Hersenen en Gedrag Samenvatting
De hersenen zijn een orgaan, levend weefsel dus.
Gedrag is een actie, niet tastbaar.
Wat zijn hersenen?
Ons lichaam bestaat uit organen: hersenen
Organen bestaan uit weefsel: zenuwweefsel
Weefsel bestaat uit cellen: zenuwcellen
Indeling zenuwstelsel
We hebben het dan ook over het zenuwstelsel.
Onderverdeeld in:
- Centraal zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg (CNS)
- Perifeer zenuwstelsel: alle andere zenuwen (PNS), verbinden brein en ruggenmerg met de
rest van het lichaam (spieren en organen)
Globale indeling van de hersenen
De hersenen bestaan uit kwabben:
- Frontaal kwab
- Pariëtaal kwab
- Occipitaal kwab
- Temporaal kwab
We hebben twee hersenhelften: hemisferen (links en rechts,
vanuit zichzelf gezien).
De hersenbalk of corpus callosum verbindt de twee hemisferen.
Holtes in het brein zijn hersenkamers of ventrikels.
Die holtes zijn gevuld met vocht in plaats van weefsel.
Wat is gedrag?
Algemeen: patroon in tijd
Voorbeelden zijn beweging, spraak, houding, blozen, etc.
Vormen gedachten ook gedrag? Je zou zeggen van wel.
Beter: elke vorm van beweging in een levend organisme.
Dit is observeerbaar en meetbaar.
Hersenen en gedrag
Hoe precies gerelateerd? Mind-body probleem
Dat heeft ook te maken met levensovertuiging.
Maar de wetenschap ziet geen onderscheid tussen mind en body.
Ons gedrag komt voort uit de hersenen. (Geen spiritualiteit)
Evolutie
Fylogenetische ontwikkeling – ontwikkeling van hogere diersoorten uit lagere diersoorten
(soorten ontstaan)
Ontogenetische ontwikkeling – ontwikkeling van een individu (zaadcel & eicel)
Hier gaat om fylogenetische ontwikkeling.
Nature-nurture debat
,Stammen wij van apen af? Nee, maar wel een gemeenschappelijke voorouder
‘Australopithecus’ – australo: zuidelijk en pithekos: aap.
Hoofdstuk 2 – What is the nervous system’s functional anatomy?
Structuur en functie van de hersenen
De bobbels of bochten in het brein zijn gyri (gyrus).
De groeven zijn sulci (sulcus).
Hersenen zijn niet statisch, ook al hebben we het over structuur.
Hersenen veranderen in de loop van je leven onder invloed van je gedrag.
Die flexibiliteit heet neurale plasticiteit. (Voorbeeld is leren)
Fylogenetische ontwikkeling van structuur
Onze hersenen zien er bij alle mensen globaal hetzelfde uit.
Maar onze hersenen lijken ook veelal hetzelfde als die van een aantal diersoorten.
De hersenen van de mens zijn heel groot in vergelijking met andere dieren.
Een kat, een rat en een aap hebben ook allemaal kwabben, een hersenstam en cerebellum
(kleine hersenen).
Bij de kat is de olifactory bulb (reukhersenen) opvallend.
Belangrijkste functies van de hersenen (heel algemeen):
1. Perceptie (waarneming die binnenkomt)
2. Integratie van informatie (creëren perceptuele wereld)
3. Actie (gedrag wat eruit gaat)
Neuroanatomie
Neuro = zenuw, dus de leer van het indelen van de zenuwen.
Terminologie LEREN (p. 36-37)
Dorsal = boven (de kant van de rug bij dieren)
Ventral = onder (de kant van de buik bij dieren)
Anterior = voor
Posterior = achter
Medial = midden van het hoofd
Lateral = zijkant
Superior = boven
Inferior = onder
Doorsnedes
Coronale doorsnede is van links naar rechts (voorkant haal je weg).
Horizontale doorsnede is van voor naar achter (bovenkant haal je weg)
Sagitale doorsnede is van voor naar achter (linkerkant haal je weg)
Afferent is naar een structuur toe (input)
Efferent is van een structuur weg (output)
De hersenen zijn kwetsbaar, dus goed verpakt.
,Hersenvloeistof heet ook wel CerebroSpinal Fluid = CSF.
Schedel
Harde vlies
Spinnenwebvlies Hersenvliezen
Zachte vlies
Draadjes met
holtes voor
hersenvocht
Hersenen van buitenaf gezien
Cortex is hersenschors (heel dun).
Grote hersenen = cerebrum.
Kleine hersenen = cerebellum (zit op de hersenstam)
Hersenstam gaat over in de rug. (loopt naar achteren).
Algemeen principe: hoe hoger je gaat (qua structuur) in de hersenen, hoe hoger
(psychologischer) de functie.
Binnen in de hersenen
Frontale doorsnede:
De buitenste laag is de grijze stof, dat zijn zenuwcellen.
Binnenin is de witte stof, dat zijn zenuwvezels. Die maken de connectie tussen zenuwcellen.
Om de zenuwvezels zit een isolerend laagje (beetje vettig, daarom lijkt het wit).
Als grijs en wit door elkaar heen loopt: reticulaire stof (netvormig door vezels en cellen).
Dat zie je bijvoorbeeld in de hersenstam.
Ventrikelsysteem (hersenkamers)
In de holtes die je ziet wordt vloeistof rondgepompt:
Liquor Cerebrospinale.
Die vloeistof is dus in het midden van het brein in de ventrikels, maar
ook onder de vliezen in de holtes.
Het wordt in de ventrikels aangemaakt en rondgepompt.
Als het niet weg kan, ontstaat een waterhoofd.
Die vloeistof dient voor de huishouding van de hersenen, die voeren
afvalstoffen af, etc.
, Cellen en vezels
De hersenen bestaan uit cellen en vezels.
De hersenen bestaan uit zenuwcellen.
2 typen: neuronen (hebben de primaire functie) en glia (lijm, hebben steunfunctie)
De uitloper van zo’n neuron is een zenuwvezel (axon).
Cellen zijn dus verbonden met elkaar dmv zenuwvezels of axonen.
Zenuwvezels zijn geordend. Die gaan in bundels naar andere cellen toe en vertakken zich daar
dan.
Een bundel zenuwvezels (axonen) heet een zenuw of nerve (buiten het centraal zenuwstelsel).
Binnen het centraal zs, heten ze tractus, fasciculus, leminiscus of funiculus. (kunnen herstellen)
Zenuwstelsels
Centraal zenuwstelsel bestaat uit het brein en de ruggenmerg.
Perifere zenuwstelsel bestaat uit het somatische en autonome zenuwstelsel.
Het autonome zenuwstelsel bestaat uit dingen waar je geen invloed op hebt (reflexen en
ademhalen).
Het somatische zenuwstelsel bestaat uit dingen waar je wel invloed op hebt (aansturing van
de spieren (zoals bij bewegen en praten).
Functionele indeling (minder belangrijk!)
Cranial = hersenen
Spinal = ruggenmerg
Intern = autonoom