1. Inleiding procesmanagent
Proces: input activiteiten output
Definitie: een verzameling activiteiten die in samenhang plaatsvinden. Gericht op beoogd resultaat
dat toegevoegde waarde heeft voor een in- of externe klant en tot op zekere hoogte herhaalbaar is.
Primaire processen: Het proces waarmee het belangrijkste doel van de organisatie wordt
gerealiseerd.
Secundaire processen: Ondersteunende processen die nodig zijn om het primaire proces te kunnen
realiseren.
Besturingsprocessen: Het proces waarmee primaire processen en secundaire processen worden
bijgestuurd.
Hoofdprocessen: Primaire proces van de organisatie, waarmee de grenzen van de organisatie zijn
afgebakend.
Werkprocessen: Onderdeel van hoofdproces of (onderdeel) secundair / besturingsproces.
Werkinstructie: Beperkt aantal activiteiten, waarin elke activiteit gedetailleerd beschreven is en die
door één functionaris wordt uitgevoerd.
(Business)procesmanagement = een managementbenadering waarin processen leidend zijn, voor het
sturing geven aan de uitvoering teneinde de bedrijfsdoelstellingen te realiseren, voor optimaal
inrichten van de organisatie en voor het richten van de organisatie op haar doelstellingen.
Plan do check act
processen beschrijven processen besturen processen analyseren processen verbeteren
basiselementen procesmodel:
- Input
- Control
- Output
- Mechanism
Organisaties vaak ingericht op afdelingen:
- Functioneel
- Geografisch
- Proces
- Product
- Markt
Werkvormen: improviserend, projectmatig en routinematig. Improviserend = onzeker en
routinematig = zeker.
Proceskenmerken: Volume, verscheidenheid, variatie in de vraag en verborgenheid.
Hoog volume hoog repeteer gehalte, specialisatie, lage kosten per stuk.
Hoge verscheidenheid routinematig, eenvoudig, standaard en lage kosten per stuk.
Hoge variatie in de vraag stabiele capaciteit, voorspelbaar, hoge benuttingsgraad.
Hoge verborgenheid tijdverschil tussen productie en consumptie, klantcontact weinig belangrijk.
Ontwikkeling in kwaliteitsdenken: productkwaliteit, proceskwaliteit, organisatiekwaliteit,
ketenkwaliteit en totale kwaliteit.
, INK-managementmodel
PDCA-cyclus in INK-model:
Plan strategie en beleid en leiderschap
Do management van medewerkers, processen en middelen
Check resultaten van medewerkers, klanten en partners, maatschappij en bestuur- en financiers
Act verbeteren en vernieuwen
Ook nog dynamische PDCA-cyclus: Inspireren Mobiliseren Waarderen Reflecteren
Kwaliteitssystemen zijn gebaseerd op:
1. Kwaliteitsbeleid
2. Procedures en voorschriften
3. Interne audits en directiebeoordelingen
4. Veranderingsmanagement
Procesmanagement vormt de basis voor kwaliteitsmanagement.
Sociaal dynamisch perspectief:
- Rol van medewerkers
- Rol van leidinggevenden
- Rol van specialisten
Triade model:
- Triade = gelegenheid * capaciteit *
motivatie
Motivatie:
- Intrinsiek
- Extrinsiek
Stijl van leidinggeven:
- Identification based on trust
- Calculus based trust
Organisatieontwikkeling
Volwassenheidsstadia: productgericht, procesgericht, organisatiegericht,volgens Greiner
ketengericht,
maatschappijgericht.