Een duidelijke en compacte samenvatting (16 pagina's) van het vak recht dat gegeven wordt als onderdeel van het vak Bedrijf en Omgeving in de H3 (leerjaar 2) van de opleiding bedrijfskunde aan de Avans hogeschool in Den Bosch. Het betreft een samenvatting van alle verplichte literatuur en de behand...
Belangrijke punten recht H3
Week 1
Intellectueel eigendomsrecht: gaat om de voortbrengselen van de geest (geen tastbare
zaken). Na 2 dingen kijken:
- Merkenrecht
- Octrooirecht
Merk (art. 2.1 BVIE): een teken waarmee de handelswaren of diensten van een
onderneming onderscheiden kunnen worden van de handelswaren van concurrenten.
- Ieder teken dat grafisch kan worden vastgesteld kan een merk zijn
Materiële vereisten merk: niet alle tekens kunnen worden beschermd. Teken wordt alleen
beschermd indien het onderstaande eisen vereist:
1. Deugdelijk: teken moet voldoende onderscheidend vermogen hebben.
o Mag in beginsel niet beschrijvend zijn: geen woorden of afbeeldingen die te
algemeen zijn of feitelijk alleen maar beschrijven wat het product is en
waar het vandaan komt (art. 2.11 lid 1 bus c en d BVIE)
2. Geoorloofd: teken moet geoorloofd zijn.
o Merk mag niet in strijd zijn met goede zeden of openbare orde
o Teken mag niet misleidend zijn
Misleidend indien het bij het publiek de indruk wekt dat het product
bepaalde niet aanwezige eigenschappen heeft
3. Rechtmatig: teken moet rechtmatig zijn
o Mag niet in strijd met andere merken zijn
o Ingeschreven merk geeft de houder een uitsluitend recht voor het gebruik
van het merk.
Merk moet geregistreerd worden bij Benelux bureau inzake de intellectuele eigendom
(BBIE).
- BBIE toetst alleen aan de eisen van deugdelijkheid en geoorloofdheid niet aan
rechtmatigheid
o Merk wordt ingeschreven als het voldoet aan eisen van deugdelijkheid en
geoorloofdheid
o Voor rechtmatigheid moet rechthebbende zelf actie ondernemen om te
zorgen dat de inbreuk stopt.
Octrooirecht
Beschermd een nieuwe uitvinding of een idee. Recht wordt exclusief toegekend aan de
uitvinder of de aanvrager van het octrooi en geeft de bevoegdheid om andere te
verbieden een uitvinding na te maken, commercieel te gebruiken of op een andere
manier te exporteren. Octrooi kan alleen worden gegeven als voldaan is aan 4 eisen:
1. Betreft een uitvinding
o Voortbrengsel: tastbare zaak
o Werkwijze: gedoeld op het specifieke technische proces waarmee een
voortbrengsel gemaakt kan worden
o Chemische stoffen: nieuw scheikundig molecuul
2. Nieuwheid (wanneer is uitvoering nieuw?)
o Betreft geen deel van een reeds bestaande stand van techniek
o De uitvinding is nog niet ergens in het openbaar beschreven, besproken of
gedemonstreerd (maakt niet uit in welke taal)
3. Toepasbaarheid
o Moet een praktisch resultaat opleveren dat van belang is op welk
industrieel gebied dan ook
4. Inventiviteit: is inventief als het verassend of creatief is en duidelijke voordelen
bied van wat eerst gebruikelijk was.
, - oplossing levert een voordeel waarnaar men lang op zoek is geweest
- oplossing voorziet in bestaande behoefte en bevat een niet voor de hand liggend
en nuttig
beschermingsomvang: inschrijving van merk geeft de houder een uitsluitend recht op dat
merk. Hoe krijg je dat voor mekaar? Daarvoor moet je 2 stappen ondernemen:
1. merk inschrijven bij BBIE
2. optreden wanneer iemand jouw merk wel gebruikt. Moet je zelf actie ondernemen
en naar rechter stappen.
Wanneer kun je dan optreden als iemand anders je merk gebruikt? In 4 gevallen (staan
in wettelijke bepalingen art. 2.20 lid 2 sub A t/m D):
1. indien een ander jouw product kopieert – hetzelfde teken gebruikt voor dezelfde
waarde en diensten (Art. 2.20 lid 2 sub A BVIE) Gebruik van teken is onrechtmatig
indien:
o teken gelijk is aan reeds ingeschreven merk
o Moet gaan om zelfde waren
o Het merkgebruik van derde doet af aan de functies van het merk
2. Indien hetzelfde of een overeenstemmend teken, voor dezelfde of soortgelijke
waren of diensten wordt gebruikt. (Art. 2.20 lid 2 sub B BVIE Gebruik van teken
onrechtmatig indien:
o Teken gelijk is/overeenstemt met ingeschreven merk (totaalindruk voor
consument hetzelfde)
Visueel (lijkt het op elkaar als je kijkt?), auditief (klinkt het
hetzelfde?), begripsmatig (betekent het begripsmatig hetzelfde)
o Indien ze gebruikt worden voor dezelfde/soortgelijke waren
o Door gebruik ontstaat verwarring bij het publiek
3. Indien het om verschillende waren gaat (Art. 2.20 lid 2 sub c BVIE). Gebruik van
teken onrechtmatig indien:
o Teken gelijk is/overeenstemt met ingeschreven merk
o Gebruikt voor niet soort gelijke waren
o Indien sprake is van een bekend merk
o Door gebruik zonder geldige reden
Wordt ongerechtvaardigd voordeel getrokken
Afbreuk onderscheidend vermogen/reputatie merk
4. Indien teken wordt gebruikt anders dan ter onderscheiding van waren of diensten,
dus derden gebruikt het niet als merk. (Art. 2.20 lid 2 sub D BVIE). Teken
onrechtmatig indien:
o Teken wordt anders gebruikt dan ter onderscheiding van waren/diensten
o Door gebruik zonder geldende reden
o Wordt ongerechtvaardigd voordeel getrokken of
o Afbreuk onderscheidend vermogen/reputatie ingeschreven merk
Verschil merknaam en handelsnaam
Handelsnaam:
- Naam waaronder de onderneming wordt gedreven
- Doel is het onderscheiden van een onderneming
o Bij merk onderscheid je je waarden, goederen of diensten en bij
handelsnaam je onderneming
- Iedere ondernemer is vrij om handelsnaam te kiezen, enkele verbodsbepalingen:
o Geen verwarring of misleiding en mag geen geregistreerd merk bevatten
Conflicterende handelsnamen
Verboden een handelsnaam te voeren die:
, - Reeds door een andere onderneming wordt gevoerd
- Indien sprake is van verwarringsgevaar door:
o Aard onderneming zelfde soort activiteit ondernemen
o Plaats vestiging zitten dicht bij elkaar in de buurt
Uitputting en beschermingsduur merkenrecht
- Uitputting merkenrecht: als producent legaal binnen de EU op de markt is
gebracht, kan de merkhouder in beginsel geen invloed meer uitoefenen op het
doorverhandelen van de producten
- Merkenrecht vervalt door het verlopen van de inschrijvingsduur van 10 jaar als er
niet gebruik is gemaakt van onbeperkte mogelijkheid tot vernieuwing voor
volgende 10 jaar en als merkhouder zelf om verzoek vraagt (vrijwillige
‘doorhaling’).
o Vervalt ook indien een periode van 5 jaar gene normaal gebruik van het
merk is gemaakt.
Week 2
Bij internationaal handelen moet je rekening houden met de handelsbelemmeringen die
er bestaan vanwege de nationale wetgeving in een betrokken land.
Europese Unie
Landen in Europese Unie hebben de EU de bevoegdheid gegeven om een
gemeenschappelijk Europees beleid te voeren. Een van de beleidstereinen van de EU is
de interne markt.
- Is een ruimte zonder binnengrenzen waar sprake is van vrij verkeer van goederen,
personen, diensten en kapitaal. Situatie waarin alle lidstaten 1 grote uniforme
markt voeren. Binnen deze markt zijn geen handelsbelemmeringen.
- Is omschreven als een ruimte zonder binnengrenzen waarin sprake is van vrij
verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal (4 vrijheden).
Afschaffen binnengrenzen
Houd in dat tussen lidstaten:
- Geen fysieke grenzen meer mogen bestaan: grensovergang zelf levert geen
belemmering meer op. Geen controles
- De fiscale grenzen moeten verdwijnen: houdt in dat aan de grens of later, omdat
de grens is gepasseerd, geen financiële heffingen meer mogen plaatsvinden
- Technische grenzen meer mogen zijn: houdt in dat duizenden technische normen
van de verschillende lidstaten met elkaar in overeenstemming moeten worden
gebracht
Vrij verkeer van goederen
Om vrij verkeer van goederen te kunnen garanderen heeft de EU een viertal verboden
opgelegd aan de lidstaten. Gaat hierbij om:
- Verbod aan douanerechten:
o geen heffing op ingevoerde en uitgevoerde goederen
- Verbod van discriminerende belastingen:
o lidstaten mogen op goederen die afkomstig zijn uit ander lidstaten geen
hogere belasting heffen dan over gelijksoortige nationale producten.
- Geen kwantitatieve beperkingen worden opgelegd
o Hoeveelheid geïmporteerde goederen mag niet worden beperkt binnen
lidstaten
- Geen maatregelen van gelijke werking
o Maatregel die niet beoogd de hoeveelheid te beperken die wordt
ingevoerd, maar wel hetzelfde effect heeft. Dat een land bijv. specifieke
eisen voor een product zou stellen.
, Internationale handel binnen de EU is vanwege de interne markt zeer eenvoudig
geworden. Maakt feitelijk bijna niet uit of je met partners handelt van je eigen land of
andere EU landen. Handelsbelemmeringen zijn immers weggenomen.
Voor de overige 3 vrijheden zijn regels met een gelijke strekking opgesteld, die
garanderen dat de EU een grote Europese markt is.
Vrij verkeer van personen
Creëren vrij verkeer van personen binnen de EU
- Verbod op discriminatie van werknemers
- Verbod om de vestiging van ondernemers en bedrijven te belemmeren
Vrij verkeer van diensten
Komt hierdoor vrij verkeer van diensten tot stand
- Verbond om het dienstenverkeer te belemmeren. Wil zeggen: het aanbieden en
het gebruik maken van diensten over de grens
Vrij verkeer van kapitaal
Door deze verboden komt een systeem van onvervalste concurrentie op de interne markt
tot stand.
- Verbod voor ondernemingen om overeenkomsten en regelingen te sluiten die de
concurrentie beperken
- Verbod voor ondernemingen die een machtspositie op de markten hebben om
deze positie te misbruiken
- Verbod door lidstaten financiële steun aan hun industrie te verlenen, die niet door
de Commissie wordt goedgekeurd.
Daarnaast ook nog harmonisatie van nationale wetgeving. Nationale wetgevingen op
elkaar aan passen (harmoniseren)
Internationaal vervoer
Binnen internationaal vervoer sprake van 2 soorten overeenkomsten die je goed moet
onderscheiden.
1. Koopovereenkomst
2. Vervoersovereenkomst.
1 Koopovereenkomst
Normaal is met de koopovereenkomst belangrijk wat de prijs is en wat het product is dat
je daarvoor geleverd krijgt. Bij internationaal vervoer speelt alleen nog veel sterker dan
bij nationaal vervoer hoe het zit met de levering. Koopovereenkomst aan internationaal
vervoer wordt altijd geregeld via Incoterms geregeld hoe de levering juridisch geregeld is.
Incoterms te zien op uitgeprint blad
Incoterms zijn gestandaardiseerde internationale leveringsvoorwaarden die dienen als
contract tussen de verkoper en de koper. Ze beschrijven alle taken, risico’s en kosten die
horen bij de transactie van goederen wereldwijd zen zijn daarbij de belangrijkste
handelsvoorwaarden. Partijen bepalen bij de totstandkoming van de koopovereenkomst
zelf welke incoterm van toepassing is.
In totaal 11 verschillende Incoterms. Belangrijkste verschil is het punt waar het risico
verschuift van de verkoper naar de koper. Dus vanaf wel moment de koper
verantwoordelijk is voor de taakverdeling, kosten van transport en het risico van de
zender. Incoterms bepalen dus:
- De taakverdeling (verantwoordelijkheid voor activiteiten)
- Risicoverdeling (tot waar draagt verkoper het risico en vanaf waar de koper)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pleun_bdk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.