Criterium en Theorie
waardering
Kennis ethische stromingen Ethiek: een wetenschap waarbij wordt geprobeerd om bepaalde handelingen als goed of fout te kwalificeren. Daarnaast
wordt er gekeken naar de beweegredenen van bepaalde handelingen.
Het utilisme (Bentham, Mill & Singer)
Het utilisme kijkt naar de gevolgen van een handeling om te bepalen of de handeling goed is. Een utilist stelt dat mensen
moeten streven naar het meeste geluk voor de meeste mensen.
Laat kennis zien van de theorie
en weet die in een voorbeeld De plichtethiek (Kant)
situatie toe te passen Kant vindt dat je het goede kan bedenken. Mensen moeten het goede niet laten afhangen van hun neigingen, wat anderen
hen opdragen, of ze er gelukkig van worden of eventuele andere gevolgen van hun handelingen.
Mensen moeten zich dus aan een aantal plichten houden, die ze zelf kunnen bedenken en die je dus jezelf moet opleggen
(als redelijk mens). Dat zijn plichten zoals: niet liegen, niet doden, niet stelen, geen misbruik maken van anderen en geen
contracten verbreken.
De deugdethiek (Aristoteles, Tronto en Foucault)
De deugdethiek richt zich op hoe je een goed mens wordt. Mensen zijn uniek vanwege het feit dat ze kunnen denken, ze
moeten daarom verstandelijke beslissingen nemen. Ze moeten oftewel hun verstand volgen. Het verstand kan ontdekken
wat het goede is en hoe je dan kan bereiken: door het juiste midden te kiezen.
Verschil
De deugdethiek van Aristoteles verschilt van de plichtethiek van Kant en de gevolgenethiek van de utilitaristen. Bij Kant en
de utilitaristen gaat het om het volgen van een regel die buiten jezelf ligt: de plicht- of het genotsprincipe. Omdat het hier
gaat om regels, worden deze vormen van ethiek ook wel 'normatief' genoemd. De deugdethiek is niet normatief. Zij kijkt
naar de mens zelf en zijn bedoelingen bij een handeling.
Macht en werking van Theorie Machiavelli
macht In zijn boek il principe zette Machiavelli uiteen hoe volgens hem een waardig heerser zou moeten regeren. Vanuit het idee
dat er in de politiek voortdurend sprake was van een zucht naar expansie en groei, argumenteerde Machiavelli dat een
Naast beheersing van de vorst zich allereerst moest realiseren dat zijn macht tijdelijk was. een beetje geluk was noodzakelijk, maar een vorst moest
theorie (Machiavelli) is de er tegelijkertijd zelf alles aan doen zijn macht zo lang mogelijk te behouden. Hoe kon een vorst dit ‘doel’ volgens
student in staat om deze om te Machiavelli bereiken?
zetten in een
handelingsperspectief Niccolò Machiavelli werd rond 1500 benoemd tot hoofd van de tweede kanselarij van de Florentijnse Republiek en maakte
in die hoedanigheid veel reizen om de positie van Florence te versterken. Hij raakte in deze periode gefascineerd door
Cesare Borgia, heerser van Romagna. Machiavelli vond in Borgia, die bekend stond als wrede, agressieve schurk, ‘de
ideale heerser’ , die hem inspireerde bij het schrijven van zijn invloedrijkste politieke werk: il principe (de vorst).
, In il principe zette Machiavelli uiteen hoe volgens hem een waardige heerser zou moeten regeren. Om een politieke
eenheid te creëren, was daadkrachtig politiek optreden van een leidersfiguur nodig - iemand als Borgia.
Machiavelli argumenteerde dat een vorst zich moest realiseren dat zijn macht tijdelijk was. Een beetje geluk was
noodzakelijk, maar een vorst moest er tegelijkertijd zelf alles aan doen zijn macht zo lang mogelijk te behouden. Hoe kon
een vorst volgens Machiavelli dit ‘doel’ bereiken?
Handelingsperspectief
Volgens Machiavelli was de mens van nature geneigd tot het kwade. Vanuit dit idee argumenteerde Machiavelli: ‘Een man
die zich altijd en overal goed betoont, gaat noodzakelijk te gronde te midden van zovelen die niet goed zijn. daarom moet
een heerser, wanneer hij zich wil handhaven, leren om niet goed te zijn.’ Volgens Machiavelli mochten heersers daarom,
als het zo uitkwam, best ‘moreel verwerpelijke’ middelen inzetten om hun doel te bereiken. Sterker nog: dit was soms
onvermijdelijk. Wat een heerser nodig had, was wat Machiavelli beschreef met het woord virtu: energie, intelligentie,
daadkracht, de gave om situaties te beoordelen en ‘effectief’ op te treden - wat in de meeste gevallen wreedheid vereiste.
De middelen die een doel heiligde hoefden niet perse slecht te zijn, of in strijd met ethiek, godsdienst en zedelijkheid. Het
uiteindelijke streven was een politiek beleid dat ‘toevalligheden’ zoveel mogelijk uitsloot. Machiavelli formuleerde zo een
politieke filosofie die niet zozeer ‘immoreel’ (indruisend tegen de wetten van de ethiek) , maar ‘amoreel’ was: een ethische
dimensie was irrelevant.
Het begrip waarheid Er zijn drie tijdperken van waarheid te onderscheiden: het premoderne tijdperk, het moderne tijdperk en het postmoderne
tijdperk.
Als het zo is dat deze tijdperken achter ons liggen, wat voor soort waarheid typeert onze tijd dan?
Premoderne tijdperk: waarheid als geloof.
In dit tijdperk wordt waarheid niet gevonden in de schijnwerkelijkheid om ons heen, maar gegeven vanuit een ‘hogere’
De student is in staat “de werkelijkheid boven en buiten ons. Voor het bereiken van waarheid was een geloofssprong nodig.
waarheid als product’ te
beschrijven en af te zetten In die tijd waren er ellendige levensomstandigheden waardoor ‘hoop’ de uitweg gaf. De dominante emotie die dit tijdperk
tegen eerdere duidingen van dan ook kenmerkt was hoop op verlossing.
het begrip
Moderne tijdperk: waarheid als kennis.
In dit tijdperk veranderde waarheid naar iets dat gevonden werd. De hoop op verlossing werd ingeruild voor hoop op
vooruitgang. De ellende die eeuwenlang onontkoombaar leek, bleek opeens geen gegeven.
Postmoderne tijdperk: waarheid als constructie.
In dit tijdperk werd waarheid gegeven noch gevonden. Waarheid werd door de mens gemaakt. Als waarheid een
constructie was, dan kon je als mens jouw waarheid - en daarmee jouw leven - ook vormgeven zoals je zelf wilde.
Post-postmoderniteit: waarheid als product (nu)
In de politiek, de zorg, het onderwijs, de wetenschap, de media en de kunst: overal werden economische criteria de