Leerjaar 4
Thema 4: Voeding en vertering par 1 t/m 6
Thema 5: Gasswisseling par 1 t/m 4
Leerjaar 3
Thema 3 : Erfelijkheid par 1 t/m 9
Thema 1: Organen en cellen alleen par 1+2
Thema 4: Ordening en revolutie alleen par 1
Voedselproductie door bacteriën en schimmels
Bacteriën en schimmels kunnen koolhydraten omzetten in stoffen die nuttig zijn bij de productie van
voedingsmiddelen.
Gisten zetten energierijke stoffen om in koolstofdioxide en alcohol. Dit heet gisting.
Enzymen
Als stoffen worden omgezet in andere stoffen spreken we van een (scheikundige) reactie. Verbranding
is hiervan een voorbeeld.
In de cellen van organismen vinden heel veel reacties plaats. Bepaalde stoffen zorgen ervoor dat deze
reacties snel plaatsvinden. Deze stoffen heten enzymen.
Enzymen zijn speciale eiwitten. Een cel bevat veel verschillende enzymen, waardoor veel
verschillende reacties worden versneld.
Enzymen werken specifiek, dat wil zeggen dat één enzym slechts één reactie in de cel versnelt.
Enzymen versnellen de reacties van stofwisselingsprocessen zonder daarbij zelf te worden verbruikt.
Alle organismen zijn afhankelijk van de werking van enzymen.
Enzymactiviteit
De snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt, wordt de enzymactiviteit genoemd. De
enzymactiviteit is afhankelijk van allerlei factoren.
Twee van deze factoren zijn:
● De temperatuur
● Zuurgraad
Het diagram dat het verband tussen de temperatuur en enzymactiviteit weergeeft heet een
optimumkromme.
In het diagram is een minimum, een optimum en een maximum aangegeven.
Beneden de minimumtemperatuur is er geen enzymactiviteit. De reactie die door het enzym wordt
versneld, vindt dan niet plaats. Het enzym blijft wel aanwezig, maar is door de lage temperatuur
tijdelijk onwerkzaam.
Als de temperatuur boven het minimum stijgt, wordt het enzym werkzaam. De enzymactiviteit neemt
toe.
Deze stijging gaat door tot de zogenoemde optimumtemperatuur. De reactie die door het enzym
wordt versneld, vindt dan optimaal (het snelst) plaats.
,Stijgt de temperatuur tot boven het optimum, dan neemt de enzymactiviteit weer af. Deze afname gaat
door tot de maximum temperatuur is bereikt.
Door de hoge temperatuur verandert de vorm van het enzym. Het enzym wordt dan voorgoed
onwerkzaam, ook als de temperatuur later weer daalt.
Alle enzymen zijn werkzaam in vloeistoffen, bijvoorbeeld in het cytoplasma van cellen of in
verteringssappen zoals speeksel.
Deze vloeistoffen bestaan uit water met opgeloste stoffen.
Door de opgeloste stoffen heeft elke vloeistof een bepaalde zuurgraad of pH.
Hoe lager de pH, hoe zuurder de vloeistof.
De zuurgraad beïnvloedt de enzymactiviteit ook volgens een optimumkromme. Veel enzymen werken
het best bij een zuurgraad die ongeveer neutraal is.
Voedsel conserveren
Enzymen in bacteriën en schimmels kunnen voedsel ook bederven. door het conserveren van voedsel
is voedsel langer houdbaar.
De omstandigheden voor de bacteriën en schimmels worden dan ongunstig gemaakt.
Bij temperaturen boven 10 °C kan voedsel snel bederven.
Conserveermiddelen en andere toegevoegde stoffen
Verpakt voedsel bevat vaak conserveermiddelen om het langer houdbaar te maken. Zuur,suiker en
zout zijn natuurlijke conserveermiddelen.
Aan veel voedsel worden kunstmatige conserveermiddelen toegevoegd. Aan allerlei dranken wordt
er bijvoorbeeld sulfiet toegevoegd zodat het minder snel bederft.
Ook om voedsel aantrekkelijker te maken voegt men vaak stoffen toe. Voorbeelden zijn kleurstoffen,
geurstoffen en smaakstoffen.
Al deze stoffen samen worden additieven. Voor een gezonde voeding is het belangrijk dat er niet
teveel kunstmatige additieven in het voedsel zitten.
,4.2 voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voedingsmiddelen zijn de producten die je eet of drinkt. Voedingsmiddelen kunnen plantaardig of
dierlijk zijn.
Voedingsmiddelen bevatten allerlei voedingsstoffen. Voedingsstoffen zijn de bruikbare bestanddelen
van voedingsmiddelen.
Het verteringsstelsel heeft als taak om voedingsmiddelen af te breken tot stoffen die het lichaam kan
opnemen.
Er zijn 6 groepen voedingsstoffen:
● Eiwitten
● Koolhydraten
● Vetten
● Water
● Mineralen
● Vitaminen
Je hebt alle zes de groepen nodig om gezond te blijven. Voedingsstoffen kunnen in je lichaam
verschillende functies vervullen.
Mineralen en vitaminen noemen we beschermende stoffen. Ze helpen ziekten te voorkomen.
Veel plantaardige voedingsmiddelen bevatten voedingsvezels. Dit zijn plantaardige stoffen die de
enzymen van de mens niet kunnen verteren. Voedingsvezels zijn belangrijk, omdat ze de
darmbewegingen en de stoelgang bevorderen.
Eiwitten
Eiwitten zijn vooral belangrijk als bouwstof. Cellen bestaan voor een groot deel uit eiwitten en ook
alle enzymen zijn eiwitten.
Voor de vorming van cytoplasma bijvoorbeeld zijn veel eiwitten nodig.
Je lichaam slaat geen eiwitten op, zodat ze dus niet als reservestof kunnen dienen. Een teveel aan
eiwitten wordt verbrand.
Koolhydraten
Glucose, suiker en zetmeel zijn koolhydraten. Vooral plantaardige voedingsmiddelen bevatten
koolhydraten.
Koolhydraten zijn belangrijke bouwstoffen: ze leveren energie. Maar ze dienen ook als bouwstoffen
en reservestoffen.
, Vetten
Vetten dienen vooral als brandstoffen, maar zijn ook belangrijk als bouwstoffen.
Je voedsel hoeft niet veel vet te bevatten. Als je meer vet binnenkrijgt dan je nodig hebt, wordt het
teveel opgeslagen als reservestof.
Onverzadigde vetten, meestal plantaardige vetten, zijn gezond en zitten vooral in vloeibaar vet, maar
ook in noten en vis.
Je lichaam gebruikt onverzadigde vetten als bouwstof.
Verzadigde vetten, meestal dierlijke vetten, zijn minder gezond. Ze kunnen niet goed als bouwstof
worden gebruikt en dienen daardoor vooral als brandstof.
Door het eten van veel verzadigde vetten wordt je onderhuidse vetlaag dikker en heb je meer kans op
hart- en vaatziekten.
Water
Water is een bouwstof. Organismen bestaan voor het grootste deel uit water.
Water is belangrijk bij het vervoer van stoffen in je lichaam. Bloed vervoert allerlei stoffen en bestaat
voor een groot deel uit water. Hetzelfde geld voor het cytoplasma.
Een mens kan niet lang zonder water.
Mineralen (zouten)
Mineralen worden ook wel zouten genoemd.
Je lichaam heeft allerlei mineralen nodig als bouwstoffen en beschermende stoffen.
Je hebt elke dag maar heel weinig mineralen nodig en in gezonde voeding zitten voldoende mineralen.
Vitaminen
Vitaminen dienen als bouwstoffen of als beschermende stoffen in je lichaam.
Door een tekort aan een bepaalde vitamine kun je ziek worden.
Extra vitaminen (bijvoorbeeld vitaminepillen) kunnen nooit een gezonde voeding vervangen. Het kan
bij sommige zelfs schadelijk zijn voor het lichaam.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lucyvd. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.