Hoofdstuk 1: Cariës
Kinderen met cariës (= er kan niet gezegd worden dat ze de ziekte cariës hebben, maar
wel dat ze dit hebben gehad, want wat je ziet zijn de cariës laesies dus de gaatjes. Alleen
als de laesies actief zijn heb je de ziekte cariës, maar de laesies kunnen ook tot stilstand
zijn gekomen of arrested zijn geworden dan heb je de ziekte in het verleden gehad):
- Gemiddeld heeft 75% van de kinderen cariës
- Cariës komt veel voor bij kinderen met een lage en hoge sociaaleconomische klasse
(SES)
Gebitsprothese (= kunstgebit):
- In Nederland heeft 15% van de inwoners ongeveer een volledige gebitsprothese
- In oost Groningen en Den Haag zijn regios waar laag sociaaleconomische klasse
vroeger veel cariës (= tandbederf, veel voorkomende ziekte die bij 97% van de
wereldbevolking voorkomt en in Groningen wordt aangeduid met de wolf) voorkwam
en zijn nu nog gebieden waar ongeveer 25% van de mensen een volledig
gebitsprothese heeft.
- Dat het aantal mensen met een volledige gebitsprothese zo hoog ligt is niet voor niks
en dat komt, omdat na de oorlog er weinig tandartsen waren en er weinig geld was
voor tandheelkundige hulp. Waardoor gebitselementen er eerder uit werden
gehaald.
- Een volledige gebitsprothese werd vroeger gezien als iets fantastisch door mooie
witte tanden en het idee dat je in één keer van alles af bent dus je hoeft niet meer te
poetsen of ergens aan te denken.
- Het nadeel van een gebitsprothese is dat kaken slinken, omdat er geen wortels van
gebitselementen er meer in zitten waardoor een gebitsprothese weinig hou vast
heeft.
- Nu hebben wij implantaten die in de kaak gezet kunnen worden en daar
kan een prothese opgeklikt (= klikprothese) worden, maar 10 jaar terug
was dat niet gebruikelijk.
De opbouw en belangrijkste verschillen tussen melk- en blijvende elementen:
- Een melkelement is in zijn totaliteit kleiner dan een blijvend element.
- Het glazuur van een melkelement is opaak en witter, wat tot gevolg heeft
dat de kroon een lichtere kleur heeft dan een blijvend element. Ook is de
kroon zachter, meer permeabel en slijt gemakkelijker af dus blijvende
elementen zijn geler dan melkelementen. Melkelement (link) en
- Het glazuurlaagje van een melkelement is wat gelijkmatiger over het hele blijvend element (rechts)
element verdeeld en tevens is dit laagje iets dunner dan bij een blijvend
element, namelijk 0,5 tot 1,00 mm dik. Een blijvend element heeft een gemiddelde
glazuurlaag van 2,5 mm dikte. Glazuur van melkelementen heeft een andere
samenstelling dan het glazuur van blijvende elementen waardoor het cariësproces in
melkelementen ook wat sneller gaat dan bij blijvende elementen. Blijvende
elementen kunnen dus meer krachten weerstaan dan melkelementen.
- Waar de glazuurkap overal even dik is, verloopt de overgang van glazuur naar cement
minder geleidelijk, zodat de melkelementen een geprononceerde
glazuurcementgrens vertonen en valt het duidelijkst waar te nemen aan de
, mesiobuccale zijde van de melkmolaren. De glazuurkap van een melkelement is
dunner dan die van het blijvende element dus het cariësproces komt sneller aan bij
de dentine in het melkgebit en dan ook sneller bij de pulpa.
- Bij pas doorgebroken melkelementen zijn de knobbels vaak scherper dan bij de pas
doorgebroken blijvende elementen.
- De wortels van melkkiezen zijn lichter van kleur, korter en minder sterk dan die van
de blijvende elementen.
- De wortels van de melktanden zijn in verhouding tot de kroon langer dan die van de
blijvende elementen.
- De wortels van de melkkiezen divergeren sterker dan de wortels van de blijvende
kiezen. Deze extra ruimte tussen de wortels wordt benut door het zich eronder
bevindende en ontwikkelde blijvende element. Wanneer men dan ook een melkkies
van bovenaf bekijkt, ziet men dat de wortelpunten buiten de omtrek van het
occlusale vlak vallen. Deze wortels lopen vanuit een zeer minimale wortelstam.
- De pulpakamers zijn relatief groter dan bij de blijvende elementen en de
begrenzingen hiervan lopen ongeveer parallel met de buitenste contour van het
element, zodat de pulpahoorns puntiger zijn. Dientengevolge bezit het element dus
relatief minder dentine.
- De wortelkanalen van melkelementen zijn erg smal en grillig van vorm.
- Melkelementen vertonen minder vaak vormafwijkingen dan bij blijvende elementen.
- De kronen van melkelementen zijn boller dan die van blijvende elementen, vooral
aan de buccale en linguale vlakken.
Gebitsontwikkeling:
- Bij een half jaar breken de eerste tandjes door wat de eerste melksnijtanden in
de onderkaak zijn. Als de eerste tandjes doorbreken ga dan naar de tandarts. Wij
willen zo vroeg mogelijk dat kinderen naar de mondhygiënist gaan, want het is een
goed moment om voorlichtingen te geven aan de ouders zodat het aanleren van
slechte gewoontes voorkomen kan worden (bv. een fles ranja voor het slapen is
lastiger af te leren dan aan te leren)
- Zodra een kind 2,5 jaar oud is dan is de melkdentitie compleet
- In de wisselfase denken veel mensen dat het begint met het wisselen van de
voortanden, maar voordat de voortanden gewisselt zijn, zijn achter de achterste
melkkiezen de eerste blijvende molaren doorgebroken.
- De blijvende cuspidaat moet de langste weg afleggen
- De blijvende premolaren ontwikkelen zich tussen de
wortels van de melkmolaren. Als er een ontsteking is
aan een melkelement heeft dat dus invloed op het
opvolgende blijvende element waardoor een
melkelement er zo snel mogelijk uit moet om een
ontsteking op de aanmaak van glazuur van de blijvende
elementen te voorkomen.
,Het globaal proces in de tandplaque:
1. Voedingsstoffen gaan de plaque in
tandplaque
2. Hierbij worden door middel van fermentatie de koolhydraten en suikers
tand
omgezet in zuren door bacteriën
3. De geproduceerde (melk)zuren diffunderen het glazuur in
4. Hierdoor lossen de mineralen in het glazuur op (= demineralisatie)
5. Hierbij diffunderen Ca en PO4 het glazuur uit
tandvlees
Oorzaak van cariës:
Relatie tussen plaque en multiple
biologische determinanten die invloed
hebben op de ontwikkeling van een
laesie (uit Loveren & van der Weijden:
Preventieve tandheelkunde)
Kenmerken van cariës:
- Een gaatje vullen is symptoom bestrijding, maar dat zorgt er niet
voor dat de ziekte weg gaat dus het cariësproces gaat door. Na
langdurige aantasting kan de tand afbreken. De kleur licht bruin kan
wijzen op een actieve laesie en donker bruin kan wijzen op een
arrested laesie, maar kleur zegt heel weinig het gaat om
eigenschappen als bv. dof (= het teken van een actieve laesie)
glazend en ruw of glad (=het teken van een arrested laesie). Bij
iedereen is het mogelijk om de ziekte cariës onder controle te
krijgen.
- Cariës is een kwestie van evenwicht tussen =
Ziekmakende factoren Beschermende factoren
Zuurproducerende bacteriën Goede mondhygiëne
Frequentie suikerconsumptie Fluoride
Weinig speeksel Speeksel
- Een gaatje kan tot stilstand komen of zich zelfs herstellen mits het gaatje goed kan
worden schoon gemaakt en tandplaque verwijdert kan worden.
- De gemiddelde tijdsduur voordat een gaatje door het glazuur bij het dentine is
gekomen is 3 tot 4 jaar
- Er zijn twee soorten cariës =
▪ Primaire cariës = de eerste ontstaande cariës van een element dus die kan
heel ondiep zijn, maar kan ook diep in de pulpa zitten en mogen door de
mondhygiënist invasief worden behandeld mits de cariës niet te diep zit. Dit
kan een glazuur laesie, dentine laesie of pulpa laesie zijn.
, ▪ Secundaire cariës = een cariës na een restauratie dus de tandarts heeft al een
restauratie gelegd, maar daarna gaat het alsnog mis doordat het carieuze
weefsel niet goed is weg gehaald of omdat de patiënt nogsteeds niet goed
kan poetsen.
- Diagnostiek is van groot belang, want hoe sneller een laesie wordt opgespoort hoe
eerder je erbij bent en hoe meer tijd je hebt om te voorkomen dat zo’n laesie zo diep
komt te liggen dus goed blijven opletten.
Basisadvies cariëspreventie en belangrijke factoren bij de ziekte cariës:
- Basisadvies mondhygiëne = 2x per dag minimaal 2 minuten poetsen met de juiste
tandpasta. Ouders en verzorgers adviseren om kinderen tot 10 jaar na te poetsen.
Om de frequentie en effectiviteit van tandplaque ophoping te doorbreken.
Interdentale hulpmiddelen zijn niet onderdeel van het basisadvies mondhygiëne.
- Basisadvies voeding = maximaal 7 eet/drink momenten per dag (3 hoofdmaaltijden
en maximaal 4 tussendoortjes) om de frequentie en hoeveelheid suikerconsumptie
te minimaliseren. De vuistregel is om na het eten of drinken minstens 2 uur niks te
nemen. 1 uur voor het poetsen geen zure producten nemen en wordt alleen als
advies gegeven bij patiënten die echt klinische tekenen heeft van erosieve
gebitsslijtage. Geen voeding/dranken na laatste x poetsen of mee naar bed nemen.
- Basisadvies fluoride =
▪ 0 en 1 jaar (vanaf doorbreken eerste tandjes), 1x per dag poetsen met
fluoride peutertandpasta (500-750 ppm)
▪ 2, 3 en 4 jaar, 2x per dag poetsen met fluoride peutertandpasta (500-750
ppm)
▪ 5 jaar en ouder, 2x per dag poetsen met fluoride tandpasta voor
kinderen/volwassenen (1000-1500 ppm)
- Speeksel is een belangrijke factor bij het ontstaan van cariës
Aanvullend advies cariëspreventie als basisadvies wordt uitgevoerd, maar er toch gaatjes
ontstaan:
- Verbeteren mondhygiëne
- Suikergebruik verminderen
- Extra fluoride (in overleg met tandarts of mondhygiënist)
- Eventueel kan kauwgom (als je het als professional gaat aanbevelen aan de patiënt
raad dan kauwgom aan met xylitol wat een niet cariogene suiker vervanger is) of
sealants extra bescherming bieden.
Sealants (= opvullen van de fissuren door een witte laag voor volwassenen en ook
voor kinderen met een hoog cariës risico. Sealants worden alleen gelegt om een gaatje
te voorkomen en bij een volwassen persoon hebben de kiezen al laten zien dat er
genoeg weerstand is zonder dat de sealant nodig is, omdat molaren bij het begin na
doorbraak het meest gevoelig zijn voor de ziekte cariës doordat het glazuur minder
gemotureert en minder sterk is):
- Als er bij een diepe fissuur een sealant wordt geindiceert wordt de tand of kies
droog gelegd onder cofferdam (= opspannen van een rubbere lapje en klemmetje
zodat het speeksel niet het hechtingsproces van de sealant verhindert. Als er een
sealant bij een kind wordt gelegd en het element nog niet helemaal is