Inhoudsopgave
LEERPSYCHOLOGIE..............................................................................................................1
WAT IS LEREN?..............................................................................................................................1
LEERPSYCHOLOGIE OP DE PABO......................................................................................................................2
WAT IS NU LEREN EIGENLIJK...........................................................................................................................4
BREINLEREN..................................................................................................................................5
INTRODUCTIE BIJ BREINLEREN........................................................................................................................6
FIXED OF GROWTH MINDSET........................................................................................................................10
EXECUTIEVE FUNCTIES...................................................................................................................................10
EXECUTIEVE FUNCTIES IN DE PRAKTIJK.........................................................................................................12
ONDERWIJSVERNIEUWERS..........................................................................................................14
INTRODUCTIE.................................................................................................................................................14
NUTSSCHOOL.................................................................................................................................................15
MONTESSORI.................................................................................................................................................16
DALTON..........................................................................................................................................................18
JENAPLAN.......................................................................................................................................................19
VRIJE SCHOOL................................................................................................................................................20
FREINET..........................................................................................................................................................21
ONTWIKKELINGSGERICHT ONDERWIJS.........................................................................................................22
ERVARINGSGERICHT ONDERWIJS..................................................................................................................24
BEWEZEN EFFECTIEVE LEER- EN INSTRUCTIESTRATEGIEN............................................................26
STRATEGIEEN VOOR DENKEN EN LEREN.......................................................................................................26
MOTORISCH LEREN.....................................................................................................................26
INTRODUCTIE.................................................................................................................................................26
LEREN MET BEHULP VAN BEWEGEN.............................................................................................................27
MOTORISCH LEREN EN DE PRAKTIJK.............................................................................................................28
CREATIEF LEREN..........................................................................................................................28
WAT IS CREATIVITEIT.....................................................................................................................................28
CREATIVITEIT ONTWIKKELEN.........................................................................................................................29
WAT IS LEREN?
1
,Smal voorbeeld: het gaat alleen om het expliciete bestuderen van teksten/ boeken.
Andere versmalling: veronderstelling dat het alleen gaat om het ‘onderwezen worden’.
Derde vereniging: het beperken tot het expliciete, bewust leren waarin bewuste
overdrachtsprocessen zijn georganiseerd.
Leren = complex proces. Door versimpelen -> misverstanden in communicatie.
Leren en onderwijzen zijn twee verschillende dingen.
LEERPSYCHOLOGIE OP DE PABO
Kern van het vak ‘Leerpsychologie’ op de pabo is: ‘Hoe kun je als leerkracht het leren van
kinderen in je klas faciliteren?
Het schoolse leren wordt wel formeel of intentioneel leren genoemd -> leren dat gestuurd
wordt. Dit kan zijn door een leerkracht of instructeur op het werk of door de leerling zelf.
Het buitenschools leren noemen we informeel en incidenteel leren (spontaan of natuurlijk
leren) -> vindt plaats in natuurlijke situaties, zonder dat dat iemand formeel is aangesteld
om je op te leiden of te onderwijzen -> zelfstandig leren.
Onderscheid tussen formeel en informeel leren betreft zowel de omgeving/ plaats als de
aard van het leren.
Bolhuis (2000) wijst erop dat formeel leren niet per se intentioneel hoeft te zijn -> tijdens
een les in de klas (formeel) kan een leerling opeens denken aan zij verjaardagsfeestje na
school. De leerling zit in een formele setting, maar er is geen sprake van intentioneel leren.
Ander voorbeeld: student die leert voor een tentamen is intentioneel aan het leren,
maar zit niet in een formele leersetting.
Goorhuis-Brouwer (2016): niet het formele, schoolse leren mag op de voorgrond staan,
maar het spelend leren geldt voor jonge kinderen. Kinderen kunnen de competenties die ze
hebben t.a.v. taal, denken, motorische- en sociaal-emotionele ontwikkeling maximaal
ontplooien.
Samenvattend:
1. Niet alle formeel leren is ook intentioneel leren.
2. Het meest essentiële verschil tussen formeel- en informeel leren is de mate waarin
leren door andere of door de leerling zelf wordt aangestuurd.
FORMEEL (ONDER LEIDING VAN INFORMEEL (NIET ONDER LEIDING
EEN LEERKRACHT) VAN EEN LEERKRACHT)
2
, INTENTIONEEL (LEERLING STELT Leerling wil leren -> zorgt voor Leerling leert zelfstandig of van
EXPLICIETE LEERDOELEN) bewuste planning/ sturing anderen (=niet de leerkracht);
werkplekleren
INCIDENTIEEL (LEERLING STELT Leerkracht stelt doel, niet de Leerling leert op natuurlijke/
GEEN EXPLICIETE LEERDOELEN) leerling -> incidenteel leren spontane wijze
Bij leren is er sprake van activiteit. Actieve processen van verwerving van kennis met
bewuste, doelgerichte inzet van hun aandacht en van wat ze weten en kunnen, nieuwe
competenties te verwerven.
De leerkracht faciliteert het leerproces van de leerlingen. De leerlingen leren en die het
leerwerk doen.
De kwaliteit van dit proces is te meten aan de mate van betrokkenheid en zelfstandigheid
die een leerling tijdens het werk laat blijken -> hoeverre is het kind cognitief actief en/ of er
geleerd wordt.
Bij leren moet je altijd iets doen: het is een activiteit: ervaren, oefenen, interactie met de
omgeving. Leren brengt een langdurige of permanente verandering tot stand. Als je iets
geleerd hebt, ben je veranderd.
De sleutel tot leren is: actief interacteren met de stof.
De aard van leren als proces heeft belangrijke gevolgen voor het werk van de leraar:
- Het komt het er voor hem op aan dat leerlingen zich bewust aan een taak zetten en
dit doen zij in principe gemakkelijker naarmate de taak meer uitdaging biedt -> er
moet een evenwicht zijn tussen wat het kind denkt dat hij kan en de ervaren
moeilijkheidsgraad van een taak.
Het gaat erom dat er wordt geleerd, dat kinderen zich ontwikkelen en dat ze dit zelfstandig
doen.
Filmpje: ‘What makes great teachers…?’
1. Voor een goede leerkracht doet elke leerling ertoe.
2. Een goede leerkracht is niet bang om zijn lesplanning aan te passen.
3. Goede leerkrachten hebben hoge verwachtingen van hun leerling/ ambitieus zijn; ze
stellen hoge doelen.
Onderwijs aan jonge kinderen richt zich op ontwikkelingsprocessen en minder op
leerinhouden -> grote consequenties voor de manier van onderwijs geven en voor de rol van
de leerkracht.
Bij focus op ontwikkelingsprocessen realiseren we dat het kind zelf de inspanning moet
leveren. Je kunt de ontwikkeling stimuleren en voorwaarden scheppen om ontwikkeling te
laten plaatsvinden, maar het kind moet het zelf doen.
Rol van de leerkracht -> stimulator en begeleider. Belangrijke voorwaarde voor ontwikkelen
en leren van jonge kinderen -> een betekenisvolle en spel georiënteerde context waarin de
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chanelypma. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.