Beeldtaal samenvatting hoofdstuk 1 t/m 7 + 9
1 Eerst kijken! Dan lezen! Dan interpreteren!
1.1 Wat dit boek is
Beeldtaal wil de lezer in de eerste plaats leren kijken: opmerkzaam maken op verschillen in beelden,
kleuren en vormen. Het is in tweede plaats een praktisch boek over het gebruik van beeld in
verschillende ‘oude’ en ‘nieuwe’ media.
1.2 Wat bedoelen we met beeld?
Definitie van het woord ‘beeld’: alle communicatieve middelen die niet primair tekst zijn, door
middel van een tweedimensionaal medium tot ons komen (waaronder we dus bijvoorbeeld ook film
kunnen rekenen, maar niet architectuur of beeldhouwwerk), en primair een communicatief-
retorische functie hebben.
Gaat niet over gesproken of geschreven taal, maar beeldtaal
1.3 Beeld en vorm
Het onderscheid tussen beelden (visuele elementen,
verbale elementen):
Vormen: lijnen, vierkanten, driehoeken ect
Beeldelementen: mensen, bomen, huizen ect
Het beeld: het totaal van een voorstelling
1.4 Beeld en tekst
De nadruk op beeld betekent dus niet dat tekst niet in dit boek ter sprake komt. Dat komt het wel
maar dan in samenhang met beeld. Al wij het over beeld hebben, bedoelen we beeld in de media:
- Foto’s
- Afbeeldingen op webpagina’s
- Afbeeldingen in kranten
- Afbeeldingen in tijdschriften
- Reclameborden
- Op tv
- In PowerPoint
Al deze beelden hebben gemeen dat ze via een tweedimensionaal medium tot ons komen: papier,
beeldscherm, beamer, billboard ect.
1.5 De kracht van beeld met tekst
Het is een misverstand dat beeldtaal alleen maar over beelden gaat. Beelden zoals bijvoorbeeld een
grafiek, infographic of foto hebben ondersteunende teksten nodig om het te kunnen begrijpen.
Visuele communicatie (volgens Horn): de integratie van beelden en vormen (visuele elementen) én
woorden (verbale elementen) tot één communicatie-eenheid.
Information overload: dat er teveel middelen gelijktijdig worden ingezet. Dit zorgt voor een
informatie overload. De hersenen hebben op één moment slechts aandacht voor óf tekst óf beeld.
,1.6 Communicatief-retorisch
Communicatief-retorisch: een beeld kan een beroep doen op je gevoel, om je van en boodschap te
overtuigen.
Esthetische beelden: beeld om het mooie, kunst.
1.7 Drie theoretische scholen
Goed toepassen van een drietal theorieën maakt dat je begrijpt hoe je het beeld interpreteert
(gestalttheorie) en begrijpt (semiotiek), en hoe dit je probeert te overtuigen (visuele retorica). Het is
een iteratief proces.
(Zien) Gestalttheorie: verklaart de perceptie van visuele
communicatie.
(Overtuigd worden) Visuele retorica: verklaart hoe visuele
communicatie je overtuigt.
(Begrijpen) Semiotiek: verklaart dat je de betekenis ervan
begrijpt.
2 Kennis van beeld maakt beeldwijs
Terwijl bedrijven hun websites vullen met beeldmateriaal, kranten in gecombineerde producties
steeds meer infographics maken en musea met beeld en film hun verhaal vertellen, leren studenten
op hun opleiding nog vooral verbaal materiaal te verwerken en te produceren.
Er wordt gepleit naar veel meer aandacht voor beeld.
2.1 Definities genoeg
Definities van beeldgeletterheid worden vaan geënt op het idee dat beeld een vorm van taal is.
Verschillende definities zijn:
- ‘De mogelijkheid visuele boodschappen te begrijpen en te produceren.’
- ‘De vaardigheden om te decoderen, interpreteren, vaardigheden, bevragen en evalueren van
teksten die voornamelijk communiceren met visuele middelen.’ -> beeldgeletterd zijn
betekend dan ‘In staat zijn de bedoelde betekenis te lezen van zaken als advertenties, films, het
doel te interpreteren en te evalueren van vorm, structuur en kernmerken van de afbeelding.’
- ‘Het concept visuele geletterdheid heeft ook betrekking op de mogelijkheid om beeld te
kunnen creëren en te kunnen gebruiken om te communiceren.’ -> hierbij legt de definitie druk
op de maker van beeld.
- Visuele geletterdheid kan betrekking hebben op de retorische analyse van de wijze waarop
verschillende media hun argumenten visueel vormgeeft.
2.2 Twee perspectieven
Het is voldoende te constateren dat in ons boek visuele geletterdheid betrekking heeft op twee
perspectieven: dat van de maker en dat van de gebruiker. Waar relevant stellen we de vraag: wat
betekent dit voor de maker van beeld en wat betekent dit voor de gebruiker ervan?
Er zijn dus twee perspectieven -> perspectieven voor makers en voor gebruikers.
, 2.3 Vaardigheden en kennis
Visuele geletterdheid houdt niet alleen in dat we beeld kunnen begrijpen, communiceren,
bekritiseren, produceren, decoderen interpreteren, evalueren en lezen, maar ook dat we het kunnen
herkennen en onthouden.
Beeldgeletterdheid-lijstje
Volgens Anne Bamford kan een ‘beeldgeletterde’ onder andere:
- Het onderwerp van beeld benoemen;
- De betekenis van beeld begrijpen in de culturele context waarin het werd gemaakt en wordt
gebruikt;
- Grammatica, stijl en compositie ervan analyseren;
- De gebruikte technieken analyseren;
- De esthetische kwaliteit ervan evalueren;
- De kwaliteit ervan in termen van doel en publiek evalueren.
Toevoeging:
1. De beeldconventies herkennen (traditionele stilzwijgende aanvaarde opvattingen omtrent
rol, betekenis en gebruik van bepaalde beelden).
2. Stereotypen herkennen die een uiting zijn van vooroordelen over de (groepen) personen op
een afbeelding.
2.4 Gestalttheorie, semiotiek en visuele retorica
In ons boek behandelen we drie theorieën waaraan we visuele geletterdheid ophangen: de
gestalttheorie (helpt de ‘lettertekens’ en het vocabulaire van beeldtaal te onderscheiden). De
semiotiek (helpt ons bij de semantiek – de betekenis – van het beeld). En visuele retorica (werpt licht
op vragen die te maken hebben met de werking, de kracht van beeld).
Gestalttheorie
Gestalt staat voor ‘een totaalbeeld’ waarbij het geheel meer is dan de som van de samenstellende
delen. De inzichten uit deze tak van psychologie werden aanvankelijk op de menselijke geest
betrokken (gestalttherapie).
Gestaltwetten kunnen onder andere verklaring bieden voor vragen als: ‘Waarom zien we het ene als
voorgrond en het andere als achtergrond?’
Doel: met name bij vragen over het begipsproces en de verklaring voor het feit waarom bepaalde
zaken minder duidelijk zijn dan andere, biedt de gestalttheorie verklaringen.
Semiotiek
De semiotiek kijkt naar beeld in termen van tekens en tekensystemen. Onder tekens vallen
bijvoorbeeld letters, karakters van het Chinese schrift, verkeersborden, morsetekens en algemeen
geaccepteerde iconen (zoals gebaar, een voorwerp of andersoortige betekenis dragers).
Semiotiek maakt onderscheid in drie soorten tekens:
- Iconische tekens: die een gelijkenisrelatie vertonen met dat waar ze naar verwijzen
- Indexale tekens: die verwijzen door een natuurlijk verband (bijv. een verband van oorzaak en
gevolg).
- Symbolische tekens: die op een conventionele overeenkomst berusten