Samenvatting Basiskennis Taalonderwijs
Wat wordt er op de landelijke kennistoets getoetst Invalshoeken 1 (Wat is de
leerinhoud?) en 3 (Wat is het fundament onder de leerinhoud?). Kerndoelen op TULE.
Het belang van taalonderwijs
Het leren van een moedertaal, is bij kleine kinderen een natuurlijk proces. Kinderen leren
een taal door interactie met hun omgeving, door ouders die tegen ze praten, te spelen met
andere kinderen, televisie te kijken, etc.
Waarom wordt er dan toch zoveel aandacht besteed aan taalonderwijs? Hiervoor zijn er vijf
argumenten:
1. Schriftelijke taalvaardigheid leren kinderen niet spontaan.
2. Niet alle kinderen kunnen zich zelfstandig een bepaald niveau van taalvaardigheid
eigen maken.
3. Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijks leven.
4. Bepaalde taalvormen leer je alleen met behulp van het taalonderwjis.
5. Als je kinderen plezier in echt lezen van boeken wilt bijbrengen, dan moet je daar
apart aandacht aan besteden.
Taal heef een aantal functies, te weten:
- Communicatieve of sociale functie we gebruiken constant taal als
communicatiemiddel in verschillende situaties in het dagelijks leven. Een spreker
geeft een boodschap door aan een hoorder en de hoorder luistert en begrijpt. De
sociale taalfunctie is weer onder te verdelen in deelfuncties: zelfsturing,
zelfhandhaving, sturing van anderen en structurering van het gesprek (vb. op
internet.) Het vermogen om de communicatieve functie te gebruiken, noemen we
communicatieve competentie.
- Conceptualiserende of cognitieve functie we gebruiken taal als hulpmiddel om
gedachten te ordenen en greep te krijgen op de werkelijkheid. We kunnen dit doen
door gebruik te maken van de volgende functies: rapporteren, redeneren,
projecteren.
- Expressieve functie we drukken ons uit, experimenteren en zoeken creatieve
manieren om iets te zeggen.
Het lesgeven met behulp van een methode noemen we traditioneel taalonderwijs.
Taalonderwijs wordt (vanaf groep 3) opgesplitst in verschillende domeinen, volgens de
Kennisbasis:
- Mondelinge taalvaardigheid
- Woordenschat
- Beginnende geletterdheid
- Voortgezet technisch lezen
- Begrijpend lezen
- Stellen
- Jeugdliteratuur
- Taalbeschouwing
- Spelling
1
, Verschillende niveaus van taal
Niveau Regels
Fonologisch = Uitspraak
Morfologisch = Opbouw van woorden
Syntactisch niveau = Volgorde van woorden
Semantisch niveau = Betekenis
Pragmatisch niveau = Gebruik van woorden
Orthografisch niveau = Spelling
Mondelinge taalvaardigheid
Er zijn een aantal theorieën over taalverwerving:
- Behaviorisme: Een theorie die ervan uitgaat dat kinderen hun moedertaal leren
doormiddel van imitatie. Woorden die vaak woorden gebruikt in de directe omgeving
van een kind, worden als eerst overgenomen en woorden waarbij het kind geprezen
wordt na het zeggen hiervan, zullen ook vaker gebruikt worden door het kind.
- Creatieve constructietheorie/mentalisme: Gaat ervan uit dat kinderen een
aangeboren gevoel voor taal hebben waarmee ze op een creatieve manier zinnen
kunnen bouwen. Een aanwijzing hiervoor is dat een kind nog elke taal moeiteloos kan
leren, bijv. geadopteerde kinderen (baby’s) ondervinden geen probleem bij het leren
van Nederlands.
- Interactionele benadering: Een theorie waarbij men het belang van aangeboren
taalleervermogen erkent, maar benadrukt dat interactie met de omgeving belangrijk
is voor het leren van een taal.
De taalontwikkeling van baby’s begint op fonologisch niveau; het vormen van taalklanken.
Daarna komt het morfologisch niveau kijken; het vormen van woorden. Hierbij vindt
ontwikkeling op semantisch niveau plaats; kinderen gaan de betekenis van woorden
begrijpen, waarop automatisch ontwikkeling op pragmatisch niveau plaatsvindt; er kan
steeds makkelijker worden gecommuniceerd met de omgeving.
In het taalverwerkingsproces onderscheiden we de volgende perioden:
- De pre-linguale periode van 0 tot 1 jaar (huilen, brabbelen, vocaliseren, vocaal spel)
- De linguale periode (blz.49- 54):
- Vroeg-linguale fase 1 tot 2,5 jaar van brabbelen naar betekenisvol taalgebruik,
waarbij de woorden nog niet altijd correct worden uitgesproken (poes is bijv. poe). Er
worden losse woorden gebruikt voor dingen die het kind ziet (eenwoordzin).
- differentiatiefase van 2,5 tot 5 jaar
- voltooiingsfase van 5 tot 9 jaar)
Het leren van een tweede taal is een ander proces dan het verwerven van de moedertaal.
Als er twee talen min of meer tegelijkertijd geleerd worden, spreken we van simultane
tweetaligheid. Hier spreken van tot kinderen tot ongeveer 3 jaar oud. Als de tweede taal
geleerd wordt nadat de eerste al geleerd is, spreken we van successieve tweetaligheid. Hier
wordt het leren van de tweede taal ondersteund door de kennis van de eerste taal. Hierdoor
kunnen er interferentiefouten optreden.
2