PSYCHOLOGY– PROBLEMS
------------------------------------------------------------
3.6 Neuropsychology
Problem 3: Attention and Emotions
Leerdoelen probleem 3:
1. Wat is aandacht en wat zijn de verschillende typen van aandacht? Hoe kun je die
identificeren?
2. Welke stoornissen zijn gerelateerd aan aandachtprocessen?
3. Wat zijn de functies van de prefrontale cortex?
4. Welke stoornissen kunnen er ontstaan bij schade aan de PFC?
» KOLB CHAPTER 16: THE FRONTAL LOBES
Alle neurale wegen leiden uiteindelijk naar de frontale kwabben. Als sommige wegen
nergens heen leiden kunnen er problemen ontstaan om passend gedrag te genereren.
Laesie linker frontale kwab → meest voorkomende symptomen zijn een vlak affect &
afwezigheid van gezichtsuitdrukkingen.
16.1 Frontal-lobe anatomy
Onze frontale kwabben controleren ons gedrag met betrekking tot tijd en plek. Toch kan de frontale kwab
dergelijke functies alleen uitvoeren als hij wordt voorzien van alle relevante en beschikbare sensorische en
geheugensteuntjes (geheugen) informatie.
Subdivisies van de frontale cortex
De frontale kwabben omvatten al het weefsel van de (anterieure) centrale sulcus. Dit deel is 30-35% van de
neocortex. Er zijn 4 algemene categorieën in de frontale kwab: primaire motorische, premotorische, prefrontale
en anterieure cingulaat.
§ Primary motor cortex (M1): specificeert elementaire bewegingen, zoals die van de mond en de
ledematen. De M1 regelt ook de bewegingskracht en de richting. Cellen ervan projecteren naar
subcorticale motorstructuren → basale ganglia, de rode nucleus en het ruggenmerg.
§ Premotor cortex: deze bevindt zicht direct voor de motor cortex. De PM bevat een dorsaal gebied die
de supplementary motor cortex wordt genoemd. Daaronder liggen 3 premotorische sectoren:
1. De dorsale premotor cortex: voor het kiezen van bewegingen uit zijn bewegingslexicon.
2. De ventrale premotor cortex: deze bevat de spiegelneuronen die de bewegingen van anderen
herkennen en soortgelijke of andere acties selecteren (net als het gebied van Broca).
3. De inferieure frontale gyrus (Broca’s area).
o Premotorische gebieden kunnen bewegingen direct beïnvloeden (via corticospinale projecties) of
indirect (projecties op de M1).
o Alle premotorische gebieden ontvangen projecties van de dorsolaterale prefrontale cortex → dit gebied
beheerst dus de oogbewegingen en bewegingen van de ledematen.
§ Prefrontale cortex: omvat het gebied van de motorische, premotorische en cingulaire cortex. Onderzoek:
bij alle zoogdieren gezien → alle frontale kwabben ontvangen projecties van de dorsomediale nucleus
van de thalamus. Prefrontale regio’s krijgen input van de mesolimbische dopaminecellen in het
tegmentum. Dit speelt een rol bij het reguleren van hoe prefrontale neuronen reageren op stimuli en
draagt bij aan de emotionele toestand. Afwijkingen in deze projectie spelen een rol bij schizofrenie en bij
drugsverslaving. Er zijn 3 PFC regio’s:
1. Dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC): voornamelijkste taak = wederzijdse verbindingen maken
met de posterieure patiëtale gebieden en de sulcus temporalis superior. Verbindingsgebieden:
cingulaire cortex, basale ganglia en superior colliculus. DLPFC is veel in relatie tot de posterieure
pariëtale cortex.
2. Orbitofrontale cortex (OFC): krijgen input van alle sensorische modaliteiten. Projecties vanuit de
temporale kwab (auditieve en visuele regio’s) & subcorticale amygdala. Het OFC projecteert naar
→ de amygdala en de hypothalamus. Route heeft invloed op veranderingen in bloeddruk en
ademhaling. Deze fysiologische veranderingen zijn belangrijk bij emotionele reacties.
1
, 3. Ventromediale prefrontale cortex (VMPFC): ontvangen corticale verbindingen van de DLPFC,
posterieure cingulaire cortex en mediale temporale cortex. Het maakt verbinding met de amygdala
+ hypothalamus & het hersenstam. Dus: de VMPFC is verbonden met structuren die in staat zijn tot
emotioneel lichaamsbreed gedrag.
§ Anterior cingulate cortex: moet worden beschouwd als gespecialiseerde neocortex. De ACC maakt
bidirectionele verbindingen met de motor, premotorische en prefrontale cortex + de insula.
De connectome en de frontale cortex
Frontale kwab regio’s zijn central in veel corticale netwerken.
- Het meest bestudeerde netwerk is de default network: deze verbindt
verafgelegen hersenregio’s die actief zijn tijdens rust (ipv cognitieve taken).
Er is discussie over de naam ‘standaardnetwerk’, aangezien dit netwerk ook
actief is tijdens gerichte taken (nadenken over het verleden/ de toekomst).
- Salience network: wordt gezien in activiteit tussen de ACC, de motorische
cortex en de anterieure insula cortex. Dit netwerk is het meest actief als een
gedragsverandering nodig is en het werkt om de activiteiten van andere
netwerken te moduleren. Als het niet goed functioneert → overmatige
activiteit in het default network → vervallen van de aandacht.
De PFC speelt een rol in veel van deze corticale netwerken die betrokken zijn bij emotioneel gedrag. De VMPFC
speelt een bijzonder actieve rol. Abnormale activiteit in deze systemen → stemmingstoornissen.
Uitgebreide verbindingen van de frontale lobben kunnen functies van de meer posterieure cortex moduleren
(visuele waarneming/ mentale beeldvorming).
16.2 A theory of frontal-lobe function
Uitdagingen voor patiënten met laesies aan de frontale kwab:
1. Plannen en selecteren uit vele opties
2. Externe prikkels negeren en volharding tonen in de taak die je uitvoert
3. Bijhouden van winkels waar ze naar toe zijn gegaan en de items die ze al hebben gekocht
Sequentiële organisatie is de algemene functie van de frontale kwab. De frontale kwab bevat controlesystemen
die gedragsstrategieën implementeren als reactie op interne/ externe signalen. Premotorische en prefrontale
regio’s dragen op verschillende manieren bij aan executieve functies.
Functies van de premotor cortex
De motor cortex voeruit individuele bewegingen uit.
- Speciale rol bij het selecteren en aansturen van motorsequenties. De productie van bewegings-
sequentie wordt intern aangestuurd.
De premotorische cortex selecteert de uit te voeren bewegingen uit zijn lexicon.
- Het premotorische gebied functioneert primair om gedragingen te selecteren als reactie op externe
signalen en dat het motor gebied een grotere interne bijdrage levert als dergelijke signalen er niet zijn.
- De premotorische cortex wordt geactiveerd wanneer bewegingssequenties extern worden gestimuleerd
door een cue.
- Als mensen worden getraind in associaties (groen = doorgaan, rood = stoppen) neemt de functionele
activiteit toe in de premotorische cortex.
- Functie frontale oogvelden: oogbewegingen selecteren.
- Premotorische cortex: rol bij responskeuze.
Dus: de motorische cortex is verantwoordelijk voor het maken van bewegingen. De premotorische cortex
selecteert bewegingen.
Functies van de prefrontale cortex
De prefrontale cortex controleert cognitieve processen die de juiste bewegingen op de juiste tijd + plaats
selecteren. Deze selectie kan gecontroleerd worden door geïnternaliseerde informatie of door externe signalen,
OF als reactie op context/ zelfkennis. Er zijn dus 4 aspecten van bewegingsselectie! Deze worden nu behandeld.
2
, Internal cues – dorsolateral zone
Het ontwikkelen van geïnternaliseerde informatie omvat het ontwikkelen van regels die kunnen wordne gebruikt
om gedachten + acties te sturen. De geïnternaliseerde informatie over wat er zojuist heeft plaatsgevonden is
onafhankelijk van bestaande sensorische informatie en wordt temporal memory genoemd. Zowel dorsale als
ventrale stromen projecteren vaan de PFC, wel naar verschillende gebieden.
- Ventrale stroom: objectherkenning
- Dorsale stroom: motorische informatie
• Deze stroom houdt zich bezig met het selecteren van gedrag o.b.v. het temporeel geheugen.
External cues – orbitofrontal cortex
Bij een gebrekkige temporal memory, worden mensen afhankelijk van omgevingsfactoren om hun gedrag te
bepalen. Dus: gedrag staat niet meer onder controle van geïnternaliseerde kennis, maar wordt beheerst door
externe signalen. Laesie frontale kwab → mensen hebben moeite met het remmen van gedrag dat is gericht op
externe prikkels.
- Type omgevinsfactor: feedback over de belonende eigenschappen van stimuli
- Voorbeeld: foto van je grootmoeder wordt altijd geassocieert met een beloning (lekker eten) → je leert
het verband tussen de visuele stimulus (foto) en de bekrachtiging (eten).
Context cues – ventromedial prefrontal area
Gedrag is contextafhankelijk, het varieert met de mensen om je heen (grootouders vs vrienden) + de omgeving
(bios vs voedbalwedstrijd). Een fout bij het evalueren van de context kan ernstige gevolgen hebben. Het kiezen
van gedrag in context vereist gedetailleerde sensorische informatie, die vanuit de temporale kwab naar de
inferieure frontale cortex wordt overgebracht. Context betekent ook affectieve context, en deze bijdrage komt
van de amygdala.
- Laesie orbitofrontale cortex → moeite met context, vooral in sociale situaties (→ maken sociale blunders).
Autonoetic awareness
Gedrag wordt ook beïnvloed door een leven lang ervaringen en doelen, dit is je autobiografische kennis/
autonoëtisch bewustzijn (zelfbewustzijn). Verslechtering van dit zelfbwustzijn → tekort aan zelfregulatie op basis
van gedrag.
- Laesie mediaal/ ventraal frontaal → verliezen van zelfkennis.
Asymmetrie van de frontale kwab functie
De linker frontale kwab speelt een rol bij taalgerelateerde bewegingen, inclusief spraak. De rechter frontale
kwab speelt een rol bij non-verbale bewegingen zoals gezichtsuitdrukkingen. De symmetrie van de frontale kwab
is meer relatief dan absoluur. Beide kwabben spelen een rol in bijna elk gedrag.
» Tulving: de kanten spelen een andere rol in het verwerken van het geheugen.
o Linker PFC: grotere rol in het encoderen van de informatie in het geheugen.
o Rechter PFC: meer betrokken in het ophalen (retrieval) van het geheugen.
Heterogeniteit van frontale kwab functie
Bij het bekijken van de symptomen van frontalekwab laesies, moeten twee dingen worden onthouden:
1. Het is onwaarschijnlijk dat een individuele patiënt alle symptomen vertoont
2. De ernst van de symptomen zal variëren naargelang de locatie van de laesie
16.3 Symptoms of frontal-lobe lesions
Stoornissen van de motor functie
1. Disturbances of motor function
Frontale laesies → onvermogen om bewegingen te maken, onvermogen om bewegingssequenties te ordenen
en het aantasten van spraak.
o Fine movement, speed and strength: schade aan de primaire motor cortex → chronisch verlies van het
vermogen om fijne + onafhankelijke vingerbewegingen te maken. Ook: verlies aan snelheid en kracht bij
ledemaatbewegingen.
o Movement programming: serieel ordenen lijkt een functie te zijn van de neocortex, maar het is
waarschijnlijker een frontale kwab functie. Verwijdering van de motor cortex → verstoring van bijna alle
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 509133a20. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.