Week 1: SW=vanuit maatschappelijke invalshoek kijken naar de wisselwerking tussen het recht, de
staat en de burger. Onderwerp sociologie = menselijke betrekkingen en gedrag dat daaruit
voortvloeit. S een antwoord probeert te geven op de vraag: Hoe slagen mensen erin samen te leven?
In S slaat sociaal op menselijke betrekkingen en omdat mensen te allen tijde deel uitmaken van saml
kunnen zij in sociologische context als het ware niet sociaal zijn.
Psychologie = onderzoek naar gedrag en gevoelens bij gedrag vanuit individuele gezichtspunt
Economie = onderzoek naar wijze waarop productie en distributie schaarse goederen in saml
geregeld wordt
Politicologie = onderzoek naar manier waarop mensen vormgeven aan toekomst van samenleving.
Sociologie = onderzoek gedrag individu en groepen vanuit maatschappelijk gezichtspunt.
S houden zich bezig met verklaren gedrag individuen en groepen mensen vanuit maatschappelijke
invloeden die ze ondergaan. Om zo de achtergronden van problemen beter te leren begrijpen.
Functies sociologie:
- Ideologiefunctie: S laat zien dat menselijke betrekkingen binnen samenleving niet door
natuur/God zijn opgelegd, maar resultaat zijn van menselijk handelen zelf.
- Beheersfunctie: S als wetenschap die inzicht geeft in menselijk gedrag vanuit
samenlevingsverbanden goed bruikbaar om samenleving te besturen.
- Ordenende functie: sociologen mede tot taak hebben om in min/meer onoverzichtelijke
werkelijkheid een zodanige samenhang aan te brengen dat situatie overzichtelijker en
begrijpelijker worden.
S wordt aldus gedwongen haar maatschappelijke relevantie en betekenis voortdurend te bewijzen.
Individuen hebben vaak illusie dat zij als individu op zichzelf staan. Maar vanuit maatschappelijk
perspectief gezien zit er achter individuele ontwikkelingen en beslissingen een maatschappelijke
‘logica’. Amerikaanse socioloog Wright Mills gebruikte de term sociologische verbeeldingskracht =
dat mensen ogenschijnlijk los van elkaar staande persoonlijke ervaringen, situaties en problemen
moeten leren zien in het licht van manier waarop maatschappij functioneert. Pas dan kun je er ook
adequaat ermee omgaan. Zegt ook dat persoonlijke moeilijkheden sociale problemen worden
wanneer voor het ontstaan bovenpersoonlijke oorzaken en sociale processen zijn aan te wijzen.
Kees Schuyt geeft 6 criteria om probleem als sociologisch relevant te identificeren:
1. Moet sprake zijn aanzienlijk aantal getroffenen
2. Moet gaan om persoonlijkheidsletsel van die getroffenen
3. Moet samenhangen met andere problemen
4. Probleem is niet van tijdelijke aard, maar structureel en van lange duur
5. Moet bovenpersoonlijke oorzaken hebben
6. Moet tegen serieuze waarden ingaan
Week 2. Van nachtwakersstaat naar participatiesamenleving. P2. Vermaatschappelijking van
barmhartigheid en rechtvaardigheid. P3. Van ‘Gemeinschaft’ naar ‘Gesellschaft’. Loopt parallel aan
overgang van agrarische naar geïndustrialiseerde saml. G en G geven ideaaltypische oriëntatie aan.
Gemeinschaft type saml domineert collectiviteit, individu opgaat, traditionele rolverdeling.
Gesellschaft geïndividualiseerde type saml, nadruk individuele belangen en ruimte voor ontplooiing,
collectiviteit/familie spelen meer rol op achtergrond en rollen liggen minder vast. Verschil tussen
beide is dast ze verschillen in normatieve betekenisgeving, vooral in wijze waarop solidariteit wordt
vormgegeven. In gemein zien we onderlinge solidariteit geregeld binnen gegeven dat bij groep/fam
behoort. Gesel worden hulp en diensten geboden op basis afspraken, markt of ruil. Overgan gem
naar gesell komt door opkomst industrialisatie, kwam andere manier arbeidsdeling, grote fams en
dorpsgemeenschappen vielen uit elkaar en daarmee ook onderlinge solidariteit. Maar gemein is niet
voorbij, in veel gezinnen staat fam en collectiviteit centraal.
P4. Van ‘minimale staat’ naar ‘verzorgingsstaat’. Dynamiek tussen staat als Leviathan en staat als
beschermer. 19e -eeuwse staatsopvatting was dat overheidsbemoeienis moest beperken tot
bekwamen landsgrenzen en bewaken openbare orde, en niet mengen in leven burgers en markt
gang laten gaan. Trias politica, wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht elkaar
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MarielleVisser. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.