100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Management & accounting €5,39   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Management & accounting

 6 keer bekeken  0 keer verkocht

hierbij een samenvatting van het vak Management & accounting. Ik hoop dat jij hier wat aan hebt.

Voorbeeld 4 van de 34  pagina's

  • 30 maart 2021
  • 34
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
jolienwind
Samenvatting MAC
Module ‘kosten’
1. Vaste en variabele kosten

Om een mening te kunnen vormen over de financiële gezondheid van een bedrijf, is het van belang
om inzicht te krijgen in de opbrengsten en de kosten.

Kosten = de in geld uitgedrukte waarde van de opgeofferde middelen. Het gaat hierbij om de
middelen die nodig zijn voor het realiseren van de verkoop.

Management accounting is erop gericht om de waarde van deze middelen te identificeren en te
analyseren.

Door de waarden van middelen te identificeren en te analyseren kun je de kosten van een product
berekenen. Het is van belang om te weten hoe de kosten zullen veranderen als je meer producten
gaat produceren. Een deel van de kosten zal toenemen. Een ander deel zal gewoon gelijk blijven. Het
is dus noodzakelijk om een onderscheid te maken tussen vaste en variabele kosten.

Vaste kosten = constante kosten. Kosten die onafhankelijk zijn van de bedrijfsdrukte. Dat wil zeggen
dat het aantal ondernemingsactiviteiten niet van invloed is op de omvang van de kosten.
Voorbeelden: afschrijvingskosten van machines en de salarissen van de leidinggevenden.

De vaste kosten moeten altijd in relatie worden gezien met de capaciteit van de middelen waaraan
ze zijn gekoppeld. Vaste kosten laten dalen gaat meestal erg moeizaam. Vaste kosten die wel relatief
snel kunnen worden verlaagd zijn reclamekosten.

Variabele kosten = kosten waarvan de omvang afhankelijk is van de bedrijfsdrukte: als het aantal
ondernemingsactiviteiten toeneemt zullen de variabele kosten ook toenemen.

Proportioneel variabele kosten = kosten waarvan de stijging gelijk is aan de stijging van de productie.

Progressief variabele kosten = de kosten stijger sterker dan de productie. Voorbeeld: inhuren van
uitzendkrachten, van wie het uurloon hoger is dan het uurloon van de eigen medewerkers.

Degressief variabele kosten = de stijging van de kosten is juist minder sterk dan de stijging van de
productie. Bijvoorbeeld: arbeid die steeds efficiënter kan worden ingezet naarmate de productie
stijgt. Het verkrijgen van kwantumkorting bij inkoop van grotere hoeveelheden grondstoffen.

,Kostenfunctie = totale kosten (K) = totale constanten kosten (C) + totale variabele kosten (V)

De totale variabele kosten (V) kunnen worden berekend door de variabele kosten per product (v) te
vermenigvuldigen met het aantal producten (q).
K=C+vxq

De verhouding tussen vaste en variabele kosten binnen bedrijven is aan verandering lijdend. Door de
toenemende automatisering en robotisering neemt het aandeel vaste kosten steeds verder toe. Dit
brengt risico’s met zich mee op het moment dat het even wat minder gaat met de omzet. Veel
bedrijven proberen daarom een deel van de vaste kosten te vervangen door variabele kosten, bijv.
door te werken met uitzendkrachten, door transport uit te besteden of door machines te leasen. Op
de manier is het makkelijker om de kosten te verlagen als de omzet daalt.

2. Directe en indirecte kosten

Directe kosten = kunnen rechtstreeks worden toegerekend aan een product of dienst. Er is sprake
van een causaal verband.

Grondstoffen zijn directe kosten, wanneer het helder is ten behoeve van welk product ze gemaakt
zijn.

In een bedrijf waar sprake is van homogene (massa)productie (productie van één soort product), is
de relatie tussen kosten en product eenvoudig te leggen.

Indirecte kosten = kosten die gemaakt worden ten behoeve van diverse producten of diensten. Deze
kosten kunnen niet rechtstreeks worden toegerekend aan 1 product of dienst. Wordt ook wel
overheadkosten genoemd.

Heterogene productiebedrijven, waar diverse producten worden gemaakt, zullen bijv.
administratiekosten en marketingkosten beschouwd moeten worden als indirecte kosten.

Het aandeel van indirecte kosten is bij de meeste productiebedrijven groot:

- Het volstaat niet meer om slechts 1 enkel product op de markt te brengen.
- Het heeft te maken met de ontwikkeling van de technologische innovatie. -> bedrijven
moeten continu veel energie steken in de ontwikkeling en de marketing van de producten
die zij maken. Deze kosten zijn vaak niet te wijzen aan 1 product.

Hoe verhoudt de indeling direct-indirect zich tot de indeling vast-variabel?
- Directe kosten kunnen zowel vast als variabel zijn. Voorbeeld directe vaste kosten: de lonen
van medewerkers, die in vaste dienst zijn en werken aan de productie van 1 product.
Voorbeeld directe variabele kosten: grondstoffen die nodig zijn voor de productie van een
product.
- Indirecte kosten zullen vaak constant zijn. Bijvoorbeeld: afschrijvingen van machines en
gebouwen (bij heterogene productie)
- Indirecte kosten kunnen ook variabel zijn, zoals de totale energiekosten voor machines die
worden gebruikt voor de productie van meerdere producten. Indeling is afhankelijk van de
situatie en kan ook veranderen.

Indirecte energiekosten zouden bijv. direct kunnen worden gemaakt door het energieverbruik per
product te meten.

, 3. Kostenindeling naar soort

Het identificeren van kosten kan een behoorlijke klus zijn. In een bedrijf dat goederen produceert
moeten de middelen worden benoemd die daarvoor worden ingezet. Denk hierbij aan:

- Grondstoffen
- Arbeid
- Gebouwen
- Machines

3.1 Grondstoffen

Om te kunnen produceren zijn grondstoffen nodig. De hoeveelheid grondstoffen die nodig is voor het
produceren van goederen is hoger dan de hoeveelheid grondstoffen die daadwerkelijk in die
goederen verwerkt zit. Dat heeft te maken met afval en uitval. Deze dienen te worden meegenomen
in de berekening van de kosten van grondstoffen.

Afval = tijdens het productieproces grondstoffen verloren gaan.

Uitval = als de goederen die het productieproces hebben doorlopen bij de kwaliteitscontrole worden
afgekeurd.

In de kostprijs van een product dienen de kosten van de bruto benodigde grondstof te worden
meegenomen.

3.2 Arbeid

Bij veel organisaties vormen de loonkosten een substantieel deel van de totale kosten. Daarom is het
voor het management vaak van belang om deze kosten nadrukkelijk te monitoren. Het uitbetaalde
brutosalaris van medewerkers is uiteraard een belangrijk onderdeel van de loonkosten, maar er zijn
ook andere elementen waar rekening mee gehouden moet worden. Het gaat daarbij om de volgende
zaken:

- Naast het reguliere brutoloon dient een werkgever rekening te houden met loonkosten voor
overwerk, toeslagen voor onregelmatige werktijden en gemaakte onkosten voor bijv. woon-
werkverkeer.
- Een werknemer heeft wettelijk recht op een vakantietoeslag van minimaal 8% van het bruto
jaarsalaris.

, - Om werknemers te voorzien van inkomen in de periode nadat ze gestopt zijn met werken,
kan er pensioen worden opgebouwd. Dit pensioen wordt opgebouwd door gedurende het
werkzame leven premies te betalen. Vaak wordt een deel van deze premie betaald door de
werknemer en het andere deel door de werkgever. In veel gevallen is er sprake van een
verplichte deelname aan een pensioenregeling, waarin geregeld is wie welk deel van de
premies voor zijn rekening neemt. Dit is bijv. in de zorg- en bouwsector. De pensioenregeling
bepaalt dan in hoeverre de werkgever een bijdrage levert aan de opbouw van het pensioen.
Vaak wordt dit berekend als een percentage van het brutosalaris. De premie die de
werknemer zelf betaald wordt ingehouden van het brutosalaris.
- Een werkgever is verplicht om bij inzet van werknemers voor eigen kosten premies en
bijdragen voor sociale verzekeringen te betalen aan de belastingdienst. Ook wel
werkgeversdeel voor sociale premies genoemd. Bestaat uit: premies voor
werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de
Zorgverzekeringswet (Zvw).
- Een werkgever is ook verplicht om daarnaast loonheffing in te houden op het salaris van
werknemers. Deze loonheffing maakt deel uit van het uitbetaalde brutoloon, uit
loonbelasting en uit premie voor volksverzekeringen.
- Er kan sprake zijn van secundaire arbeidsvoorwaarden waaruit (extra) loonkosten
voortvloeien. Voorbeelden: extra maandsalaris aan het einde van het jaar (dertiende maand)
en extra salaris na een goede prestatie (bonus). Maar ook een auto/fiets/telefoon van de
zaak en het aanbieden van opleidingen en trainingen leiden tot extra loonkosten.
- Een werkgever dient bij het prognotiseren van loonkosten rekening mee te houden dat
werknemers door ziekte het werk niet kunnen uitvoeren. Deze kosten worden bij ziekte door
de werkgever door betaald. Indien de werkgever besluit dat het werk toch uitgevoerd moet
worden door een vervanger, dan zal er dus voor die periode sprake zijn van dubbele
loonkosten. Veel werkgevers proberen het risico op dergelijke situaties zo klein mogelijk te
maken door preventieve maatregelen te nemen die gericht zijn op het welzijn van de
werknemers.
- Voordat een werknemer wordt aangenomen is er vaak sprake van een werving- en
selectieproces. De kosten die hiermee gepaard gaan worden ook ingedeeld als loonkosten.
Daarnaast zijn er ook kleinere kostenposten die niet vergeten moeten worden, zoals
persoonskleding en afdelingsuitjes.

Werknemersverzekeringen = bedoeld om werknemers te verzekeren voor situaties waarbij er risico is
op verlies van het inkomen door werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of ziekte.

Volksverzekeringen = bedoeld om mensen te voorzien van inkomen in situaties waarbij er sprake is
van onder ander ouderdom, het overlijden van naaste verwanten en bijzondere ziektekosten. De
loonheffing wordt door de werkgever ingehouden op het brutoloon en vervolgens afgedragen aan de
belastingdienst.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jolienwind. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,39
  • (0)
  Kopen