Engels grammatica
Present perfect
- Gebruik: in het verleden gebeurt en tot heden voortduurt of net afgelopen is (tijdstip onbelangrijk)
- Vorm: have/has + vd
- Fynejas (for, yet, never, ever, just, already, always, since, still)
Present simple
- Gebruik: gewoonte, feit, mening of iets met regelmaat
- Vorm: he/she/it + ww + s
- Always, never, sometimes, usually, every week
Present continuous
- Gebruik: nu aan de gang zijn (nl zin vaak ‘aan het’ )
- Vorm: am/is/are + hele ww + ing
- At the moment, right now, forever, constantly
Past perfect
- Gebruik: vond plaats voor een bepaald moment in het verleden
- Vorm: had + ww
Past simple
- Gebruik: in verleden gebeurt en nu afgelopen
- Vorm: regelmatig, ww + ed
Onregelmatig, uit hoofd weten
- Yesterday, last year, a month ago, two days ago
Past continuous
- Gebruik: bepaald moment dat in het verleden aan de gang was
- Vorm: was/were + ww + ing
- While, as
Present perfect continuous
- Gebruik: in het verleden is begonnen en tot nu voortduurt en nadruk leggen op het feit dat het lang duurde
of jou irriteerde
- Vorm: have/has + been + ww +ing
Past perfect continuous
- Gebruik: tijdelijk bezig voor nog iets anders in het verleden
- Vorm: had + been + ww+ ing
Future tenses
Future simple
- Gebruik: iets zal in de toekomst gebeuren of belofte of spontaan besluit
- Vorm: will/shall + ww
To be going to
- Gebruik: iets staat op het punt te gebeuren of om aan te geven dat men iets van plan is
- Vorm: am/is/are + going to + ww
Present continuous
- Gebruik: gaat iets in de nabij toekomst doen
- Vorm: am/is/are + ww + ing
- Tomorrow, next week, in two days, in july
Present simple
- Gebruik: als je het hebt over openings- en sluitingstijden, aankomst- en vertrektijden, begin- en eindtijden.
Het gaat dus om roosters en tijdschema’s