Pagina |1
BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN
PRIVAATRECHT 2 LEERJAAR 1 HU
KLEUREN, SYMBOLEN EN AFKORTINGEN
Av = algemene voorwaarden
i.s.m. = in strijd met
o.a. = onder andere
o.g.v. = op grond vann
OD = onrechtmatige daad
RH = rechtshandeling
Hyperlinks
LEERDOELEN C1:
AANTEKENINGEN
Een OD veroorzaakt een verbintenis. Naast de wet een aantal arresten. Belangrijk is dat
je dit onthoudt:
Hoe moet je kijken naar aansprakelijkheid?
Wat hebben partijen met elkaar? Hebben ze ovk? Bij ovk ga je naar ‘wanprestatie,
ontbinding of schorsing’. Hebben ze niks met elkaar afgesproken en is er schade? Dan zit
je in OD, art. 6:162 BW. Je gaat dus alleen naar 6:162 als er geen contractuele relatie is!
DE STUDENT KENT HET VERSCHIL TUSSEN CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID
EN WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID ÉN BEHEERST BEIDE WETTELIJKE KADERS
(DUS OOK ART. 6:74 E.V. BW, ZIE PRIVAATRECHT 1)
Contractuele aansprakelijkheid = Wordt een contract niet nagekomen, dan is er een
wanprestatie of een tekortkoming. Bij rechtsverhoudingen (dat is een contract) is 6:74
van toeppassing, tenzij de tekortkoming niet aan schuldenaar kan worden toegerekend
(art. 6:75 BW). Als partijen geen contractuele relatie hebben en er ontstaat schade, dan is
art. 6:162 BW van toepassing.
Wat kun je doen bij een wanprestatie?
- Nakoming vorderen, art. 3:296 BW
- Eigen plicht opschorten, art 6:52 BW en 6:263 BW (dit kan niet als wederpartij
blijvend niet kan nakomen)
o Algemene opschortingsbevoegdheid, art. 6:52 BW
Niet perse één ovk
Wanprestatie
Samenhang
o Bijzondere opschortingsbevoegdheid, art. 6:262 BW
Wel perse één ovk
o Bijzondere opschortingsbevoegdheid, art. 6:263 BW
Wel perse één ovk
, Pagina |2
- Ontbinden, art. 6:265 BW
o Zie samenvatting vorig tentamen
- Schadevergoeding, art. 6:74 BW
Wettelijke aansprakelijkheid = Alle aansprakelijkheid die voort vloeit uit de wet. (door
handelen of nalaten veroorzaakt) . Je kunt rechtmatige en onrechtmatige daden
onderscheiden. Alleen bij een onrechtmatige daad is er sprake van verwijtbaar handelen.
Voor aansprakelijkheid uit een onrechtmatige daad kun je een WA-verzekering afsluiten.
Een WA-verzekering dekt geen opzet, staat in AV. Opzet maakt verbintenisrechtelijk geen
verschil voor de aansprakelijkheid.
Ontstaan van verbintenissen = art. 6:1 BW
Verbintenissen kunnen slechts ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit. → als de wet
zegt dat het geen verbintenis is, dan is het geen verbintenis.
1. Overeenkomst
2. Wet
Onrechtmatige daad art. 6:162 BW
Rechtmatige daad
- Zaakwaarneming art. 6:198 BW
- Onverschuldigde betaling art. 6:203 BW
- Ongerechtvaardigde verrijking 6:212 BW
3. Uit het stelsel van de wet (rechter kan concluderen dat er een verbintenis is
ondanks dat partijen niks met elkaar hebben afgesproken)
Onrechtmatige daad => ieder vergoedt de door hem gemaakte schade
WA-verzekering => de verzekering vergoedt de aansprakelijkheid
Ovk? = niet nakoming? => onrechtmatige daad
Geen contract? => onrechtmatige daad
Wel contract? => wanprestatie
Vernietigbaar = geldig tot je er beroep op hebt gedaan
Nietig = de overeenkomst bestaat helemaal niet
DE STUDENT KENT DE VEREISTEN VAN ZAAKWAARNEMING, ONVERSCHULDIGDE
BETALING EN KAN DEZE TOEPASSEN OP EEN CASUS.
3 rechtmatige daden die leiden tot een verbintenis uit de wet:
- Onverschuldigde betaling – 6:203 BW
- Ongerechtvaardigde verrijking – 6:212 BW
- Zaakwaarneming – 6:198 BW
Dit zijn niet de enige verbintenissen uit de wet, maar alleen de drie rechtmatige daden!
ONVERSCHULDIGDE BETALING – 6:203 BW
Door onverschuldigde betaling ontstaat een verbintenis tot terugbetaling. Als de
schuldenaar de verbintenis niet nakomt, wordt hij aansprakelijk o.g.v. art. 6:74 BW. Bij
onrechtmatige daad raakt een schuldenaar o.g.v. art. 6:83 sub b BW in verzuim wanneer
hij de verbintenis tot schade vergoeding niet terstond nakomt.
Onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking worden in art 6:83 sub b BW
niet genoemd. Dit betekent dat je iemand aan wie je onverschuldigd betaald hebt , als hij
het geld niet uit zichzelf overmaakt, o.g.v. art 6:82 in gebreke moet stellen. Doet hij het
niet binnen de door jou gestelde termijn, dan moet hij de schade vergoeden die je lijdt
door de te late nakoming. Uitzondering = de ontvanger weet dat je onverschuldigd
betaalt, hij is dus ter kwader trouw, dus treedt art. 6:205 BW in werking.
, Pagina |3
ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING – 6:212 BW
Ongerechtvaardigde verrijking is zonder rechtsgrond een vermeerdering van vermogen
ontvangen, terwijl er geen sprake is van een onverschuldigde betaling.
(rente over een spaarbedrag, scooter die meer waard is geworden en wordt
teruggebracht naar de zaak omdat ouders de koop van een minderjarige ongedaan
maken.
ZAAKWAARNEMING – 6:198 BW
Zaakwaarneming = Art. 6:198 BW = het zich willens en wetens en op redelijke grond
inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan
een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen.
Situatie waarin iemand op goede grond de belangen van een ander behartigt. De
eigenaar van de zaak is verplicht de kosten te betalen die een ander heeft moeten
maken. Je buurman is glaszetter en repareert je raam als je op vakantie bent.
Analyse 6:198 BW:
RG = zaakwaarneming
Rv 1: als iemand zich
Rv 2: willens en wetens
Rv 3: op redelijke grond
Rv 4: inlaat met de belangenbehartiging van eens anders belang
Rv 5 a: zonder de bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling te ontlenen
Rv 5b: zonder de bevoegdheid daartoe aan een elders in de wet geregelde
rechtsverhouding te ontlenen
Wat is geen redelijke grond?
Het ramen wassen van je buren
De tuinman laten snoeien
Wat is wel een redelijke grond?
Joop die een loodgieter liet komen toen ons huis de lekkage had
DE STUDENT WEET WANNEER ER SPRAKE IS VAN EEN
RECHTVAARDIGINGSGROND .
Art. 6:162 lid 1 → niet aansprakelijk bij geslaagd beroep op rechtvaardigingsgrond
Bij een geslaagd beroep op rechtvaardigingsgrond wordt de onrechtmatigheid
weggenomen. Rechtvaardigingsgronden zijn uitzonderingsgevallen. De aangesprokene
moet bewijs leveren van rechtvaardigingsgrond. Alle rechtvaardigingsgronden staan in
art. 40 sr.
Onder de rechtvaardigingsgronden worden in ieder geval verstaan:
Noodtoestand / Overmacht = noodtoestand waarvoor je wettelijke plicht overtreed
voor een hoger doel, art. 40 WvSr
Noodweer = verdediging, art. 41 WvSr
Toestemming van de benadeelde
Wettelijke voorschrift = art. 42 WvSr
Ambtelijk bevel = art. 43 lid 1 WvSr
Ook risico-aanvaarding wordt door sommige juristen regelmatig als een
rechtvaardigingsgrond opgevat (afgezwakte vorm van toestemming geven). Bij
, Pagina |4
bijvoorbeeld sport- en spelsituaties kies je voor een situatie waarin blessures mogelijk
zijn. Een sporter heeft in een dergelijke situatie minder snel onrechtmatig gehandeld als
een tegenstander blesseert. Toch wordt aansprakelijkheid niet uitgesloten. In het arrest
van de HR Natrappende voetballer is expliciet gezegd door de HR dat risicoaanvaarding
geen rechtvaardigingsgrond is die alle onrechtmatigheid wegneemt, omdat de vragen die
zich hierbij voordoen ofwel tot de gewone vereisten voor de onrechtmatige daad behoren
ofwel – en meestal – tot het terrein van de eigen schuld.
DE STUDENT WEET WAT HET RELATIVITEITSBEGINSEL INHOUDT EN KAN DIT
TOEPASSEN OP DE CASUS.
Het relativiteitsbeginsel is hetzelfde als een relativiteitsvereiste. Deze vindt je in art.
6:163 BW.
Relatief = iets moet worden bezien in relatie tot iets anders (relatief recht = verbintenis
tussen 2 personen)
Je krijgt dus geen schadevergoeding als de norm niet strekt tot bescherming tegen
schade zoals de benadeelde heeft geleden. Bijvoorbeeld Tandartsarrest, auto rijdt in gevel van
buurvrouw. Daardoor heb je een minder mooi uitzicht en dus wordt je huis minder waard. Deze
schade krijg je niet vergoed, want deze strekt niet tot de bescherming.
DE STUDENT IS OP DE HOOGTE VAN HET FEITELIJK REFERENTIEKADER VAN DE
VOORGESCHREVEN JURISPRUDENTIE VAN DEZE WEEK, KENT DE RECHTSVRAAG
EN WEET WELKE UITLEG DE RECHTER GEEFT AAN EEN WETTELIJKE BEPALING
EN MET WELKE ARGUMENTEN HIJ ZIJN BESLISSING MOTIVEERT.
Er zijn 4 factoren:
- Wat is de aard van de gedraging?
- Wat is de ernst van de gedraging?
- Wat is de kans dat het gebeurde zou gebeuren?
- Wat is de bezwaarlijkheid van de voorzorgsmaatregelen?
DE STUDENT KAN DE KELDERLUIKFACTOREN TOETSEN AAN DE FEITEN VAN EEN
CASUS EN DAARMEE VASTSTELLEN OF ER SPRAKE IS VAN ONRECHTMATIGE
GEVAARZETTING.
DE STUDENT KENT DE RECHTSVOORWAARDEN VAN DE ONRECHTMATIGE
DAAD EN KAN DEZE TOEPASSEN OP EEN PRAKTIJKGERICHTE CASUS EN
BEHEERST DE DAARBIJ BEHORENDE DOCTRINES.
ONRECHTMATIGE DAAD 6:162 BW
Rv 1 = onrechtmatig – lid 2
Rv 2 = toerekenen – lid 2
Rv 3 = schade – art. 6:95 BW, 6:167 BW en 6:111 BW
Rv 4 = causaal verband – lid 1
Rv 5 = relativiteitsvereiste – art. 6:163 BW
RV 1 onrechtmatig
- Inbreuk op een recht (eigendomsrechten of
persoonlijkheidsrechten bijvoorbeeld)
- Doen of nalaten i.s.m. de wet
- I.s.m. ongeschreven recht in
maatschappelijk verkeer
(Lindebaum/Cohen)
Amercentrale = gaat over schade en
causaal verband
, Pagina |5
Quint-te-Poel = ongerechtvaardigde verrijking
Tandarts = relativiteit
Inbreuk op een relatief recht (verbintenis tussen twee personen) levert een wanprestatie
op.
RV 2 toerekenen
- Persoonlijk verwijt
schuldaansprakelijkheid(vingerwijzing)
- Wet – 6:165, 6:164 en 6:169 BW -> handicap is geen beletsel/verkeerswet is
voorbeeld
risicoaansprakelijkheid
- Verkeersopvatting -> onervarenheid is geen beletsel
risicoaansprakelijkheid
Rv 2 omvat ook toerekenen bij kwalitatieve aansprakelijkheid (risicoaansprakelijkheid)
RV 3 schade – 6:95 e.v.
- M = 65 en 96
- IM = 106
RV 4 causaal verband
- 6:162 lid 1 BW = dien ten gevolge
- 6:98 BW = causaal verband
- (Amercentrale)
Eerst conditio sine qua non, daarna beoordelen of redelijk is. Zie lid 2.
RV 5 relativiteitsvereiste – 6:163 BW
Geen schade als geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen schade zoals de
benadeelde heeft geleden.
(Tandartsarrest)
Doel is bescherming van de volksgezondheid
Geen doel is het bestrijden van de concurrentie
6:162 lid 1 = cumulatief
6:162 lid 2 en 3 = alternatief
→ Doctorine: Lindebaum/Cohen, Kelderluik, zwiepende tak, Disloquerende turnster en
taxus
Als de wet zegt dat voor jouw rekening komt, dan kan het gaan over:
- Anderen
- Andere zaken
- Jezelf
Je gaat alleen naar onrechtmatige daad als er geen contractuele relatie is!
Wat is handelen in strijd met een wettelijke plicht?
Alle Nederlandse wettelijke voorschriften o.a.
Soms zijn er meer artikelen die gelden voor 1 situatie. Voorbeelden:
Geweld = mishandeling, maar ook inbreuk lichamelijke integriteit
vernieling = vernieling, maar ook inbreuk op eigendomsrecht
Wat is handelen in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht is betaamd?
Ongeschreven regels telden voor 1919 niet mee voor een onrechtmatige daad. In
Lindebaum/Cohen werd een ongeschreven regel voor het eerst erkend. Het handelen van
Cohen was i.s.m. goede zeden en maatschappelijke onzorgvuldigheid.