Samenvatting
WFT basis samenvatting april 2021 - maart 2022
96 keer bekeken
4 keer verkocht
Uitgebreide samenvatting ter voorbereiding op het examen WFT-basis. Deze samenvatting is gebaseerd op vele oefenvragen en is geschikt wanneer je in de periode april 2021 tot en met maart 2022 het examen WFT-basis gaat afleggen.
[Meer zien]
Voorbeeld 4 van de 77 pagina's
Geupload op
7 april 2021
Aantal pagina's
77
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting
€9,99
100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na betaling
Zowel online als in PDF
Je zit nergens aan vast
Samenvatting WFT-Basis
April 2021 t/m. maart 2022
Introductie
Van wie koop je deze samenvatting?
Mijn naam is Martijn en ik ben inmiddels 12 jaar werkzaam in de financiële sector. Hierbij ben ik in
aanraking geweest met een breed scala aan financiële producten en diensten. Van hypotheek tot
autoverzekering en van lijfrenterekening tot ziekteverzuimverzekering. Inmiddels heb ik een aardige
verzameling aan WFT-certificaten. De ervaring leert dat de enorme lappen tekst uit de syllabi een
uitdaging zijn om te doorgronden. Daarnaast zijn gecertificeerde oefenexamens vaak beperkt
voorhanden of erg prijzig. Ik ben ervan overtuigd dat deze samenvatting jouw slagingskans
aanzienlijk zal vergroten.
Wat heb je voor je?
Deze samenvatting WFT-basis is gericht op de periode april 2021 tot en met maart 2022. De
samenvatting is gebaseerd op honderden oefenvragen zodat je snel bekend raakt met de kern van de
examenstof.
Oefenexamens
Naast deze samenvatting heb ik ook 5 oefenexamens gemaakt. Ieder oefenexamen bevat 42 vragen,
net als in het echte examen. De 210 examenvragen zijn gebaseerd op de meest recente eind- en
toets termen van het CDFD. Merk je dat je naast deze samenvatting ook behoefte hebt aan
oefenexamens? Stuur dan een mailtje naar martijnwft@gmail.com. Wanneer je dit document een
beoordeling geeft ontvang je €5,- cadeau op je volgende aankoop wanneer je bestelt via
martijnwft@gmail.com.
Heel veel succes met de voorbereiding op jouw examen!
Dit document is met zorgvuldigheid samengesteld. Indien er fouten, onjuistheden of onvolledigheden aanwezig zijn is de
schrijver hiervoor niet aansprakelijk. Dit document is geen vervanging voor gecertificeerd cursusmateriaal. Ik adviseer je om
dit document te gebruiken als aanvulling op- of in combinatie met het officiële cursusmateriaal. Het verspreiden,
vermenigvuldigen en/of op een andere wijze openbaar maken van dit document is strafbaar. De door jouw gekochte
producten zijn alleen bestemd voor eigen gebruik.
, Samenvatting WFT-basis - April 2021 t/m. maart 2022
Inhoud
Introductie ............................................................................................................................................... 1
1. Financiële huishouding .................................................................................................................... 8
1.1. Financiële huishouding en financiële planning ....................................................................... 8
1.1.1. Definities.......................................................................................................................... 8
1.1.2. Levensfasen/ levensloopmodel ....................................................................................... 8
1.2. Leenstelsel ............................................................................................................................... 8
1.3. Samenlevingsvormen en toestemmingsvereiste .................................................................... 9
1.3.1. Ongehuwd samenwonen ................................................................................................ 9
1.3.2. (Beperkte) Gemeenschap Van Goederen (BGVG versus GVG) ....................................... 9
1.3.3. Geregistreerd partnerschap .......................................................................................... 10
1.3.4. Vergoedingsrechten ...................................................................................................... 10
1.3.5. Toestemminsvereiste artikel 1:88 Burgerlijk Wetboek ................................................. 10
1.4. Rechtsgeldige overeenkomst ................................................................................................ 11
1.4.1. Handelingsbekwaam versus Handelingsbevoegd ......................................................... 11
1.4.2. Nietig versus Vernietigbaar ........................................................................................... 11
1.4.3. Wilsovereenstemming................................................................................................... 11
1.5. Wet voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) ............................ 12
1.5.1. Cliëntonderzoek ............................................................................................................ 12
1.5.2. Politically Exposed Person (PEP).................................................................................... 12
1.5.3. Melding ongebruikelijke transacties (MOT) .................................................................. 12
1.5.4. Ultimate Beneficial Owner (UBO).................................................................................. 13
1.6. Afgeleide identificatie ........................................................................................................... 13
1.6.1. Controle identiteitsbewijs ............................................................................................. 13
1.6.2. Echtheidskenmerken ..................................................................................................... 14
1.6.3. Afgeleide identificatie ................................................................................................... 14
1.6.4. IDIN ................................................................................................................................ 15
2. Financiële positie ........................................................................................................................... 16
2.1. Erfrecht .................................................................................................................................. 16
2.1.1. Bepaling hoogte nalatenschap ...................................................................................... 16
2.1.2. Wettelijk erfrecht .......................................................................................................... 16
2.1.3. Samenwoners ................................................................................................................ 16
2.1.4. Testament...................................................................................................................... 16
2.1.5. Legitieme portie ............................................................................................................ 17
2.2. Successiewet ......................................................................................................................... 17
2.2.1. Erfbelasting .................................................................................................................... 17
2
, Samenvatting WFT-basis - April 2021 t/m. maart 2022
2.2.2. Vrijstellingen successiewet voor samenwonenden ...................................................... 18
2.2.3. Schenkbelasting ............................................................................................................. 18
2.2.4. Schenkingsvrijstelling eigen woning .............................................................................. 18
2.2.5. Tarieven successiewet ................................................................................................... 19
2.3. Inkomstenbelasting ............................................................................................................... 19
2.3.1. Box 1: Inkomen uit werk en woning .............................................................................. 19
2.3.2. Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang & dividendbelasting ...................................... 20
2.3.3. Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen ........................................................................ 21
2.3.4. Heffingskortingen .......................................................................................................... 22
2.3.5. Renseigneren ................................................................................................................. 22
2.3.6. Verzwijgen vermogen buitenland ................................................................................. 22
2.3.7. Fiscaal partnerschap ...................................................................................................... 22
2.4. Vermogens- en balanspositie ................................................................................................ 23
2.4.1. Consumptief besteedbaar inkomen (CBI) ..................................................................... 23
2.4.2. Balans ............................................................................................................................ 23
3. Adviseren spaar en betaalfaciliteiten ............................................................................................ 24
3.1. Schuldhulpverlening .............................................................................................................. 24
3.1.1. Besluit breed moratorium ............................................................................................. 24
3.1.2. Blokkade leefgeldrekening ............................................................................................ 24
3.1.3. Beslagvrije voet ............................................................................................................. 24
3.2. Betaal- en leefgeldrekening .................................................................................................. 25
3.2.1. Leefgeld- en beheerrekening ........................................................................................ 25
3.2.2. Procedure openen betaalrekening ................................................................................ 25
3.2.3. Tenaamstelling .............................................................................................................. 25
3.2.4. Wijzigen tenaamstelling bij overlijden .......................................................................... 25
3.2.5. Producten voor toonbankbetaling en girale betalingen ............................................... 25
3.2.6. Chartaal en giraal geld ................................................................................................... 26
3.2.7. Payment Services Directive II (PSDII)............................................................................. 26
3.2.8. Payment Account Directive (PAD) ................................................................................. 26
3.3. VIS, EVA en BKR ..................................................................................................................... 26
3.3.1. EVA en VIS ..................................................................................................................... 26
3.3.2. BKR................................................................................................................................. 26
3.4. Sparen.................................................................................................................................... 28
3.4.1. Spaargeld op de balans van de bank ............................................................................. 28
3.4.2. Spaarmotieven .............................................................................................................. 28
3.4.3. Spaarvormen en rentevergoeding................................................................................. 28
3
, Samenvatting WFT-basis - April 2021 t/m. maart 2022
3.4.4. Depositogarantiestelsel ................................................................................................. 29
3.4.5. Beleggerscompensatiestelsel ........................................................................................ 29
3.5. Beleggen ................................................................................................................................ 29
3.5.1. Liquide middelen ........................................................................................................... 29
3.5.2. Obligaties ....................................................................................................................... 30
3.5.3. Vastgoed ........................................................................................................................ 30
3.5.4. Aandelen........................................................................................................................ 30
3.5.5. Derivaten ....................................................................................................................... 31
3.5.6. Assetallocatie................................................................................................................. 31
3.5.7. Beleggingsinstellingen ................................................................................................... 31
3.5.8. Categorieën beleggingsfondsen .................................................................................... 31
3.6. Sparen versus beleggen......................................................................................................... 31
4. Financieringsmogelijkheden .......................................................................................................... 33
4.1. Kredietaanvraag .................................................................................................................... 33
4.1.1. De kredietaanvraag ....................................................................................................... 33
4.1.2. De beoordeling .............................................................................................................. 33
4.2. Consumptief krediet .............................................................................................................. 33
4.2.1. Beoordeling consumptief krediet .................................................................................. 33
4.2.2. Kredietvormen............................................................................................................... 33
4.2.3. Kredietvergoeding ......................................................................................................... 34
4.2.4. Distributie ...................................................................................................................... 35
4.2.5. Beheer & bijzonder beheer ........................................................................................... 35
4.2.6. Telecomkrediet .............................................................................................................. 35
4.2.7. Lease .............................................................................................................................. 36
4.2.8. Leven lang leren krediet ................................................................................................ 36
4.2.9. Crowdfunding ................................................................................................................ 36
4.2.10. Risico’s uitzetten gelden................................................................................................ 36
4.3. Hypothecair krediet ............................................................................................................... 37
4.3.1. Beoordeling van de hypotheekaanvraag....................................................................... 37
4.3.2. Waarde van de woning/ Loan to Value (LTV) ................................................................ 37
4.3.3. Inkomen/ Loan to Income (LTI) ..................................................................................... 37
4.3.4. Hypotheekvormen ......................................................................................................... 38
4.3.5. Aflosvormen .................................................................................................................. 38
4.3.6. Vervroegd aflossen en restschuld ................................................................................. 40
4.3.7. Rente ............................................................................................................................. 40
4.3.8. Hypotheekrecht ............................................................................................................. 40
4