100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Schenk-, erf-, overdrachtsbelasting en Estate Planning: Werkcollege 4 €3,99   In winkelwagen

College aantekeningen

Schenk-, erf-, overdrachtsbelasting en Estate Planning: Werkcollege 4

 18 keer bekeken  0 keer verkocht

In dit werkcollege zijn de vragen van de vierde werkgroep besproken.

Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 2 van de 9  pagina's

  • 28 maart 2021
  • 28 maart 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Texeira
  • Werkcollege 4
Alle documenten voor dit vak (42)
avatar-seller
tax-student
Werkcollege Successiewet

Casus 1

Annelie en Leon zijn niet gehuwd. Sinds augustus 2020 voeren zij een gemeenschappelijke
huishouding. In hun samenlevingsovereenkomst, die zij eveneens in augustus 2020 hebben afgesloten,
is een zogenoemd verblijvingsbeding opgenomen ter zake van de woning waar zij samen eigenaar van
zijn. Bij het overlijden van een van hen zal het aandeel in de woning verblijven aan de langstlevende.
De langstlevende hoeft de waarde in het economisch verkeer van dit aandeel niet te vergoeden.

Vraag
Beschrijf de gevolgen in het kader van de Successiewet 1956 indien Leon zou komen te overlijden.

Uitwerking
In beginsel is er een verkrijging op grond van een samenlevingsovereenkomst geen erfrechtelijke
verkrijging op basis van het Burgerlijk Wetboek. Daardoor is er geen belastbaar feit voor de
Successiewet ingevolge art. 1 lid 1 onder 1 Sw. Dit vindt de fiscus onwenselijk, dus is er in art. 11 lid 2
Sw een fictiebepaling opgenomen. De verkrijging wordt aangemerkt als een fictief erfrechtelijke
verkrijging door Annelie, mits zij kwalificeert als partner in de zin van art. 1a Sw art. 11 lid 5 Sw. Uit
de casus volgt niet duidelijk of Annelie en Leon voldoen aan de voorwaarden uit art. 1a Sw.

Casus 2

Ruud (65) en Nicolette (62) zij gehuwd onder koude uitsluiting, met een wederkerig finaal
verrekenbeding (alsof-beding). Samen hebben ze twee kinderen: Marc (28) en Lars (32). Ze wonen met
veel plezier in Zwolle. In februari 2021 is Ruud plotseling overleden, hij had geen testament
opgemaakt. De kosten van de uitvaart waren gedekt door een verzekering. Nicolette ontvangt als
gevolg van het overlijden van Ruud een levenslang weduwepensioen van € 50.000 per jaar. Ten tijde
van zijn overlijden bestond het vermogen van Ruud en Nicolette uit de volgende bestanddelen:

Ruud
Echtelijke woning Zwolle: € 650.000 (WOZ-waarde)
Banktegoederen: € 150.000

Nicolette
Banktegoeden: € 100.000
Vakantiewoning Zeeland: € 300.000 (WOZ-waarde)

Vraag 1
Wat zijn de gevolgen van het overlijden van Ruud voor de erfbelasting (voor ieder der erfgenamen)?

Uitwerking
De eerste stap is het huwelijksvermogensrecht. Ruud en Nicolette zijn getrouwd onder koude
uitsluiting, met een alsof-beding. Het huwelijk wordt beëindigd door het overlijden van Ruud. Als
gevolg van het alsof-beding wordt tussen Ruud en Nicolette afgerekend als ware zij gehuwd in algehele
gemeenschap van goederen.

, Het vermogen van Ruud heeft een totale waarde van € 800.000. Het vermogen van Nicolette bedraagt
€ 400.000. Samen is dat € 1.200.000. Aangezien door het alsof-beding wordt gedaan alsof zij in
gemeenschap van goederen waren gehuwd, heeft ieder recht op de helft van dat bedrag, dus
€ 600.000. Uit hoofde van het verrekenbeding heeft Nicolette derhalve een vordering van € 200.000
op Ruud. De nalatenschap van Ruud bedraagt daardoor € 600.000.

De tweede stap is het erfrecht. Ruud heeft geen testament op laten maken, derhalve is het wettelijk
erfrecht van toepassing. Nicolette, Marc en Lars zijn de erfgenamen van Ruud, ieder voor een gelijk
deel (€ 200.000), art. 4:10 lid 1 jo. 4:11 lid 1 BW. In casu is de wettelijke verdeling van art. 4:13 BW van
toepassing, want Nicolette verkrijgt de goederen van de nalatenschap onder de verplichting de
schulden te voldoen. De kinderen krijgen ieder een onderbedelingsvordering ad € 200.000 op Nicolette
en zij heeft derhalve een overbedelingschuld van in totaal € 400.000 aan de kinderen.

De derde stap is de erfbelasting. De verkrijgingen van Nicolette, Marc en Lars worden betrokken in de
heffing van erfbelasting op grond van art. 1 lid 1 onder 1 Sw. Gelet op het feit dat de
onderbedelingsvorderingen in beginsel renteloos zijn zolang de wettelijke rente niet hoger is dan 6%
(art. 4:13 lid 4 BW), heeft Nicolette het fictieve vruchtgebruik van die vorderingen. Daar wordt
rekening mee gehouden bij het bepalen van de fiscale omvang van de erfrechtelijke verkrijgingen van
Nicolette, Marc en Lars (art. 21 lid 15 jo. lid 14 jo. art. 5 en 10 UBSW). Nicolette verkrijgt derhalve haar
eigen erfdeel vermeerderd met het fictieve vruchtgebruik over de erfdelen van Marc en Lars. Voor het
bepalen van de fiscale erfdelen van Marc en Lars, komt dat vruchtgebruik van Nicolette in mindering
op hun verkrijging (bloot eigendom).

Omvang fiscale verkrijging Nicolette:
Erfdeel: € 200.000
Fictief vruchtgebruik: € 240.000 + (6% van (2 x € 200.000) x factor 10)
€ 440.000

Op grond van art. 32 lid 1 sub 4 onder a Sw heeft Nicolette recht op een vrijstelling van € 671.910. De
verkrijging van de pensioenaanspraak door Nicolette is op grond van art. 32 lid 1 sub 5 Sw vrijgesteld,
echter de waarde van de pensioenaanspraak dient wel te worden geïmputeerd op de
partnervrijstelling ingevolge art. 32 lid 2 Sw.

Vrijstelling Nicolette:
Vrijstelling: € 671.910
Imputatie pensioen: € 250.000 -/- (1/2 x € 50.000 x factor 10 art. 21 lid 14 Sw jo. art. 5 UBSW)
Latente belasting: € 75.000 + (30% van imputatie art. 20 lid 6 sub c Sw)
€ 496.910

De verkrijging van Nicolette (€ 440.000) is derhalve kleiner dan de van toepassing zijnde vrijstelling
(€ 496.910). Er is derhalve geen erfbelasting verschuldigd.

Omvang fiscale verkrijging Marc en Lars, ieder:
Erfdeel: € 200.000
Fictief vruchtgebruik: € 120.000 -/- (1/2 van € 240.000)
€ 80.000

Op grond van art. 32 lid 1 sub 4 onder c Sw hebben Lars en Marc recht op een vrijstelling van € 21.282.
Derhalve zijn zij erfbelasting verschuldigd over een bedrag van € 58.718. Het van toepassing zijnde
tarief bedraagt ingevolge art. 24 lid 1 Sw 10%. De verschuldigde erfbelasting bedraagt dus € 5.871.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tax-student. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99
  • (0)
  Kopen