Samenvatting van TOE - Kwalitatief onderzoek. Deze samenvatting bevat de samenvatting van de KOM slides, de nodige boekhoofdstukken (Research Methods), de artikelen en aantekeningen van de hoorcolleges. Kunnen spelfouten in voorkomen.
In een topic guide staan alle onderwerpen die besproken gaan worden tijdens een interview. Deze
kan als agenda, gids of geheugensteun dienen voor de onderzoeker. Daarnaast verhoogt een topic
guide de consistentie, vooral als er sprake is van meerdere onderzoekers. Iedereen bespreekt
namelijk dezelfde onderwerpen, zonder precies dezelfde vragen te stellen. Het kan zijn dat de topic
guide het enige geschreven materiaal is van het interview (losgezien van transcripten). Deze voeg je
daarom ook toe aan het onderzoeksverslag zodat het onderzoek transparant is.
Het proces van het creëren van een topic guide begint met het vaststellen van de onderwerpen die
besproken moeten worden. Dit gaat samen met de reeds bestaande literatuur. Het is belangrijk dat
vooral centrale onderwerpen erin staan en geen specifieke vragen. Een topic guide kan gebruikt
worden voor zowel diepte-interviews als voor focusgroepen. Allereest wordt er gekeken welke
onderwerpen samengevoegd kunnen worden en wat de beste volgorde van deze onderwerpen is.
Soms wordt er gekozen om follow-up vragen mee te nemen in de topic guide.
Op de meeste korte manier bestaat een topic guide uit slechts de hoofdonderwerpen. De meeste
gedetailleerde topic guides bestaan uit meerdere zorgvuldig geformuleerde vragen. Over het
algemeen is het, het beste om de topic guide zo kort mogelijk te houden. Dit zorgt voor meer diepgang
in het interview en voorkomt dat er niet wordt voorgelezen. Met te veel detail kan het voor de
onderzoeker ook lijken dat dit de enige vragen zijn die gesteld moeten worden.
Een volledige topic guide kan gebruikt worden bij de briefing van onderzoeksteams. Hierbij kan het
handig zijn om 1 gedetailleerde versie te hebben en daarnaast een korte versie voor het
daadwerkelijke interview. Een topic guide van meer dan 4 blaadjes is niet handig, daarnaast is het
beste om tussen de 6-9 onderwerpen te hebben. Voor focusgroepen is 5-6 onderwerpen beter zodat
iedere respondent de tijd heeft om iets in te brengen.
Topic guides werken het beste wanneer vragen niet volledige worden geformuleerd. Wel kunnen er
losse woorden of zinnen gebruikt worden zodat de onderzoeker zelf invulling kan geven aan de
vraagstelling. Dit stimuleert een actiever interview. Als er voor een onderzoeker meer sturing nodig is,
kan het helpen om vragen te formuleren met ‘zij’ i.p.v. ‘jij of u’. Dit zorgt voor meer spontane vragen
i.p.v. dat er voorgelezen wordt. Omdat de interviewer zich moet aanpassen aan het taalgebruik van de
respondent, moeten items zo neutraal mogelijk geformuleerd worden. Soms zijn er in een topic guide
follow-up vragen te vinden die gebruikt kunnen worden voor probing. Dit zorgt voor meer
gedetailleerde data, omdat het antwoord uitgepluisd kan worden. De meeste vormen van probing
kunnen niet precies geformuleerd worden omdat de vorm afhangt van het antwoord van de
respondent. De onderzoeker moet daarom ook in staat zijn om ter plekke follow-up vragen te stellen.
Het creëren van een topic guide die makkelijk is in gebruik:
Start de topic guide met het doel van het onderzoek, zodat de onderzoeker dit in zijn
achterhoofd kan houden
Zet aan het begin van de topic guide neer wat er gezegd moet worden tegen de respondent
voordat het interview begint
Maak een overzicht waarin alle onderwerpen samengevat staan
Zorg voor een goede lay-out. Dit maakt het voor de onderzoeker makkelijker om te gebruiken
Het kan handig zijn om wat instructies te noemen. Bijvoorbeeld bij welke onderwerpen de
prioriteit ligt
Beschrijf de afsluiting. Benoem hoe met de data wordt omgegaan bijvoorbeeld
Als er met subgroepen wordt gewerkt is het makkelijker om meer dan 1 topic guide te maken
Soms wordt er naast een topic guide ook nog een proforma of een meer gestructureerd vragenblad
gebruikt. Dit is vooral het geval als er meer gedetailleerde achtergrondinformatie nodig is om de
situatie van de respondent te begrijpen. Bijvoorbeeld gedetailleerde financiële informatie.
Wanneer gebeurtenissen en ook de volgorde hiervan belangrijk zijn kan gebruikt worden gemaakt van
kalenders of agenda’s.
Om meer discussie te vormen kan het makkelijk zijn om naar voorbeelden van iemands gedrag te
vragen in een specifieke situatie. Daarnaast kan er ook gebruik worden gemaakt van vignettes. Dit
zijn beschrijvingen van een situatie, persoon of gebeurtenis waar de respondent op moet reageren. Dit
kan gebruikt worden in zowel diepte-interviews als focusgroepen.
,Ook kan er gebruikt gemaakt worden van card sorting waarbij de respondent voorbeelden krijgen van
problemen en deze moeten sorteren op prioriteit. Op deze manier kunnen onderzoekers een beeld
schetsen van de waarden die verschillende groepen aan verschillende problemen hechten. Dit wordt
vaak gedaan als aanvulling en verduidelijking van kwantitatief onderzoek.
Faciliterende- en projectieve technieken worden gebruikt om vrije discussie en communicatie te
stimuleren en om bij gedachtes te komen die minder bewust zijn of moeilijk te zijn om het over te
hebben. Er zijn 5 types:
Association: woordassociaties of het beschrijven van de persoonlijkheid van bijv. een bedrijf
Completion (voltooiing) waarbij respondenten zinnen of verhalen moeten afmaken
Construction: het nemen van een perspectief van een 3 e partij
Expressive methods: tekenen of het aannemen van een rol
Choice-ordening: het selecteren en ‘ranken’ van items
Deze technieken kunnen goed helpen als mensen moeite hebben om iets uit te leggen in woorden.
Toch neemt het veel tijd in beslag en kan het zorgen voor onderbreking van de discussie. Daarnaast
zijn misinterpretaties ook mogelijk. Het is van belang om het zo simpel en kort mogelijk te houden.
Field notes zijn observaties die gedaan worden tijdens de dataverzameling. Het kan bijvoorbeeld
gaan om iets wat zij horen of zien buiten de context van het interview of wat er gebeurde op het
moment dat de respondent een vraag beantwoordde.
Richie & Lewis (blz. 150 – 168)
Content mining questions worden gebruikt om een volledige beschrijving van een fenomeen te
krijgen en te kunnen begrijpen wat er achter iemands attitude of gedrag zit. Er zijn 4 soorten:
1. Amplificatory probes: met deze vragen wordt de respondent aangemoedigd om ergens
dieper op in te gaan. Ze zijn belangrijk om een volledig begrip en een volledige beschrijving te
krijgen. Voorbeelden hiervan zijn:
- Kun je een voorbeeld geven?
- Wat gaf je dat gevoel?
- Wat vond je er precies leuk aan?
2. Exploratory probes: met deze soort vragen onderzoeken we de kijk en gevoelens die
iemand heeft op/bij het beschrijven van gedrag of ervaringen. Voorbeelden hiervan zijn:
- Hoe reageerde je toen?
- Wat voor effect had dit op je?
3. Explantory probes: met deze soort vragen zoeken we naar het waarom. Voor nieuwe
onderzoekers kan dit onbeleefd voelen om dit te vragen. Toch is het van belang om de
redenen te begrijpen. We kunnen deze vragen op een andere manier formuleren:
- Wat zorgde ervoor dat je dit besloot te doen?
- Wat maakte dat je dit hebt gezegd?
4. Clarifactory probes: deze probes zijn belangrijk op verschillende manieren:
- We hebben precisie en duidelijkheid nodig
- Om te taal en termen van een persoon te begrijpen
- Je kan denken dat je iemand begrijpt, maar toch is het belangrijk om door te vragen.
Bijvoorbeeld door te vragen wat iemand bedoeld met …?
- We gebruiken ze om details te achterhalen
- We gebruiken ze om mensen na te laten denken over een alternatief
- We gebruiken ze om inconsistentie tegen te gaan
We gaan door met probes tot er saturatie is bereikt. Dit is het punt waarop de onderzoeker een
volledig beeld heeft van het perspectief van de respondent.
In een diepte-interview kunnen gesloten vragen gesteld worden, mits ze opgevolgd worden door
probes. Daarnaast kunnen gesloten vragen helpen wanneer de respondent bijvoorbeeld af dwarrelt.
Leidende vragen moet je zien te voorkomen omdat je een volledig antwoord wilt van de respondent.
, De meest effectieve vragen, zijn vragen die kort en duidelijk zijn. Dubbel gestelde vragen moet je zien
te voorkomen, de respondent kan namelijk vergeten op om 1 van de 2 aspecten antwoord te geven.
Ook vragen die te abstract zijn moeten voorkomen worden en ook is het van belang om aan te sluiten
bij het taalgebruik van de respondent. Het is bij diepte-interviews van belang om te luisteren naar de
betekenis. De volgende vraag van de onderzoeker moet afgestemd worden op het antwoord van de
respondent.
Het is van belang om een goede relatie aan te gaan met de respondent. Dit kan door oogcontact, een
glimlach of om vervolgvragen te stellen, dit laat namelijk zien dat je luistert. Het is daarbij ook
belangrijk dat de onderzoeker aangeeft dat er geen goede of foute antwoorden mogelijk zijn. Als er
fouten worden gemaakt is het de taak van de onderzoeker om te onderzoeken hoe zij deze indruk
hebben gevormd of tot dit antwoord zijn gekomen.
De onderzoeker moet opletten op de toonhoogte en lichaamstaal van de respondent. Deze tekenen
kunnen aangeven dat er mogelijk nog meer diepte bereikt kan worden. Ook kan het context
toevoegen. Als dit zo is kun je hier field notes van maken. Tevens is het goed om in het interview
stiltes te laten vallen, omdat dit de respondent de tijd geeft om te antwoorden.
Het doel van het diepte-interview in om een volledige, niet gebiased, antwoord te krijgen van de
respondent. Het is belangrijk om:
Er niet vanuit te gaan dat je de respondent wel begrijpt. Je zou deze assumptie om kunnen
zetten in een vraag en deze checken bij de respondent
Reageer niet op een antwoord. Het kan lijken alsof je een vooroordeel hebt of begrijpt wat de
respondent zegt, waardoor de respondent mogelijk niet volledig antwoord geeft
Vat het antwoord van de respondent niet samen. Het is moeilijk om namelijk de volledige
betekenis samen te vatten, vaak mis je dan belangrijke informatie
Vul nooit een antwoord in van de respondent. Dit weerhoudt de respondent van het geven van
een volledig antwoord
Vermijd woorden zoals oké, ja of ik snap het. Dit weerhoudt de respondent van het geven van
een volledig antwoord
Het is van belang dat onderzoekers empathie tonen, zonder te erg betrokken te raken. Neutraal blijven
kan lastig zijn als de onderzoeker te betrokken is bij het onderzoeksonderwerp. Als de respondent een
andere blik heeft dan de onderzoeker, is het belangrijk om dieper in te gaan op deze blik i.p.v. het
geven van een eigen mening of in debat te gaan. Daarnaast is het van belang om rustig en kalm te
reageren als mensen emotioneel worden. Soms vraagt de respondent om bevestiging bij de
onderzoeker, het is beter om hier niet mee in te gaan, omdat dit ertoe kan leiden dat de respondent
niet volledig antwoord. Een goede reactie hierop zou zijn om aan te geven dat je tijdens het interview
je wilt richten op de respondent en dat hij/zij na het interview de tijd heeft om vragen te stellen.
Er zijn 2 manieren waarop een onderzoek gevoelig kan zijn voor de respondent:
Het onderwerp kan gevoelig zijn voor de respondent (seks, financiën, ziekte etc.). Er zijn
verschillende manieren om hier mee om te gaan:
- Onthoud dat de respondent toestemming heeft gegeven en je daarom als onderzoeker het
recht hebt om ernaar te vragen
- Benoem dat het interview vertrouwelijk is
- Let erop dat je zelf een juiste houding en toonhoogte hanteert. De respondent zal dit
anders opmerken en het mogelijk minder willen bespreken
- Het kan helpen om aan te geven dat je begrijpt dat het een moeilijk onderwerp is
Het interview kan ook gevoelig zijn voor de respondent omdat een vraag of alleen het gesprek
veel emoties oproept bij de respondent. Het is van belang om deze emoties vroegtijdig te
signaleren door de gezichtsuitdrukking, lichaamstaal of de toonhoogte van de respondent. Als
de respondent te veel last hiervan ervoor moet je hier wat mee doen:
- Je moet de respondent voorleggen of hij wel of niet verder wil gaan met het interview. Als
de respondent deze keuze niet kan maken, kan je als onderzoeker een pauze inlassen
om daarna deze beslissing te maken
- Belangrijk om empathie te tonen, maar zorg dat je als onderzoeker niet emotioneel of
gevoelig wordt. Mocht dit wel gebeuren, zorg dat dit niet zichtbaar is
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kimselles99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.