, wordt er een bepaald formulier gebruikt?
Welke taal gebruiken we? Bespreek ook welke betekenis bepaalde woorden hebben.
Hoofdstuk 2 waarnemen
2.2 waarneming via de zintuigen
Waarnemen doe je via je zintuigen:
Zien
Horen
Voelen
Ruiken
Proeven
2.3 perceptie en selectie
Zintuigen stellen ons in staat om te kunnen zien, horen, voelen, ruiken en proeven. Deze prikkels
moeten omgezet worden in benoembare voorwerpen. Dit gebeurt met wat perceptie genoemd
wordt. Perceptie betekent letterlijk:
Ontvangst.
Resultaat van het waarnemen.
Bij het waarnemen van prikkels krijgen we via de hersenen informatie binnen over de perceptie van
diepte (waar is het) de perceptie van beweging (wat doet het) en de perceptie van vorm (wat is het)
, Observeren, registreren, rapporteren en interpreteren – de Bil.
We zien bijvoorbeeld 2 cirkels daarboven een zadel en een stuur, met verbindign tussen deze
onderdelen. Het is een fiets. Dit proces is een bottom-up benadering. = van onderaf wordt er uit alle
samengestelde onderdeeltjes van een voorwerp een geheel gekozen.
Er bestaat ook een top-down benadering van dit proces. Deze benadering gaat ervan uit dat we door
eerdere ervaringen zien wat we denken te zien. Dit heeft te maken met de context. We herkennen
de context en nemen waar wat we verwachten waar te nemen.
Perceptie is al selectie. Maar door selectie nemen we maar een deel van de prikkels waar. We nemen
vooral waar wat dichtbij is, en wat beweegt, ook dat wat afwijkt van onze verwachtingen. Verder
vallen de dingen op die op dat moment onze interesse hebben.
2.4 de invloed van het geheugen
Alles wat je bewust waarneemt, komt eerst in het kortetermijngeheugen terecht.
2.5 verbaal en non-verbaal waarnemen
Je moet in een observatie niet alleen luisteren, maar ook goed kijken naar de non-verbale signalen.
In de praktijk is het makkelijker om in je observaties onderscheidt te maken tussen wat er wordt
gezegd en wat er wordt gedaan.
2.6 gedragsketens
Gedragsketens zijn chronologisch geordende waarnemingen van een persoon, een situatie of een
ruimte.
Hoofdstuk 3 betrouwbaarheid en validiteit
3.2 objectiviteit en subjectiviteit:
Objectief = feiten
Subjectief = eigen interpretatie
Met observaties zit je altijd met subjectiviteit. Iedereen heeft andere feiten en interpreteert deze
anders.
Aandachtspunten om zo subjectief mogelijk te observeren:
Spreek af wat de doelstelling van de observatie is
Spreek af welke centrale observatievraag en welke deelvragen er zijn
Spreek af welk kenmerk geobserveerd wordt, welke dimensies dit kenmerk heeft en welke
concrete gedragingen hierbij horen (= operationaliseren)
Ga na welke concrete gedragingen geobserveerd kunnen worden : waar, door wie, wanneer
en hoe lang
Spreek af hoe de observatie in kaart wordt gebracht : voluit uitgeschreven of met
observatieformulier
Weet aan welke zintuigen jij ongemerkt de voorkeur geeft en train jezelf in het gebruiken van
de andere zintuigen
Weet waar jij je aandacht als eerste op richt, oefen jezelf in het aandacht richten op de
gebieden die je laat liggen.