100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting geschiedenis tijdvak 4: Steden en staten €3,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting geschiedenis tijdvak 4: Steden en staten

 32 keer bekeken  0 keer verkocht

Goede en duidelijke samenvatting van geschiedenis tijdvak 4, Steden en Staten. Gebaseerd op de filmpjes van Jortgeschiedenis. Erg handig bij je toetsen of examens.

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 29 maart 2021
  • 5
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4891)
avatar-seller
charlottejanssenn
Paragraaf 1 – Steden: handel en nijverheid
 Steden en staten: Tweede periode v.d. middeleeuwen, 1000-1500
 Kenmerkend Aspect: de opkomst van handel en ambacht die de basis legden voor het
herleven van een agrarisch-urbane samenleving

Tot 1000: West-Europa is een agrarische samenleving (groot deel was boer en samenleving was erg
autarkisch
Vanaf 1000: West-Europa wordt weer een agrarisch-urbane samenleving (groot deel landbouw,
maar tegelijkertijd ook mensen in ambacht en waarin handelaren leven
Redenen:
 Europa wordt veiliger (Eu niet meer geplunderd door Vikingen enz.)
 Toename Voedselproductie ->
-er wordt meer grond gebruikt voor landbouw (ontginningen, (i.p.v. tweeslagstelsel een
drieslagstelsel))
-inpolderingen: meren die drooggelegd worden om landbouwgrond van te maken
-Technische verbeteringen: i.p.v. ossen paarden achter ploeg te plaatsen

Gevolgen:
 De bevolking groeit
 Er ontstaan overschotten, dat maakt handel mogelijk -> opkomst steden

Belangrijkste handelsgebieden:
-Vlaanderen, Handelssteden zoals Brugge en Gent hebben contacten met omliggende landen zoals
Frankrijk en Engeland, liggen centraal en aan de kust
-Noord-Italiaanse stadsstaten, zoals Genua, Milaan, Florence, Venetië. Die profiteren ook van ligging
tussen Noord-West-Europa en Middellandse zeegebied (soort knooppunt)

-Hanzesteden: aantal steden waarvan de handelaren samenwerkten, die maakte afspraken met
elkaar dat elkaars handelaren in elkaars steden bepaalde voorrechten kregen, zo konden ze samen
sterker staan.

Handel van verre en jaarmarkten:
Champagne (streek in Noordwest-Frankrijk): organiseerde in 12e en 13e eeuw een jaarmarkt ->
producten van de Hanze en van Vlaanderen werden uitgewisseld tegen die van Noord-Italië of (Azië)

Terugkeer geldeconomie: stijgende behoefte bij handelaren aan geld, bank- en kredietwezen, ook
behoefte aan geschoolde boekhouders en juristen. En aan geldwisselaars


Paragraaf 2 – De stedelijke burgerij
 Kenmerkend aspect: de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende
zelfstandigheid van steden

Opkomst van steden zorgt voor meer vrijheid:
-Boeren, die hadden weinig vrijheid (horige boeren op hof van heer) nu is het voor boeren steeds
aantrekkelijker om naar de stad te gaan. In stad hoeven ze geen herendiensten te doen en geen
tienden (belasting) betalen aan heer
~ omdat zoveel boeren naar stad vertrokken probeerden de heren de overgebleven boeren op land
te houden door minder herendiensten te laten doen en belasting te verlagen

, -Stedelijke bewoners zelf (Burger), steden werden rijk door handel en ambachten, dat maakte de
steden interessant voor hoge adel, die konden belasting vragen aan die steden, want die lagen in
hun gebied (onderdanen van die edellieden).
Hier kregen de steden stadsrechten voor terug: rechten die alleen golden voor burgers van die stad

Stadsrechten:
Politiek: eigen bestuur en eigen rechtspraak, eigen verdediging
Economie: jaarmarkt, tolheffing, gilden

Stadsbestuur aangesteld door adel, bestaat uit schout en schepenen(=wethouders). Macht lag in
steden bij de patriciërs (rijke handelaren)
Gilden kregen steeds meer invloed
Gilde: samenwerking van ambachtslieden, (bv alle timmermannen in een timmergilde.)
Je mocht alleen timmerman in je stad zijn als je bij het gilde hoorde. Als je eenmaal in gilde zat, werd
jij en je familie door gilde geholpen

Niet alleen binnen steden begon macht te verschuiven, maar ook buiten de steden:
Steden vormden een nieuwe machtsfactor.
(Feodalisme) Steden konden meer vrijheid eisen door bij een conflict tussen een koning en zijn
leenmannen voor de juiste partij te kiezen.


Paragraaf 3 – De macht van de paus
Kenmerkend Aspect:
 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke, dan wel de geestelijke
macht het primaat moest hebben

Macht van de Paus (leider van de katholieke kerk):
Geestelijkheid: mensen met een officiële functie in de kerk. Zij hebben de macht over de gelovigen.
Paus: geestelijke macht: geloof, tegenover de wereldlijke macht: bestuur en rechtspraak (macht van
koningen en keizers enz.)

Christendom wordt steeds sterker in Europa. Vanaf 1000 wordt het echt een volksgeloof, mensen
gaan er ook echt in geloven. Ook is er grote groei van aantal kloosterordes.
Macht van de paus neemt toe in West-Europa, maar er is ook kritiek. Met name uit Constantinopel:

Oost-Europa, 1054:
Patriarch van Constantinopel weigert gezag van de paus te erkennen.
Gevolg: Oosters Schisma; de afscheiding van de Grieks-orthodoxe kerk van de katholieke kerk van
Rome.
Ook in Europa komt paus meer in problemen, met name Duitse rijk:
~ Duitse rijk heeft feodale stelsel, dat moet goed werken want zijn gebied is zo groot met zoveel
leenmannen, die moet hij goed onder controle houden. Daarom kijkt hij goed wie hij benoemt als
nieuwe leenman wanneer er iemand sterft.
Het liefst benoemt Duitse keizer een bisschop als leenman, want die mag niet trouwen en krijgt dus
geen kinderen. Als die bisschop sterft is er dus niet automatisch een kind die de macht overneemt.
Hierdoor kan hij zelf een nieuwe leenman benoemen.

Dit keurt de paus niet goed -> ruzie tussen pausen en keizers. Duurt tientallen jaren en gaat om
benoeming van bisschoppen. Wie mag dat doen? Deze ruzie heet de investituurstrijd
Eind 11e eeuw en begin 12e eeuw komt strijd tot hoogtepunt

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper charlottejanssenn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 51683 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd