The Theology of the Book of Jeremiah
Walter Brueggemann
Old Testament Theology. Cambridge University Press, 2007
Hoofdstuk 1 Kritische toegang tot het boek van Jeremia
Complexiteit en context
Jeremia is een complex boek, dit komt door:
1. De verschillende stemmen die in dit boek spreken en een antwoord zoeken op de
crisissituatie. De eindredactie heeft dit zo naast elkaar laten staan.
2. Het boek beslaat verschillende generaties, in elk geval langer dan het leven van
Jeremia. De dynamiek van de traditie resulteerde in groei van woord en tekst van veel
dezelfde woorden (Jer. 36:32).
Dus het boek is veelstemmig en gegroeid gedurende een lange periode.
Volgens S. Mowinckel en B. Duhm drie ‘bronnen’:
A = woorden van Jeremia (in poëtische vorm)
B = verhalende teksten door Baruch, secretaris van Jeremia. Maar ook Baruch als metafoor
voor schrijvers in het algemeen.
C = verhalende teksten vooral speeches, lijken qua perspectief en cadans op
Deuteronomium.
(4.)1 Hoe staan deze ‘stemmen’ in verhouding tot elkaar? Drie hypothesen:
1. W.L. Holladay: de poëtische en verhalende delen zijn intens verbonden en dragen het
stempel van de profeet. Het materiaal is authentiek van Jeremia. (Mening heeft weinig
navolging).
2. R.P. Carroll, negeert wat bekend is over Jeremia en volgens hem legt het
Deuteronomische (C) materiaal een gewichtige interpretatie op wat er eerst alleen aan
poëzie was. Dus het verhalende deel van het boek is doorslaggevend voor de
interpretatie van de finale vorm van het boek. De ideologie van de profeet sneeuwt
hier dus onder.
3. L. Stulman stelt dat de verhalende teksten tijdens het redactionele proces erin zijn
geplaatst om een canoniek boek op te kunnen leveren. Deze teksten dienen om de
poëtische teksten te kunnen interpreteren. Alleen vormen deze teksten geen
vervorming van de poëtische teksten, zoals Carroll beweert, maar dienen als gids om
het boek te begrijpen.
Er is een verschuiving van ‘bron’ (bronnentheorie) naar ‘stem’ (onderdeel van organische -
zeer complexe - samenhang). Niet het ‘knippen en plakken’ van de tekst, maar een doorgaand
gesprek met de diverse stemmen vanuit verschillende hoeken en verworven interesses.
Dit staatje Israël, met één God en een oude verbondstraditie en een Davidisch koningshuis
van circa 400 jaar oud, was een vreemde eend in de geopolitieke situatie in het oude Midden-
Oosten. Maar de crisis in Jeruzalem blijkt een belichaming van de onrust in het hele Midden-
1
Paginanummer originele boek. In het hele document staat de verwijzing naar paginanummers tussen haakjes.
1
,Oosten. Assyrië was verdrongen door Babylon en de leidende stemmen uit de samenleving
van Jeruzalem die uiteindelijk het boek Jeremia zouden publiceren, werden uit Juda
gedeporteerd.
Onvermijdelijk werd de crisis van Jeruzalem niet geopolitiek geduid, maar theologisch vanuit
de verbondsgedachte. Het boek Jeremia spant zich dus in om theologische zin af te leiden uit
een geopolitieke crisis. Het gaat om de wil van JHWH die de heerser en scheidsrechter is van
de gehele internationale politiek. De opkomst en ondergang van rijken valt onder zijn regering.
Juda interpreteert niet alleen de situatie maar is ook deelnemer, slachtoffer. Dat het Boek
Jeremia zich over verschillende generaties uitstrekt, komt doordat deze literatuur gewijd is
aan een meditatie over en interpretatie van de crisis van Jeruzalem, ontstaan door de
Babyloniërs.
De roeping van Jeremia wordt vaak gedateerd rond 621 v.C., tijdens de reformatie van Josia
(Jer. 11:2; 2 Kon. 22-23). De dood van Josia in 609 lijkt een primair referentiepunt in het boek
te zijn. Jeremia bevat veel reflectie op de periode voor de verwoesting in 587 v.C. want hij is
ook bekend met de onopvallende koningen na Josia (2 Kon. 23:31-25:7). Vervolgens wordt er
ook gereflecteerd op de omstandigheden van de naar Babel gedeporteerde gemeenschap en
degene die zijn achtergebleven. Het boek geeft dus ook hoop voor de toekomst (Jer. 50-51),
die Jeremia zelf nooit gegeven kan hebben. In hoeverre dit is gebaseerd op vertrouwen op
JHWH’s komende heerschappij of op geopolitieke omstandigheden, is moeilijk te achterhalen.
(10) Wortels
Drie voorafgaande momenten die de traditie aan Jeremia bepalen.
1. Verbond op de Sinaï (moeilijk te dateren en lokaliseren, dit plaatst het volk los van de
aardse machten en van die rijken). Daarom meer een canonieke dan historische
werkelijkheid. Het is de soevereine JHWH die hier bepalend is in zijn speciale
toewijding aan Israël. En Israël belooft zich te onderwerpen aan de wil van de enige
God. Meest karakteristiek is ‘het niet dienen van andere goden of verbonden’ (Ex.
23:32-33). Het gaat dus om gehoorzaamheid aan de Thora. JHWH’s wil strekt zich uit
over elk aspect van het leven. In Exodus 32 wordt het verbond letterlijk verbroken,
maar in 33-34 treedt Mozes op als mediator en wordt het verbond hersteld op grond
van Gods barmhartigheid. Hier wordt de dynamiek van het verbond zichtbaar.
2. Hosea, de noordelijke profeet uit de achtste eeuw v.C., spreekt over het verbond in
termen van een diepe persoonlijke relatie, het beeld van het huwelijk en scheiding en
hertrouwen. Het verbond is geen zakelijke transactie maar laat zelfs de kwetsbaarheid
van JHWH zien in deze relatie. Het zet het verbond van de Sinaï in een geheel nieuw
licht. Ook wordt vaak het koningschap aangeklaagd voor ongehoorzaamheid. (Hos.
8:4). Dit sluit aan bij Jeremia die ook veel aandacht besteedt aan de ellende die door
de koningen ontstaat. Hosea heeft geen ‘profetieën tegen de naties’, die vaak wel
voorkomen in de post-exilische profetieën (zie Jeremia 46-51), wel refereert hij aan
Assyrië en koningen die daar hulp zoeken in een verbond (zonder God). Aan de
ballingschap naar Assyrië (Hos. 10:6) en de terugkeer (Hos. 11:11). Deze teksten
anticiperen op hoe Jeremia een profeet voor de naties zal zijn (Jer. 1:10). Hosea gaat
er vanuit dat Israël het verbond met JHWH heeft geschonden en daarom onder
dreiging van Assyrië staat. En naast het harde oordeel dat hij velt, nodigt de profeet
het volk ook uit terug te keren tot het verbond. Voor Hosea betekent een verbroken
2
, verbond dus niet dat het beëindigd is. Daarom is het verwijt dat Israël deze oproep tot
terugkeer niet beantwoordt. Tegelijk hangt het herstel van het verbond niet af van
Israëls berouw maar alleen van JHWH’s initiatief gegrond in zijn liefde. Dus thema’s die
in Hosea zijn geschetst, worden belangrijke punten in de Jeremia traditie. Hosea geeft
het verbond een diepte en rijkdom die verdergaat dan de Sinaï traditie. Zo maakt hij
de verbonds-traditie relevant voor de crisis in zijn eigen tijd (8ste eeuw v.C.).
3. Het boek Deuteronomium is het interpretatieve kader waaruit het boek Jeremia
ontstaat. Deuteronomium brengt de kiem van de Sinaï perikoop (Ex. 19-24) tot
volledige uitdrukking. Aangenomen wordt dat Deuteronomium is geschreven in de
8ste/7de eeuw v.C. als herformulering van de verbondstraditie die was gefocust op de
Thora, naar focus op de koninklijke ideologie van Jeruzalem. Gebaseerd op het type
handelsverdrag dat de Assyriërs gebruikten.
a. Hoofdstuk 5-11: herhaling van Gods reddende werk
b. Hoofdstuk 12-25: De geboden die betrekking hebben op het gehele leven
c. Hoofdstuk 26:16-19: Echo van Exodus 24:3 en 7: wederzijdse beloften/eden
d. Hoofdstuk 28 (27:1-26): sancties, zegen en vloek
Vier specifieke teksten uit Deuteronomium m.b.t. de interpretatieve traditie:
1. Het ‘leitmotif’ is de Shema (6:4-5). Luister, gehoorzaam. Bij Jeremia komt dit terug,
nl.: het volk heeft NIET geluisterd en is zich autonoom gaan gedragen.
2. Het verbond is niet oud en vergeten, maar voor vandaag! (5:3). Jeremia moet
uitleggen dat en hoe het leven in het licht van het verbond geleefd moet worden.
3. Het kennen van de Thora als tegengif voor koninklijke hebzucht en
zelfgenoegzaamheid. (17:16-17). Koningen moesten de Thora kopiëren. Ook te
vertalen met ‘tweede versie maken’, zodat het relevant blijft voor de tijd van
Jeremia.
4. Belofte van een profeet ‘als Mozes’ (18:15-22). Zodat het verbond blijvend wordt
voorgehouden aan de gemeenschap. De verbinding naar ‘deze profeet’ en Jeremia
wordt gelegd.
• Beloning bij gehoorzaamheid en straf bij ongehoorzaamheid (Deut. 30:15-20)
• Landbelofte is gekoppeld aan gehoorzaamheid. De crisis in 587 v.C. kan worden
verbonden aan het idee van straf op ongehoorzaamheid: verlies van het land.
• Deut. 4:29-31 en 30:1-10 roept Israël op schuld te belijden en terug te keren
naar het verbond. Dit is de basis voor hoop op herstel in de toekomst.
(26) De invloed van Deuteronomium op Jeremia, is enorm. Inderdaad is de ‘C bron’
Deuteronomistisch, zodat veel van het verhalende materiaal in Jeremia de
bewoordingen en cadans van de Deuteronomistische retoriek weerspiegelt. Zowel de
ongehoorzaamheid aan het verbond als de sanctie van het verliezen van het land. In
Deuteronomium een mogelijkheid, in Jeremia werkelijkheid.
Conclusie: De Sinaï Perikoop, het boek Hosea en Deuteronomium vormen het
antecedent van het boek Jeremia.
(27) Jeremia: Portret van de profeet
Traditionele visie: Een betrouwbaar historisch portret. (Holladay en Lundbom)
3