GESCHIEDENIS TOETSWEEK 3 – DUITSLAND
IN EUROPA
Inleidende stukken zijn normale tekst, motieven zijn altijd opgesomd in gewone tekst,
gevolg is schuingedrukt, oorzaken zijn onderstreept, kenmerkende aspecten zijn rood
en veranderingen zijn dikgedrukt, verklaringen zijn met nummers opgesomd.
Verklaring begin- en eindtijd: in 1918 was het einde van de Eerste Wereldoorlog en begin
van een nieuwe periode door de opbouw van een parlementaire democratie met Republiek
van Weimar. In 1991 komt er een einde aan de Koude Oorlog door het uiteenvallen van de
Sovjet-Unie. Het in 1990 herenigde Duitsland integreert snel in Europa en meet zich binnen
de Europese samenwerking een leidende rol aan.
Kenmerkende aspecten:
37 De rol van moderne propaganda- communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie.
38 Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/
nationaalsocialisme.
39 De crisis van het wereldkapitalisme.
40 Het voeren van twee wereldoorlogen.
41 Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden.
42 De Duitse bezetting van Nederland.
45 De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
47 De eenwording van Europa.
48 De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw
aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
Leidende vraag 1: wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme
en welke gevolgen had dit voor Duitsland?
Na het verlies van de Eerste Wereldoorlog door Duitsland, werd het een parlementaire
democratie. Er werd niet in geslaagd de economie op gang te krijgen en zo de crisis op te
lossen, hierdoor verdween het vertrouwen en kwam Duitsland in een economische en
politieke dieptegang. De NSDAP met Hitler aan de leiding beloofde beterschap, het volk
werd overtuigd door propaganda. Hij werd benoemd tot rijkskanselier (= leider in Duitsland in
de tijd van 1871 – 1945). Hitler richtte zich op het uitbreiden van Duits grondgebied en het
uitroeien van minderwaardige rassen. Onder leiding van Wilhelm II begon Duitsland de
Tweede Wereldoorlog (KA40). Duitsland wou een korte strijd en dit door gebruik van nieuwe
wapens (KA36). Uiteindelijk werd het een lange loopgravenoorlog.
In 1918 kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog, er was weinig terreinwinst geboekt
en er vielen veel slachtoffers. Nadat de VS in 1917 de oorlog verklaarden en in 1918 zich
mengden, gaf Duitsland de strijd op.
De Verenigde Staten wilden onderhandelen, maar eisten eerst democratische hervormingen
in Duitsland. De Duitse legerleiding gaf het advies om een nieuwe, democratische regering
op te stellen. Deze regering tekende de wapenstilstand en droeg de verantwoordelijkheid
voor de nederlaag. De keizer trad af, een burgerregering trad aan en ging naar Versailles
voor vredesonderhandelingen.
In Versailles werd onderhandeld over de definitieve vredesvoorwaarden, Duitsland was hier
niet bij, alleen de winnaars.
Duitsland werd als verantwoordelijke gezien voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog
en kreeg de Alleinschuld. De redenen hiervoor waren de steun die Duitsland gaf aan
Oostenrijk-Hongarije na de aanslag op kroonprins Franz-Ferdinand en het mobilisatieplan
van Duitsland.
De mensen in Versailles dwongen Duitsland een vredesverdrag te tekenen. Hier werden ze
verplicht tot: herstelbetalingen (132 miljard goudmark), teruggeven van het gebied Elzas-
Lotharingen aan Frankrijk, gebied afstaan in het Oosten aan de Polen, afstaan van koloniën
, GESCHIEDENIS TOETSWEEK 3 – DUITSLAND
IN EUROPA
aan de geallieerden, verkleinen van de militaire machtspositie, demilitarisatie van het
Rijnland (= ontdoen van alles wat militair is).
Er was een hele grote politieke verdeeldheid in Duitsland, er ontstond een machtsstrijd
waarin verschillende groepen de macht probeerden te grijpen
Groeperingen en wat ze wouden doen
De socialistische SPD Ze wouden een parlementaire democratie
(Sozialdemokratische Partei Deutschlands) waarin plaats was voor veel verschillende
politieke partijen.
De KPD (Kommunistische Partei Ze wouden het parlement en de politieke
Deutschlands) partijen afschaffen en vervangen door
raden die zouden bestaan uit arbeiders en
soldaten.
Nationalisten en conservatieven Zij wouden een eind aan de prille
democratie. Zij wouden herstel van de
keizer aan het hoofd van een sterk
Duitsland.
Na de verkiezingen werd in januari 1919 een nieuw parlement gekozen. Doordat er veel
onrust was besloten ze samen te komen in Weimar. Hier werd een nieuwe grondwet
aangesteld waarin staat dat Duitsland voortaan een democratische republiek was met een
president als staatshoofd. Alle volwassen mannen en vrouwen kregen kiesrecht.
Het lukte Duitsland niet om aan de betalingsverplichtingen te voldoen van het verdrag van
Versailles en de economie weer op gang te krijgen.
In het verdrag van Versailles stond onder andere dat het gebied Elzas-Lotharingen weer
teruggegeven moest worden aan Frankrijk, dit was economisch gezien een belangrijk
gebied. Ook moesten er enorme herstelbetalingen gedaan worden en kan er zo niet goed
geïnvesteerd worden in eigen economie.
Frankrijk en België bezetten het Ruhrgebied, hier was de industrie van Duitsland, zo konden
zij via de opbrengsten hiervan toch het geld terugkrijgen waar ze recht op hadden. De Duitse
regering riep de arbeiders van het Ruhrgebied op te gaan staken, om hun steun te krijgen
betaalden Duitsland de lonen wel door. Om de lonen te kunnen betalen werd er steeds meer
geld bijgedrukt, dit leidde tot een hyperinflatie (= hele hoge prijsstijgingen, omdat geld minder
waard wordt), hierdoor kwam Duitsland in een nog grotere crisis terecht.
De herstelbetalingen speelden hoofdzaak in de economische crisis van Duitsland, dus kwam
een Amerikaanse bankier, Charles Dawes met een betalingsbeleid: het Dawesplan (1924)
Leningen
Verenigde Staten Duitsland
Oorlogsleningen Herstelbetalingen
terugbetalen
Groot-Brittannië en Frankrijk
Duitsland kreeg toestemming in de eerste jaren een lager bedrag aan herstelbetalingen te
betalen, de Duitse nationale bank kwam onder toezicht van de geallieerden, Duitsland mocht
veel geld lenen van Amerika.
De hyperinflatie verdween, het vertrouwen in de Weimarrepubliek nam toe en er werden
redelijk stabiele regeringen gevormd, de Duitse economie was afhankelijk de Amerikaanse
leningen, waardoor er een schuld ontstond die later terugbetaald moest worden.
In 1929 stortte de beurs van Wall Street (New York) in (beurskrach).