Aardrijkskunde hoofdstuk 1 ‘de actieve aarde’
§1.1 Ontstaan en opbouw van de aarde
o De aarde is zo’n 4,5 miljard jaar oud.
o Schotse geoloog Hutton bedacht actualiteitsprincipe: de processen die we nu op aarde zien
werkten vroeger ook zo. Zoals bij kliffen, ze komen nu langzaam omhoog vroeger zal dat ook
zo zijn gegaan. De processen herhalen zich dus gedurende de tijd.
o Grote of kleine catastrofes kunnen de langzame geologische cycli doorbreken, zoals een
meteorietinslag.
o ± 4,6 miljard jaar geleden ontstonden concentraties van deeltjes en hieruit is het heelal
ontstaan.
o Zon - Mercurius - Venus - Aarde - Mars - Jupiter - Saturnus - Uranus - Neptunus
o De Aarde onderscheidt zich van de andere planeten door 2 eigenschappen
1. Er is vloeibaar water op de oppervlakte.
2. De aarde bestaat uit schillen met verschillende eigenschappen.
o Bij die schillen kijk je naar de chemische samenstelling (welk materiaal) en een van de
fysische eigenschappen (hoe hard de schillen zijn).
o De verschillende schillen ontstonden doordat ze meerdere keren smolten en afkoelde en er
scheidingen van mineralen en gesteente ontstonden.
o De maan ontstond doordat een zeer groot hemellichaam insloeg op het aardoppervlak. Bij
deze klap werd enorm veel materiaal van de aarde en het hemellichaam de ruimte in
slingerde, waaruit de maan ontstond.
o De aardkern: dat is het binnenste gedeelte van de aarde. Bestaat vooral uit ijzer,
temperaturen tussen 5.000 en 6.000 graden.
o De aardmantel: bestaat vooral uit magnesium en ijzer, tussen 2.800 en 1.800 graden.
o De aardkorst: dat is het buitenste gedeelte van de aarde, komt in twee verschillende
vormen voor:
Continentale korst: onder continenten, dikte 30 tot 70 km, licht gesteente (veel graniet).
Oceanische korst: onder oceanen, dikte vanaf 7 km, vrij zwaar gesteente (basalt).
o De harde vaste buitenlaag van de aarde is de lithosfeer, bevat de aardkorst en het harde
bovengedeelte van de aardmantel.
o Onder de lithosfeer ligt de asthenosfeer, dikte tussen 60 en ± 400 km. Grootste gedeelte is
plastisch gesteente: vast gesteente dat onder invloed van druk en tijd ‘stroperiger’ wordt en
makkelijker beweegt.
o De binnenmantel: is 400 tot ± 2900 km diep, vaster gesteente dan asthenosfeer.
o De buitenkern: is vloeibaar.
o De binnenkern: bestaat uit hard gesteente.
o De aarde krijgt warmte van inwendige en uitwendige bronnen.
o Inwendige warmte; ontstaan uit nevelgassen en stof, inslagen van hemellichamen (warmte
hoopt zich op in de aarde), radioactiviteit van sommige gesteenten.
o Uitwendige warmte: van de zon, dit geeft meer warmte dan inwendige warmte.
, §1.2 Het verhaal van de gesteenten
o Een gesteente bestaat uit een mengsel van vaste mineralen en/of organische stoffen die in
de natuur voorkomen.
o Een mineraal is een verbinding die in de natuur voorkomt en die chemische eigenschappen
heeft.
o Organische stoffen zijn ontstaan uit levende organismen.
o Gesteenten zijn in de volgende groepen in te delen:
Stollingsgesteenten: ontstaat door afkoeling en stolling van magma.
- Dieptegesteenten, is graniet wat de belangrijkste bouwsteen van de continenten is. Het
ontstaat als vloeibaar magma ver onder de aardkorst heel langzaam stolt. Er is dan
genoeg tijd en er vormen zich kristallen.
- Uitvloeiingsgesteenten, bestaat uit basalt. Het ontstaat als het hete magma bij een
vulkaanuitbarsting als lava uit de krater over de helling van een vulkaan komt stromen.
Door de lage buiten tempraturen koelt de massa snel af en stolt het.
- Ganggesteenten, bestaat uit andesiet.
Sedimentgesteenten, ontstaan wanneer afzetting van bijv. zand of klei in lagen worden
neergelegd en samengeperst.
Metamorfe gesteenten, is leisteen wat ontstaat wanneer een gesteente langere tijd onder
invloed van hoge druk en een hoge temperatuur staat. De mineralen vallen uiteen en de
moleculen organiseren zich in nieuwe kristallen.
o Gesteentecyclus: als gesteenten onder bepaalde omstandigheden van het ene hoofdtype
overgaan in het andere hoofdtype.
o Gesteentekringloop is een kringloop van de opbouw en de afbraak van gesteente op aarde.
§1.3 Schuivende continenten
o De geologische tijdsschaal is de indeling van de geschiedenis van de aarde in geologische
tijdsperken. Elke periode in de tijdschaal heeft een eigen serie gesteenten en kenmerkende
fossielen (gidsfossielen).
o Je kunt met radioactieve verval van bepaalde elementen in gesteenten de absolute leeftijd
(ouderdom) van die gesteenten bepalen.
o Je kunt uit de geologische processen op aarde twee conclusies trekken:
- Alle sedimenten worden in horizontale beddingen afgezet, doordat ze door druk zijn
vervormd.
- De onderliggende laag is ouder dan de bovenliggende laag, dit heet het
principe superpositie.
o Zuid-Amerika en Afrika lagen heel lang geleden aan elkaar vast, de Duitse meteoroloog
Alfred Wegener toonde dit aan met zijn bevindingen maar niemand geloofde hem.
o De vroegere flora en fauna op verschillende contineten toonden namelijk overeenkomsten.
Als je de twee continenten naast elkaar legt passen ze precies in elkaar. In beide continenten
zijn aanwijzingen voor gelijktijdige vergletsjering gevonden. Ze zijn dus in de loop der tijd uit
elkaar gegroeid maar hebben waarschijnlijk vroeger tegen elkaar aangelegen. Die twee
continenten aan elkaar noemde Wegener het Pangea. Amerika en Europa lagen vroeger ook
aan elkaar.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper myrthexoxo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.