Samenvatting Stress & Gezondheid – Gezondheidspsychologie
Hoofdstuk 10 – Stress, gezondheid en ziekte: theorie
10.1 – Concepten van stress
Stress: een toestand van druk of belasting die ontstaat als de
aanpassingsmogelijkheden in een bepaalde levenssituatie worden overschreden.
- Andere definitie: verstoorde balans tussen eisen situatie en de bronnen van
een individu.
- Met bronnen van een individu wordt de draagkracht bedoeld. Denk aan
leefgewoonten, sociale steun, kwetsbaarheid etc.
Stress wordt meestal op één van de volgende manieren onderzocht:
- Als reactie op een stimulus (stressor) als gebeurtenis buiten het individu.
- Als psychologische interactie tussen een stimulus of gebeurtenis en de
cognitieve en emotionele kenmerken van het individu.
- Als lichamelijke of biologische reactie.
Stimulus (stressor): een stimulus of factor die stress kan veroorzaken.
10.1.1 – Stress als reactie op een stimulus
Wanneer stress wordt gezien als reactie op een externe stimulus, concentreren
onderzoekers zich op de stressvolle gebeurtenis zelf en de externe omgeving;
mensen schrijven de spanning toe aan een gebeurtenis.
Stressoren kunnen catastrofale gebeurtenissen zijn, zoals een aardbeving.
Maar vaker zijn stressoren belangrijke levensgebeurtenissen, zoals trouwen.
Levensgebeurtenis: gebeurtenis in iemands leven die als positief of als negatief kan
worden ervaren (bijv. trouwen, werkloos worden), maar waarvoor op z’n minst enige
aanpassing nodig is van de betrokkene.
Holmes en Rahe stelden een theorie over levensgebeurtenissen op.
- Hoe meer levensgebeurtenissen iemand heeft meegemaakt, hoe groter de
kans is dat er problemen met de lichamelijke gezondheid ontstaan.
- Specifieke typen gebeurtenissen kunnen elkaar nadelig beïnvloeden.
Social readjustment rating scale (ssrs) de beoordelingen die aan allerlei
levensgebeurtenissen worden toegekend zijn gemiddeld en zijn gerangschikt qua
ernst.
- De waarden worden life change units (lcu) genoemd (eenheden van
levensverandering).
- Bij een hogere lcu-score nemen de risico’s op gezondheidsklachten toe.
Retrospectief onderzoek: onderzoek waarbij de metingen of waarnemingen al
verricht zijn en de onderzoeksobjecten gegeven voordat de studie ervan gebeurt.
,Prospectieve studie: bij prospectief onderzoek wordt eerst een steekproef van
onderzoeksobjecten getrokken en worden daarop de metingen of waarnemingen
gedaan.
Bij het verband tussen LCU’s en een slechte gezondheid werden al snel vraagtekens
gezet als gevolg van diverse beperkingen in de methodologie en steekproeven.
Bijvoorbeeld:
- Veel onderzoeken steunden op een retrospectieve beoordeling. Zieke mensen
zoeken vaak naar een verklaring van hun ziekte, waaronder ook foutieve
attributies van gebeurtenissen in het verleden kunnen vallen. In studies met
een prospectieve opzet bleken de relatie tussen levensgebeurtenissen en
ziekte veel zwakker of afwezig.
- Items in de vragenlijst van het onderzoek zijn noch wereldwijd toe te passen,
noch alledaags. Ook komen andere gebeurtenissen niet voldoende vaak voor
en worden dus niet vaak vermeld.
- Items kunnen onderling zijn vervlochten. Ze doen elkaar teniet of versterken
dit juist.
- Er zitten vage en ambivalente gebeurtenissen tussen.
- Veronderstelt dat alle mensen gebeurtenissen op min of meer gelijke wijze
beoordelen, maar dat is onwaarschijnlijk.
- Inconsistenties gerapporteerd tussen gebeurtenissen die als ‘ernstig’ worden
gescoord wanneer een checklist wordt gebruikt, terwijl in een interview daarna
dit niet als ‘ernstig’ wordt gescoord. Is het dus wel betrouwbaar?
Zorgvuldigere ontwikkelde benadering LED (Life Events and
Difficulties Scale). Hier wordt er een semigestructureerd interview door
een getrainde interviewer uitgevoerd.
Net als het aantal gebeurtenissen dat iemand meemaakt, is ook de soort gebeurtenis
belangrijk.
Levensgebeurtenissen die met gezondheid te maken hebben zijn voorspellend, maar
levensgebeurtenissen die niet met gezondheid te maken hebben niet.
Omgevingssensitiviteitsgen: een gen dat mogelijk de emotionele en
gedragsmatige respons van een persoon beïnvloedt bij blootstelling aan stressvolle
levensgebeurtenissen.
Moderatoren van de stresservaring: een variabele die de relatie tussen twee
andere variabelen (in dit geval de stressor en de stresservaring) beïnvloedt.
Ergernissen: irritante, frustrerende, beangstigende eisen die kenmerkend zijn voor
dagelijkse interactie met de omgeving.
- Hebben vooral invloed op iemands leven als ze frequent optreden, chronisch
zijn of gedurende een bepaalde periode vaak voorkomen.
Ergernissen houden een sterk verband met negatieve geestelijke en lichamelijke
gevolgen.
Levensfase waar iemand in verkeerd, is van invloed op hoe zowel ergernissen als
meevallers worden waargenomen en gewaardeerd.
,In tegenstelling tot mannen vertoonden vrouwen niet alleen na ergernissen stress,
maar ook na positieve voorvallen.
10.1.2 – Stress als een transactie
Stress wordt ook gezien als een subjectieve ervaring, die door een objectieve
waarnemer kan worden beschouwd als al dan niet passend bij de situatie die de
reactie oproept.
Het cognitieve, transactionele stressmodel (Lazarus) aanwijzingen voor het
belang van psychologische processen bij stress.
Arousal: de activatietoestand van het centrale zenuwstelsel. Deze houdt verband
met de mate van mentale alertheid of bewustzijn.
Afstandelijke reactie: het innemen van een afstandelijk, vaak wetenschappelijk
standpunt over een gebeurtenis of stimulus, met als doel activering van de emoties
te verminderen.
Ontkenningsreactie: het innemen van een standpunt waarbij alle negatieve
implicaties van een gebeurtenis of stimulus worden ontkend. Als dit onbewust
gebeurt, wordt dit als afweermechanisme beschouwd.
De beoordeling van situaties speelt een rol bij stressreacties.
Volgens Lazarus is stress een gevolg van de interactie tussen iemands
eigenschappen en beoordelingen, de externe of interne gebeurtenis (stressor) en de
interne of externe hulpmiddelen waarover iemand beschikt.
Het model van Lazarus stelt dat mensen beginnen met een proces van beoordeling
wanneer ze met een nieuwe of veranderende omgeving te maken krijgen. Van deze
beoordeling bestaan twee typen: primaire beoordeling en secundaire beoordeling.
Beoordeling: iemands interpretatie van situaties, gebeurtenissen of gedrag.
, Primaire beoordeling: iemand overdenkt de kwaliteit, de aard en het belang van
een stimulus (stressor).
- Iemand kan bij een primaire beoordeling zichzelf vragen stellen als:
Is deze gebeurtenis relevant voor mij?
Is het een positieve, neutrale of negatieve gebeurtenis?
3 typen stressoren:
1. Stressoren die schade berokkenen verlies of mislukking.
2. Stressoren die een bedreiging vormen verwachting van toekomstige
schade.
3. Stressoren die een uitdaging vormen kansen voor persoonlijke groei of
problemen waarbij de betrokkene het vertrouwen heeft dat hij ermee kan
omgaan.
Gebeurtenissen die niet als schadelijk, bedreigend of uitdagend worden beoordeeld
interpreteren we als goedaardige gebeurtenissen waarvoor geen verdere actie nodig
is.
Secundaire beoordeling: iemand beoordeelt de hulpmiddelen en het vermogen om
met een stressor om te gaan.
- Iemand kan bij een secundaire beoordeling zichzelf vragen stellen als:
Hoe ga ik dit oplossen?
Wat kan hierbij van nut zijn?
Hulpmiddelen kunnen intern (bijv. kracht, karaktereigenschappen als
vastberadenheid) of extern (bijv. sociale steun of geld) zijn.
Stress ontstaat als de vermeende eisen niet in verhouding staan tot de beschikbare
hulpmiddelen. Stress is een dynamisch proces.
Hans Selye maakte onderscheid tussen goede en slechte stress.
Eustress: stress die gepaard gaat met positieve gevoelens of een toestand van
gezondheid.
Distress: stress die vergezeld wordt door negatieve gevoelens en een verstoring van
de lichamelijke toestand.
Negatieve stress is pas echt negatief (voor de mentale/fysieke gezondheid) wanneer
deze chronisch wordt.
Smith stelde voor dat de primaire beoordeling bestaat uit twee opeenvolgende
evaluaties.
- Motivationele relevantie: mate waarin de gebeurtenis relevant geacht wordt
voor iemands huidige doelen en verplichtingen.
- Motivationele congruentie: mate waarin de situatie gezien wordt als congruent
met de huidige doelen.