Hoofdstuk 1 Algemene inleiding
Het personen- en familierecht bestaat uit regels die betrekking hebben op de status van
natuurlijke personen, zoals hun rechtsbevoegdheid en handelingsbekwaamheid.
Boek 1 BW regelt het merendeel van de regels betreffende personen- en familierecht
Wettelijk gezien is het huwelijksvermogensrecht, dat de vermogensrechtelijke gevolgen van
het huwelijk regelt, een species van het personen personen- en
en familierecht. In de literatuur wordt het vaak als
familierecht
zelfstandig rechtsgebied behandeld. Toch kan er
dus overlap zijn.
familievermogen
Erfrecht, dat de vermogensrechtelijke gevolgen
srecht
van de overgang van het vermogen van de huwelijks- en
partnerschapsver Erfrecht
erflater op 1 of meer erfgenamen regelt, is mogensrecht
geregeld in boek 4 BW.
Het EVRM is belangrijk voor het Nederlandse personen-en familierecht geworden, vooral
sinds het Marckx-arrest die direct doorwerkt in Nederlands recht (art. 94 Gw). Art. 8 en art.
14 EVRM zijn de rode draad door het gehele personen- en familierecht. Art. 12 Gw is ook
belangrijk.
De werking van het EVRM heeft zowel een positief als een negatief aspect
- positief: wanneer de Nederlandse wetgeving is achterhaald kan snel in een concreet
geval een bevredigende oplossing worden gevonden d.m.v art. 8 EVRM
- negatief: door de abstractie van deze begrippen is al snel sprake van
rechtsonzekerheid
Het IVBPR heeft ook een aantal direct werkende bepalingen (art. 94 Gw). Art. 2, 17, 23, 24
en 26 IVBPR komen grotendeels overeen met de drie behandelde EVRM artikelen.
In boek 10 BW staat internationaal privaatrecht, waarbij titel 10.1 van belang is, en 10.2-10.7
van belang is voor huwelijks- en partnerschaps vermogensrecht en voor het erfrecht titel
10.12.
Het VN-Vrouwenverdrag (IVDV) is soms ook belangrijk.
Naast boek 1 BW zijn een aantal bijzondere wetten van belang (Pleegkinderenwet, Wet
opneming buitenlandse kinderen ter adoptie, Jeugdwet, Wet verevening pensioenrechten bij
scheiding, Embryowet, Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, Wet
donorgegevens kunstmatige bevruchting).
Familieprocesrecht is te vinden in Wetboek van Rv Boek III titel 6, en ook in:
- Boek I titel 3
- Boek I afd 5
Er is een ingrijpende wijziging geweest van het familieprocesrecht.
Hoofdstuk 2
, Rechtsbevoegdheid: bevoegdheid om rechtssubject (drager van rechten en plichten) te
zijn
Handelingsbevoegdheid: de bevoegdheid tot het zelfstandig verrichten van
rechtshandelingen in concreto
Handelingsbekwaamheid:de bevoegdheid tot het zelfstandig verrichten van
rechtshandelingen in abstracto (niet als art. 1:234 of 1:381 BW)
Art. 1:1 lid 1 BW: iedereen is rechtsbevoegd, en is dus bevoegd om rechtssubject te zijn.
Art. 1:2 BW: een ongeboren kind in de buik wordt als reeds geboren aangemeld, als dit zijn
belang vordert. Komt het dood ter wereld; geacht nooit te hebben bestaan.
Art. 1:3 BW: bloed- en aanverwantschap is op verschillende gebieden belangrijk:
- Verzoek tot curatele (art. 1:379 lid 1 BW)
- Verzoek tot onderbewindstelling (art. 1:432 lid 1 BW)
- Verzoek van een mentorschap (art. 1:451 lid 1 BW).
- Erfrecht; schadevergoedingsvorderingen als in art. 6:106 BW
- Getuigen Regeling van het burgerlijk procesrecht (art. 165 en 177 Rv)
- Getuigen in het strafprocesrecht (art. 217 en 219 Sv jo. 290 lid 5 Sv).
- etc. etc. etc.
Bloedverwantschap
Familierechtelijke betrekking= er is in juridische zin sprake van bloedverwantschap (een
kind, zijn ouders en hun bloedverwanten als in art. 1:197 BW). Vaak valt juridisch
bloedverwantschap samen met biologisch bloedverwantschap, maar dit hoeft niet (denk aan
adoptie; alleen juridisch ingevolge art. 1:229 lid 1 BW).
Graad van bloedverwantschap: hoeveel stappen het omhoog/omlaag etc gaat.
- erkenning/ gerechtelijke vaststelling van het ouderschap of adoptie geldt als een
geboorte (art. 1:3 lid 1 jo. 1:203-208, 227-232 BW).
Bloedverwanten in opgaande lijn= ascendenten
Bloedverwanten in nederdalende lijn=descendants
Bloedverwanten in zijlijn= zijverwanten
Aanverwantschap
Aanverwantschap ontstaat door huwelijk of geregistreerd partnerschap.
Art. 1:3 lid 2 BW: huwelijk/partnerschap leidt tot dezelfde verwantschap als bloedverwanten
Art. 1:3 lid 3 BW: door het eindigen van een huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt het
aanverwantschap niet opgeheven.
Hoofdstuk 3
Naamrecht= onderdeel van het personen-en familierecht
, ↳ een persoonlijkheidsrecht; gaat om de status en identiteit van
natuurlijke personen
Voornamen
Art. 1:4 lid 1 BW= voornaam die in de geboorteakte is gegeven (of meer voornamen)
Grote vrijheid in keuze van voornaam…..uitzonderingen:
- ongepaste voornamen
- voornaam overeenkomstig met geslachtsnaam, tenzij gebruikelijke voornaam
Geen voornaam gegeven/geweigerde naam niet vervangen? ambtshalve gegeven
voornaam (art. 1:4 lid 3 BW)
Wijziging van voornamen
Gelast door de rechtbank, doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte
van geboorte wordt toegevoegd (art. 1:20a lid 1 BW)
Buiten Nederland geboren persoon wijziging voornaam= art. 1:4 lid 4 BW
Geslachtsnamen
Oude naamrecht= standaard geslachtsnaam van de vader
Wetsvoorstel 22408 had 4 uitgangspunten
1. gelijke behandeling van man, vrouw en van kinderen staande en buiten huwelijk geboren
2. meer keuzevrijheid in het naamrecht
3. rekening houden met de eenheid van het gezin
4. rekening houden met belangen van maatschappelijk verkeer en fijne overheidsadministratie
Eenheid van naam in het gezin: art. 1:5 lid 8
↳ uitzondering in art 1:5 lid 7 BW
Bevoegdheid om wel/niet de naam van de ander dan wel een dubbele naam in eigen
gekozen volgorde te dragen (art. 1:9 BW)
In scheiding i.c.m verkregen geslachtsnamen is art. 1:9 lid 2 BW van toepassing
De geslachtsnaam wordt ten aanzien van eenieder dwingend bewezen door de akte van
geboorte (art. 1:6 BW jo. 151 Rv).
Wijziging van geslachtsnaam/vaststelling geslachtsnaam/vaststelling voornaam
Art. 1:7 lid 1 is van toepassing bij wijziging van de geslachtsnaam (door de Kroon). Er zijn
limitatieve gronden voor wijziging te vinden in art. 1, 2, 3, 3a, 5 en 6 Besluit
geslachtsnaamswijziging. De kosten bedragen €835 en regelen worden bij amvb gesteld.
Bij vaststelling van geslachtsnaam/voornaam is art. 1:7 lid 2 BW van toepassing.
Het voeren van de naam van een ander mag alleen, indien die ander daarvoor toestemming
heeft gegeven (dit kan het geval zijn bij niet-geregistreerde partners). Zonder toestemming
handelt de persoon onrechtmatig (art. 1:8 jo. 6:162 BW)
Hoofdstuk 4
Voor de toepassing van verschillende wettelijke bepalingen is het van belang om de
woonplaats te weten. Woonplaats speelt zowel publiekrechtelijk als privaatrechtelijk een rol.
, ⇒ Woonplaats natuurlijk persoon; “art. 1:10 lid 1”: woonstede of bij gebrek:
plaats van bedrijf
⇒ Woonplaats rechtspersoon; “art. 1:10 lid 2”: plaats waar volgens statuut de
zetel zit
↳ geldt voor zowel privaatrechtelijke als publiekrechtelijke rechtspersonen
(2:1 jo. 3)
⇒ Natuurlijk persoon verlies van woonstede; “art. 1:11 lid 1”: daden waaruit wil
blijkt
⇒ Natuurlijk persoon verplaatsing van woonstede; “art. 1:11 lid 2”: door
kennisgave
Wet basisregistratie personen van belang bij dit onderwerp
⇒ Woonplaats handelingsonbekwame/curatele; plaats wettelijke
vertegenwoordiger (art. 1:12 lid 1 BW). Beëindiging van titel
curatele/handelingsonbekwaamheid? art. 1:10 lid 1 BW
Art. 1:12 lid 2 BW= goederen onder bewind
Art. 1:12 lid 3 BW= persoon met mentorschap heeft woonplaats van de mentor
Art. 1:12 lid 5 BW= afgeleide,, overleden, of gezag/hoedanigheid verloren? dan duurt de
afgeleide woonplaats voort totdat een nieuwe woonplaats is verkregen
Art. 1:13 BW= laatste woonplaats van overledene is het sterfhuis
Art. 1:14 BW= een kantoor of filiaal is mede een woonplaats voor de eigenaar
Art. 1:15 BW= andere woonplaats dan zijn werkelijke kiezen