Casuïstiek anticonceptie
1. Welke van de vier bevat zowel een oestrogeen als een progestageen? Vaginale ring, 3
weken. Dezelfde componenten als de pil.
Implantaat= progesteron, subcutaan, bovenarm, 3 jaar
Koperspiraal= geen hormoon, intra-uterien, 5 jaar
Hormoonspiraal= progestageen, 5 jaar
Hoge gedoseerde hormoon= mirena
Laag gedoseerde hormoon= Kilena
Beiden 5 jaar
2. Welke van deze middelen geeft geen remming van de eisprong? Hormoonspiraal, zit in
de baarmoeder, geeft levonorgestrel (progesteron), verdikking cervixslijm,
baarmoeder minder toegankelijk voor spermacellen, in hoge dosering, atrofie
endometrium.
Pleisterpil= dezelfde componenten als de pil, 1 week
Prikpil= 3 maanden
Menstruatiecyclus:
- Hypothalamus → GnRH → hypofyse → FSH= stijgen → follikels groeien en deze
maken oestrogeen → oestrogeen stijgt → baarmoederslijmvlies= endometrium
groeit doordat de oestrogeen groeit.
- Hypothalamus → GnRH → hypofyse → LH stijgen → LH piek= 1 follikel wordt
dominant → ovulatie, overblijft van de gebarste follikel= corpus luteum →
progesteron= nodig om de zwangerschap in stand te houden. Endometrium
wordt dikker, bij bevruchte eicel → daarin nestelen
- Bij geen zwangerschap= endometrium laat los → menstruatie. 1e menstruatie=
1e dag van de cyclus.
Werking hormonale anticonceptie:
- Je voegt geslachtshormonen toe: progesteron is het anticonceptivum en
oestrogeen voor de cycluscontrole.
- Door de hormonen → sein naar hypothalamus en hypofyse → afname GnRH →
afname FSH en LH → ovaria niet gestimuleerd door follikel → geen follikel → geen
eisprong.
- Cyclus stopt, ovaria stilgelegd
- Alsof je zwanger bent
Progestageen:
- =anticonceptieve werking
- ovulatieremming bij hoge dosering
- endometrium atrofie (=slijmvlies wordt dunner → onregelmatig bloedverlies),
zodat de ei niet kan nestelen
- slijmprop in cervix
, - aanvullende effecten algemeen= androgeen effect (huid: acne, haargroei),
klein effect op lipiden (minder HDL en meer LDL)
- aanvullende effecten in de 2e instantie= irregulaire bloedingen als je alleen
progesteron hormoon krijgt, depressieve gevoelens, minder zin in seks,
gewichtstoename (eetlust of vochtretentie), fluorklachten en mamma klachten
Oestrogeen:
- opbouw endometrium → dikkere slijmvlies→ meer controle bloedverlies
- cyclus/bloedingscontrole
- aanvullende effecten algemeen= groei borsten, endometrium proliferatie
(=opbouw), lever (meer eiwitten bijv. stollingsfactoren/trombose) en lipiden (HDL
meer, LDL minder, TG meer)
- aanvullende effecten initieel= mastalgie (=pijnlijke borsten), misselijkheid en
vochtretentie
3. Welke van de volgende beweringen over bloedverlies bij anticonceptie vinden
vrouwen het meest belangrijk? Ik wil weten wanneer ik bloedverlies zal hebben.
Verhoogde stollingslijden of trombose, HVZ, diabetes of bij veel bijwerkingen= geen
combinatie. Alleen progesteron.
Niet dagelijks= prikpril of spiraal.
Koperspiraal= meer menstruatie. Hierdoor alleen hormoonspiraal.
4. Met welke van de onderstaande methoden kun je je menstruatie niet plannen of
uitstellen? Hormoonspiraal.
Voorspelbaar en regelbaar bloedverlies alleen bij combinatiemethode (E + P) met constante
samenstelling:
- Vaginale ring
- Pleister
- Monofasische AOC
Doorringen, doorplakken of doorslikken om bloedingen uit te stellen in frequentie te doen
afnemen.
5. Welke vorm van anticonceptie geeft de grootste kans op amenorroe na 1 jaar gebruik?
Combinatiepil continu (zonder te stoppen, de hele tijd)
Percentages na 1 jaar gebruik:
- 21 dagen gebruik → geen amenorroe over het algemeen
- continue pilgebruik → 55% kans op amenorroe
- prikpil → 55% kans op amenorroe
Progestageen-alleen houdende anticonceptie:
- Mirena: 52 mg levonorgestrel, hoog gedoseerd, bij bloedingsproblemen tijdens