Samenvatting Wet- en regelgeving
Hoofdstuk 5.3
Belangrijkste wetten in de gezondheidszorg: Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg, Wet
maatschappelijke ondersteuning en Jeugdwet.
Zorgverzekeringswet- geldstroom
- Inkomsten van verzekeraars komt uit: inkomensafhankelijke premies en uit nominale
premies
- Zorgtoeslag: om de nominale premie betaalbaar te houden voor lagere inkomens
- Zorgverzekeringsfonds: inkomensafhankelijke premies + rijksbijdrage < 18 jaar. Deze wordt
verdeeld onder de verzekeraars zodat zij allemaal uitkomen met een concurrerende
nominale premie. Deze is gedeeltelijk risicodragend, zodat verzekeraars jaarlijks zowel winst
als verlies op hun polissen kunnen maken.
- Populatiekenmerken: leeftijd, geslacht, gezondheid
- Ziekenhuisbudgetten worden gevuld via tarieven per diagnose-behandelcombinatie.
AWBZ: was een volksverzekering voor onverzekerbare ziekterisico’s, bijvoorbeeld verpleeghuizen of
instellingen voor gehandicapten. Hieruit werd later huishoudelijke verzorging in de thuiszorg in de
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) geheveld. Extramurale geneeskundige geestelijke
gezondheidszorg en revalidatie gingen naar de Zorgverzekeringswet. Opvolger werd WLZ.
Wet langdurige zorg (WLZ)
- Volksverzekering bedoeld voor kwetsbare ouderen en mensen met een beperking of
psychische stoornis.
- 24 uur per dag zorg in nabijheid nodig hebben.
- Recht op: verblijf, persoonlijke verzorging, begeleiding, verpleging, behandeling,
mobiliteitshulpmiddelen en vervoer naar dagbesteding of behandeling.
- Iedereen betaalt verplicht premie voor de WLZ
- De zorgverzekeraars zijn het uitvoeringsorgaan, zij mandateren een regionaal Zorgkantoor.
Deze sluiten in de regio overeenkomsten met aanbieders. Zij kopen bij de verpleeghuizen
zorgzwaartepakketten in.
- Geldstroom: wordt gefinancierd uit inkomensafhankelijke premies en eigen bijdragen. Deze
worden gestort in het Fonds langdurige zorg (Flz), dat wordt beheerd door het Zorginstituut.
Deze WLZ-middelen worden jaarlijks verdeeld over zorgkantoren op basis van historische
kostenniveaus. De zorgkantoren bekostigen de zorgverlenende instellingen door ingekochte
zorgzwaartepakketten. De maximum tarieven hiervoor zijn vastgelegd bij de Nederlandse
Zorgautoriteit.
- Wlz financiert: verblijft in zorginstelling, begeleiding, verpleging, verzorging, geneeskundige
zorg en behandeling in verband met de ziekte of beperking, bij bepaalde zorgzwaartes ook
fysio en tandheelkunde, hulpmiddelen en vervoer naar de plaats van begeleiding of
behandeling.
- Zorgzwaartebekostiging is het bekostigingssysteem in de ‘care’- sector. DBC-bekostiging is
voor behandeling in het ziekenhuis. Beide systemen zijn gekoppeld aan prestaties; in
ziekenhuizen als DBC’s en voor intramurale instellingen als zorgzwaartepakketten.
, - Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepaalt of iemand recht heeft op zorg uit de WLZ. Of
iemand voldoet aan toegangscriteria voor WLZ, stelt het CIZ vast in een indicatiebesluit. Ook
leggen zij de zorgbehoefte vast. In een zorgplan wordt vastgelegd wat de doelen zijn van de
zorgverlening.
- Met een Wlz-indicatie wordt de zorg vergoed, echter wordt er wel een eigen bijdrage
geleverd. Deze eigen bijdrage wordt berekend en geadministreerd door het Centraal
Administratie Kantoor (CAK).
- Wlz kent voor zorg thuis 2 opties:
o Volledig Pakket Thuis (VPT): alle zorg wordt verleend door één zorgaanbieder.
o Modulair Pakket Thuis (MPT): zorg kan geleverd worden door verschillende
zorgaanbieders. Vooral geschikt voor mensen met mantelzorger. Hierbij zit geen eten
of drinken, in VPT wel.
o Combinatie van MPT en PGB
- Persoonsgebonden budget (PGB) - WLZ
o Budget om zelf zorgverleners in te huren voor de nodige zorg, hulpmiddelen en
voorzieningen.
o Hiervoor kom je alleen in aanmerking als door het CIZ een ZZP hebt gekregen.
o De verzekerde sluit met de zorgverlener een zorgovereenkomst af. Deze wordt
gecontroleerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
o De verzekerde kan na goedkeuring bij de SVB declareren. Wat niet aan zorg wordt
uitgegeven, dient door de SVB terug te worden betaalt aan het zorgkantoor.
Hoofdstuk 5.4
Wet maatschappelijke ondersteuning: WMO
- Opgedeeld in prestatievelden: onderwerpen van maatschappelijke ondersteuning waarop
concrete prestatie van gemeenten verwacht worden, inwoners konden hun
gemeentebestuur daarop aanspreken.
- Eens per 4 jaar komt er een beleidsplan van de gemeente waarin staat wat bereikt moet
worden op de verschillende prestatievelden.
- Gemeente moet initiatief nemen, bijvoorbeeld om een woon-zorgcomplex te bouwen moet
de gemeente de regierol op zich nemen, daarna voeren particuliere instellingen het uit.
- Prestatievelden:
o Bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid
o Preventief ondersteuning bieden aan probleemjongeren met opgroei en ouders met
opvoedproblematiek