Dit is een samenvatting van probleem 4 tot en met probleem 8 van het blok ''Differences Between People'' van het eerste jaar bachelor op de EUR. Op de toets is een 7,6 behaald met behulp van deze samenvatting en is daardoor betrouwbaar. ALLE STOF IS GELEZEN EN OPGENOMEN IN DE SAMENVATTING.
1. Consistency ----> een trait moet een regulariteit in iemands gedrag
beschrijven
2. Distinctiveness ---> een trait moet anders zijn dan andere traits
Trait theorists zijn tegen Freud, omdat hier totaal geen directe measurements
plaatsvonden. Voorstanders van de trait approach willen graag statistieke
analyse om hun werk te kunnen bewijzen. We kijken hierbij naar beschrijving,
voorspeling en verklaring:
o Beschrijving duidt op het feit dat trait theorists graag een algemeen
overzicht willen creëren, waarin alle personen zijn beschreven. De gepaste
term hierbij is een trait taxonomy: het classificeren van mensen a.d.h.v.
karaktertrekken, ervaringen en acties.
o Voorspellen draait uiteraard om het idee dat we met behulp van
karaktereigenschappen iemands gedrag kunnen voorspellen.
o Verklaring is een lastig concept binnen de trait approach ---> trait theorists
zouden zeggen dat een bepaalde trait een bepaald gedrag bepaald (hij
levert afgewerkte opdrachten in, omdat hij erg netjes is).
Er zijn 3 basis assumpties binnen de trait theories:
1. Brede deposities noemen we traits; ze
voorspellen de waarschijnlijkheid dat
gedrag plaatsvindt.
2. Er is directe correspondentie tussen
gedrag en het bezitten van een trait.
3. Menselijke persoonlijkheid en gedrag
kan in een hiërarchisch schema worden
gezet, zoals bij Eysenck (zie plaatje)
Allport en Odbert definiëren een trait als ‘’gegeneraliseerde en gepersonaliseerde
neigingen; consistent en stabiele modes van een persoon zijn aanpassing aan de
omgeving’’. Dit model werd gekopieerd door Chaplin, die de classificatie van
persoonlijkheidsbeschrijving in drieën deelde: traits, states en activiteiten ---
> ??? Cardinal: elke act die je doet is terug te
Hij maakt hierbij onderscheid in: leiden tot deze trait
Central: veel acts kunnen teruggeleid
Hij erkent wel dat een trait kan worden tot deze trait
tonen wat iemand normaal ge- Secondary: traits komen alleen terug in
sproken doet, niet wat ALTIJD specifieke situaties
,gedaan wordt!
Daarnaast verschilt Allport van Freud, omdat Freud nadruk legt op functional
autonomy; je persoonlijkheid kan veranderen en staat niet gelinkt aan je jeugd.
Wat er in je kindertijd bedoelt was als reduce van anxiety kan nu een hobby
worden. Je hebt namelijk andere alternatieven. Naast dit verschilt Allport van
andere theorists, omdat hij nadruk legt op idiographic research ---> onderzoek
doen naar het individu i.p.v. een groep. Hij kreeg wel wat kritiek;
o Gelimiteerd empirisch bewijs, vooral op zijn idee van erfelijkheid
o Idiographic research zou conflicteren met wetenschappelijk onderzoek,
maar een individu kan ons juist heel veel informatie geven
Cattell maakt onderscheid in surface traits en source traits:
Surface traits = gedragsneigingen die ‘gewoon bestaan’ (we kunnen ze
observeren)
Source traits = interne psychologische structuren die ervoor zorgen dat we
surface traits vertonen
Cattell ontwikkelt measurements van elke surface trait en administred these to
large numbers of people en gebruikte factor analysis om patronen te
identificeren. De source traits die worden gevonden door factor analysis zijn de
basis van persoonlijkheidsstructuren. Wat zijn deze source traits? Cattell gaf 16
source traits en deelde deze op in 3 categorieën:
Ability traits: skills die je helpen om effectief
te functioneren
Temperament traits: emotionele kant van
traits
Dynamic traits: gaan over het strevende en
motiverende stuk van life
Cattell hechte veel waarde aan measurements en deed dat in zijn onderzoek
door 3 soorten data: L-data (life record data), Q-data (self-reports) en OT-data
(objectieve testen). Het eerste kunnen we ondervinden in everyday behaviour als
interacteren met een medestudent. De tweede verkrijgen we via questionnaires.
De laatste komt door situaties ontworpen door Cattell waarin het subject niet op
de hoogte is van het verband tussen response en karaktereigenschap. Zo kunnen
snelle handbewegingen garant staan voor een assertieve persoonlijkheid.
Vanuit de L-data kwamen 15 factoren die overeenkomen voor veel mensen hun
persoonlijkheid. Hij wilde bepalen alsof deze ook voorkomen in de Q-data en
maakte de Sixteen Personality Factor Questionnaire. Cattell was zich wel
bewust van het gevaar van questionnaires; er kan gemotiveerde vervorming
ontstaan of zelfbedrog. De L-data en Q-data zijn bepalend voor het ontwerpen
situaties van de OT-data; we ontwikkelen objectieve tests die source traits
opmeten die we al hebben ontdekt.
Een laatste punt waarin Cattell onderscheid maakt, zijn de termen ‘role’ en
‘state’. Een ‘state’ is een emotie/mood op een bepaald moment. Ook een
, bepaalde ‘role’ kan effect hebben op ons gedrag ---> een docent heeft een
sociale rol, maar is buiten het klaslokaal waarschijnlijk anders
Kritiek op Cattell:
+ adresseert alle grote aspecten van persoonlijkheidspsychologie
+ systematisch onderzoek
+ groot theoretisch frame
- 16 persoonlijkheidsaspecten zijn eigenlijk te veel en zo lastig voor in de praktijk
- de basisstructuur bestaat uit onderzoek en slechts measurements zijn niet
genoeg, want misschien mis je zo wel dingen die je eigenlijk had moeten
bestuderen
Carver & Scheier:
We kennen een verschil tussen traits en types; types zijn namelijk categorieën
die onderscheiden en onderbroken zijn ---> je bent het ene of het andere. Een
trait is iets waarin we verschillen onder onze types ---> we variëren in de
hoeveelheid karaktereigenschappen die we hebben in onze persoonlijkheid (het
is kwantitatief).
We kennen daarnaast 2 grote stromingen binnen de kijk op traits:
o Nomothetic view: nadruk leggen op vergelijkingen tussen mensen en dit
gaat niet als dingen niet dezelfde betekenis hebben
o Idiographic view: nadruk leggen op uniekheid van een persoon, want
soms kunnen we gewoon niet vergeleken worden met anderen.
Het is lastig om een volgorde te brengen in zoveel diversiteit, daarom komt de
trait approach met factor analyse. Het is een complexe vorm van correlatie
waarbij er niet wordt gekeken naar een verband tussen twee variabelen, maar
een matrix van relaties onder veel variabelen. Dit heeft een paar stappen:
1. Het verzamelen van data onder heel veel mensen.
2. Correlaties worden berekend tussen elk paar variabelen en deze gaan door
naar factor extraction ---> het destilleren van correlaties naar een kleinere
set factoren.
3. Elke factor kan worden beschreven via factor loadings ---> hebben ze hoge
correlaties ja of nee?
4. De factoren worden als laatste een label gegeven.
Dit laatste is vaak lastig, omdat het een subjectief process is. Mensen vergeten
vaak dat een label afstemt van een hele data set, dus als je een verkeerde naam
kiest kan er een verkeerde interpretatie opkomen. Gelukkig heeft factor analyse
3 positieve punten
o Vermindert meerdere reflecties en vormt een smallere set of traits.
o Biedt een basis voor discussie over dat sommige traits er meer toe doen
dan anderen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kirstenlangenbach. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,69. Je zit daarna nergens aan vast.