Bestuursrechtspraak: grenzen stellen aan wat de overheid mag doen en het parlement mag
beslissen
- Eerste bestuursrechtspraak ooit: bij een civiele rechter de vorst aanklagen, regering
maakt een onrechtmatige daad
-> Als de civiele rechter het gaat oplossen, dan liever een bestuursrechter zodat die
beter kan aansluiten bij de regering; niet zo ingewikkeld, niet zo duur, niet zo
langdradig
Raad van State krijgt een bevoegdheid tot kroonberoep; kan het administratief beroep
behandelen. Kroon zat daarin; geen procesrecht nodig om legitimiteit te geven aan zo een
hoog orgaan
- Minister van justitie Loeff: maakt een Algemene Wet Bestuursrecht
- Hoogleraar Struycken: tegen de Awb; moderne democratie met algemeen kiesrecht, dus
het is niet nodig om een rechter die parlementaire democratie te laten begrenzen
- Ziet geen juridische grens; veel is politiek en beleid
- Juristen hebben geen echte expertise op de gebieden van het bestuursrecht
Zijn nog steeds pijnpunten in het huidige bestuursrecht
Zowel in het parlement als in het wetenschappelijke debat heeft NL gekozen voor het
bestuur
Loef: Rechtsbescherming door een onafhankelijke rechter, Struycken: Rechtsbescherming
door democratisch gelegitimeerd hoger bestuursorgaan. Oftewel: administratieve
rechtspraak vs administratief beroep. (2 pnt)
Raden van beroep (rechtbanken) en de Centrale Raad van Beroep (bestuursrechter over hele
gebied van sociale zekerheid): eerste onafhankelijke bestuursrechters van Nederland
-> Vervolgens ontstaat er een stelsel van enumeratie: opsomming van meerdere
verschillende raden voor specifieke wetten = versnippering: Wet Arob onstaat: aanvullende
rechtsgang bij een onafhankelijke rechter
- EHRM; Benthem: stelsel op de schop, administratief kroonberoep afgeschaft
Huidige stelsel:
Verschillende hoogste instanties:
1. Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (er is ook afdeling advisering)
a. Omgeving en Vreemdelingenrecht
2. Centrale Raad van Beroep
a. Socialezekerheidsrecht
3. College van Beroep voor het bedrijfsleven
a. Financieel economisch bestuursrecht
4. Gerechtshoven/Hoge Raad
a. Belastingrecht
b. Verkeersboetes
, Passen allemaal de Awb toe: daarom moeten er rechtseenheidsvoorzieningen zijn:
1. Informeel: Commissie rechtseenheid bestuursrecht (bestudeert jurisprudentie en stemt af
dat het niet te veel uit een loopt)
2. Formeel: Grote Kamer (art. 8:10a, lid 4 Awb) (betrekken van andere colleges bij de zaak,
als het ook de andere colleges kan raken -> 5 rechters: instantie die instelt 2 rechters, verder
allemaal 1)
3. Formeel: Conclusie (8:12a Awb) (Advocaat-Generaal schrijft een conclusie, meestal over
onderwerpen die ook de Awb betreffen = niet bindend voor de rechters die in de zaak
beslissen)
Basiskenmerken:
- Alleen beroep instellen tegen besluiten art. 8:1 AWB: besluit = voorwerp van geschil
- Aanvullende voorziening: besluitvorming en bezwaar zouden geschillen moeten wegnemen
- Rechtmatigheidstoetsing ex tunc: bestuursorgaan wordt gecontroleerd zoals de situatie
toen was, of het besluit toen rechtmatig is genomen (rechter moet niet in de bestuurlijke
taak komen) Maar daarop bestaan uitzonderingen
1. De beoordeling van het procesbelang van partijen (als er geen procesbelang meer
is, is voortzetting van de zaak niet nodig en in zo’n geval betrekt de rechter eventuele
nieuwe regelgeving wel zin zijn oordeel
2. Bij wijziging van wetgeving worden vaak overgangsrechtelijke bepalingen
opgenomen die doorslaggevend kunnen zijn voor het antwoord op de vraag aan
welke rechtsregels de rechter het bestreden besluit moet toetsen en die kunnen ook
directe werking hebben
3. Bij procedures over punitieve sancties moeten gunstige wetswijzigingen tijdens het
proces voor de verdachte worden meegenomen (art. 5:46 lid 4 Awb jo. art. 15 lid 1
IVBPR)
- Ongelijke verhouding partijen: besluiten door de overheid zijn eenzijdige
machtsuitoefeningen -> lage griffiegelden, geen advocaat nodig, bestuursorgaan moet hele
dossier insturen
- Elk geschil raakt belangen van derden of de maatschappij
- Korte beroepstermijnen
- Laagdrempelige procedure
- Materiële waarheidsvinding
- Niet-lijdelijke rechter: rechter mag veel regie nemen
Rechtsvergelijking: bestuursrechter ten opzichte van strafrechter of civiele rechter
- Bestuursrechter: toetsing (door bestuursorganen) in plaats van rechtsvaststelling
- Rechter heeft beperkt beeld van de praktijk
- Bv. asielzaken: wordt nooit geprocedeerd over verleende verblijfsvergunningen
- Besturen vraagt om snelle besluitvorming
- Besturen is vooruitzien; rechtspreken is achteruitkijken
- Bestuursrechter lijkt op civiele rechter: partijen hebben een behoorlijke
verantwoordelijkheid
Begunstigend bestuursrecht heeft overeenkomsten met civiel recht
- ‘Civilisatie’ bestuursprocesrecht: wordt steeds meer een partijenproces
- ‘Verbestuurlijking’ civiel geschil: steeds meer regie bij de rechter
, - Bestuursrecht wel makkelijker te digitaliseren
Belastend bestuursrecht heeft overeenkomsten met strafrecht
- Bestuurlijke boetes worden steeds hoger, bewijsprocesregels geënt op strafvordering
- Om-afdoening is vorm van bestuurlijke afdoening
- In bestuursrecht geen opportuniteitsbeginsel; veel handhavingscapaciteit -> OM:
ook in het strafrecht moet er iets zijn van een bestuursrechtelijk systeem,
rechtsvaststelling is dan niet bij de rechter maar bij het bestuur
Ontwikkelingen in alle 3 de gebieden: bestuursrecht, strafrecht, civiel recht
- Art. 6 EVRM: is ook van toepassing in het bestuursrecht want het wordt autonoom
uitgelegd door het EHRM; elk besluit heeft invloed op je vrijheidsrechten en vinden we dus
dat het je burgelijke recht vaststelt
- Boete = criminal charge = vervolging
Alle beginselen moeten dus ook op het bestuursrecht worden toegepast; fair trial
Ontwikkelingen:
- Internationalisering
- Digitalisering: de hele overheid digitaliseert/automatiseert
- Versnelling; in strijd met verdedigingsrecht?
- Rechtsontwikkeling/sturen in de maatschappij; uitspraken doen is een maatschappelijke
taak
- Specifiek bestuursprocesrecht:
- Hoe als rechterlijke macht de overheid controleren als zoveel geautomatiseerd is?
- Vertrouwen in overheid: als mensen procederen tegen de overheid moet dat een
aangename procedure zijn; men moet daarna begrijpen waarom een besluit op een
bepaalde manier is genomen
- Definitieve geschilbeslechting: uiteindelijk moet burger weten waar hij aan toe is en
wat er wel kan
Bevoegdheid bestuursrechter: voorwerp van geschil:
- Aanvraag
- Elk geschil begint met besluit in primo (aanvraag centraal)
- Rechtsmiddel inzetten: bezwaar (besluit in primo centraal) -> eindigt in een nieuw besluit =
beslissing op bezwaar
- Beroep instellen bij de rechtbank in eerste aanleg (over beslissing op bezwaar) = rechtbank
uitspraak
- Hoger beroep gaat primair over de rechtbankuitspraak
Alleen opkomen tegen besluiten; in een besluit vindt rechtsvaststelling plaats
- Niet altijd noodzakelijk om te procederen: alle voorbereidende handelingen zijn niet
vatbaar voor bezwaar of beroep art. 6:3 Awb = concentratie van beroepsmogelijkheden
- Uitsluiting van beroepsmogelijkheden: art. 8:3, 8:4, 8:5 Awb
- Art. 8:3: maar over 2 typen besluiten procederen:
- Beschikking (algemene regels worden uitgevoerd, maar niet van algemene
strekking want je krijgt een persoonlijke (individuele) uitvoeringsbeschikking)
= WEL (art. 8:1 Awb)
, - Besluit van algemene strekking
- Algemeen verbindende voorschriften (bv. de Awb) = NIET
- Vaststelling van een beleidsregel (8:3 lid 1 onder a) (stel je vast ter
uitoefening van een bevoegdheid) = NIET
- Andere Besluiten van Algemene strekking
- Concretiserende besluit van algemene strekking:
(aanwijzingsbesluiten, besluit zelf kent geen normstelling, heeft
betrekking op een zaak) = WEL
= Een best beperkend stelsel van rechtsbescherming; alleen procederen over het
individuele, niet over het algemene en collectieve.
(Bestemmingsplan = uitzondering = een algemeen verbindend voorschrift maar WEL
beroep vatbaar 8:6 Awb jo. art. 2 van de Bijlage II (bevoegdheidsregeling
bestuursrechtspraak), onder Wet ruimtelijk ordening: besluit omtrent vaststelling van
een bestemmingsplan dus direct beroep bij de ABRvS)
Belanghebbende begrip: art. 8:1 Awb: alleen belanghebbende kunnen in beroep:
- Art. 1:2 lid 1 en lid 3; invullen met de OPERA-criteria:
- Objectief: geen subjectieve belangen (gevoel van betrokkenheid)
- Persoonlijk: voldoende onderscheidend van willekeurige anderen + belang moet
individueel van aard zijn (grootte groep minder relevant)
- ‘Gevolgen van enige betekenis’
- Eigen: niet opkomen voor belangen van een ander
- Rechtstreeks: geen afgeleid belang (bv. weigering van subsidie voor bedrijf waar je
werkt; dan komt het bedrijf op en niet alle medewerkers want die hebben alleen een
contract met het bedrijf)
- Soms een afgeleid belang; maar wel ook getroffen in individueel belang =
minder strikte toepassing (helemaal als belang contrair is aan het belang van
degene die als eerste wordt geraakt)
- Actueel: belang niet op basis van een onzekere toekomstige gebeurtenis
(bestemmingsplan is geen onzekere toekomstige gebeurtenis)
- Art. 1:2 lid 3: rechtspersonen, die algemeen en collectieve doelstelling heeft (niet voor het
EIGEN belang opkomen -> lid 1) moeten aan 2 eisen voldoen:
- Statutaire doelstelling moet rechtstreeks betrokken zijn bij het besluit
- Statutaire doelstelling moet territoriaal en functioneel begrensd zijn
- Rechtspersoon moet feitelijke werkzaamheden hebben (voorkomen dat
rechtspersoon zich alleen bezighoudt met procederen, en feitelijk niks bijdraagt)
- Daarnaast nog Actuele belang (staat dus niet los van de OPERA criteria; alleen een
andere invulling)
Geen belanghebbende: dan wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard
Beleidsregels + algemeen verbindende voorschriften: exceptieve toetsing mogelijk
= mogelijk als: er wel een voor beroep vatbaar besluit is (dus bv. een ontheffing aanvragen,
die dan in strijd is met een beleidsregel, die wordt dan geweigerd = een beschikking = voor
beroep vatbaar besluit)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper heleenpesser. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.